-
1 langage de programmation
Dictionnaire français-néerlandais > langage de programmation
-
2 langage
langage [lãgaazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:langage commun, courant • omgangstaallangage écrit, parlé • schrijf-, spreektaalchanger de langage • een andere toon aanslaanlangage de programmation • programmeertaalm -
3 évolué
évolué [eevolluu.ee]♦voorbeelden: -
4 fortran
-
5 langage évolué
langage évolué -
6 programmation
programmation [prograamaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский