-
1 soep
potage, soupe -
2 soep
vsoupe f, potage m -
3 binden
3 [boekwezen] relier♦voorbeelden:hij weet zijn personeel aan zich te binden • il sait s'attacher son personnelII 〈wederkerend werkwoord; zich binden〉1 [dik worden] épaissir2 [figuurlijk][een band smeden] créer un lien -
4 bonensoep
-
5 de soep binden
de soep binden -
6 de soep op maken
de soep op maken -
7 die soep smaakt
die soep smaakt -
8 een gloeiende soep
een gloeiende soep -
9 gloeiend
1 [algemeen] brûlant2 [hartstochtelijk] ardent♦voorbeelden:gloeiende kolen • braiseeen gloeiende soep • un potage brûlantgloeiende wangen • joues brûlantesde kachel staat gloeiend • le poêle chauffe à blancgloeiende geestdrift • (un) ardent enthousiasmeeen gloeiende kus • un baiser brûlant¶ iets met gloeiende kleuren schilderen • donner à qc. de chaudes couleursII 〈 bijwoord〉1 [in hoge mate] tout à fait♦voorbeelden:1 het er gloeiend mee eens zijn • être tout à fait d'accord avec qc.gloeiend heet • brûlantgloeiend rood • d'un rouge ardenter gloeiend bij zijn • ne pas y couper (d'une punition, d'une amende) -
10 groentesoep
-
11 haaienvinnensoep
-
12 kippensoep
-
13 op
op1I 〈 bijwoord〉1 [omhoog] en haut♦voorbeelden:1 tegen iemand op kunnen • valoir qn.ik moet op • il faut que je me lèvede straat op en neer lopen • aller et venir dans la ruehet gaat met hem op en neer • il a des hauts et des baszit het er weer op? • alors, ça y est?II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [m.b.t. een toestand] fini♦voorbeelden:het geld is op • il n'y a plus d'argentdie jas is op • ce manteau est uséde soep op maken • finir le potage————————op2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] sur2 [m.b.t. een tijdstip; ook m.b.t. de wijze waarop] à3 [tegen] contre♦voorbeelden:op een eiland • dans une îlehij woont op een gracht • il habite sur un des canauxop de grond • par terreop zijn kamer • dans sa chambreop kantoor • au bureauop de motor • à, en motoop het platteland • à la campagneop school • à l'écoleop straat • dans la rueop de trap • dans l'escalierop de eerste verdieping • au premier (étage)op zee • en merde auto loopt 1 op 8 • la voiture fait du 12, 5 aux centéén op de duizend • un sur mille→ link=geluk gelukop elektriciteit lopen • marcher à l'électricitéop een maandag • un lundiop die manier • de cette façonop mijn wandeling • pendant ma promenadeop zijn Frans • à la françaisetot op • jusqu'à -
14 ossenstaartsoep
-
15 smaken
1 [smaak hebben] avoir le goût (de)2 [lekkere smaak hebben] être bon3 [indruk teweegbrengen] sentir (qc.)♦voorbeelden:1 hoe smaakt het? • c'est bon?hij liet zich het eten goed smaken • il mangea de bon appétitwat smaken die vruchten lekker! • ces fruits sont vraiment délicieux!melig smaken • avoir un goût farineuxnaar iets smaken • avoir le goût de qc.dat smaakt naar meer • ça a un goût de revenez-yhet begint haar weer te smaken • l'appétit lui revientdat zal smaken! • ça promet!de koffie scheen hem niet te smaken • le café ne semblait pas lui plaireII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het genoegen smaken om … • avoir le plaisir de …de vrijheid smaken • goûter la liberté -
16 soep voor eten
soep voor eten -
17 soep
♦voorbeelden:daar lust ik wel soep van! • je ne crache pas dessus!〈 spreekwoord〉 de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend • toutes les fois qu'il tonne le tonnerre ne tombe pasin de soep zitten • être dans le pétrinz'n auto in de soep rijden • bousiller sa voiturein de soep slaan • réduire en bouilliehet is niet veel soeps • ce ne vaut pas grand-chose -
18 soepballetje
-
19 tomatensoep
-
20 voor
voor1I 〈 het〉♦voorbeelden:II 〈de〉♦voorbeelden:————————voor2〈 bijwoord〉1 [aan de voorzijde] devant2 [m.b.t. een volgorde] avant3 [m.b.t. een gezindheid] pour4 [meer dan] de plus♦voorbeelden:de auto staat voor • 〈 geparkeerd〉 l'auto se trouve devant la porte; 〈 is voorgereden〉 la voiture est avancéehij is voor in de dertig • il a dépassé de peu la trentaine2 het is meneer voor en meneer na • c'est monsieur par-ci, monsieur par-làsoep voor eten • manger le potage en entréezijn boot was voor • son bateau avait de l'avancezij zijn ons voor geweest • ils nous ont devancésargumenten voor en tegen • arguments pour et contre————————voor3〈 voorzetsel〉1 [algemeen] pour2 [niet achter; in tegenwoordigheid van] devant3 [vroeger dan; ook m.b.t. een volg-, rangorde] avant♦voorbeelden:voor zijn moeite • pour sa peinehij is voor een paar dagen naar zijn ouders • il est parti pour quelques jours chez ses parentsvoor september is het veel te koud • il fait beaucoup trop froid pour un mois de septembredat is goed voor de koorts • c'est bon contre la fièvreik ben voor X • je suis pour Xik zal voor mijn zoon betalen • je vais payer pour mon filsiemand voor zijn gedrag prijzen • féliciter qn. pour sa conduitevoor de minister stemmen • voter en faveur du ministrevoor een wet stemmen • voter une loihet brood voor zijn gezin verdienen • gagner le pain de sa familledat is net iets voor hem • 〈 passend voor hem〉 c'est tout à fait ce qu'il lui faut; 〈 typisch voor hem〉 c'est bien luidat is niets voor mij • cela ne m'intéresse pasik zeg u eens en voor altijd • je vous le dis une fois pour touteswaar doet hij het voor? • qu'est-ce que ça lui apporte?wat is dat voor een ding? • qu'est-ce que c'est que ce truc-là?voor een vergadering spreken • s'adresser à une assembléevoor zeven uur • avant sept heureskapitein komt voor majoor • capitaine vient avant commandanttien voor zeven • sept heures moins dixik voor mij • quant à moi————————voor4〈 voegwoord〉♦voorbeelden:voor hij het wist was hij al weer buiten • avant même d'avoir réalisé ce qui s'était passé, il se retrouva dehorsvertel het voor hij het van iemand anders hoort • dis-le avant qu'il (ne) l'apprenne de qn. d'autrevoor ik vertrok, heb ik alles opgeruimd • j'ai tout rangé avant de partir
См. также в других словарях:
potage — [ pɔtaʒ ] n. m. • XIIIe « légumes cuits au pot »; de pot 1 ♦ (XVIe) Bouillon dans lequel on a fait cuire des aliments solides, le plus souvent coupés menu ou passés. ⇒ soupe. Servir le potage dans une soupière, avec une louche. « son grand régal… … Encyclopédie Universelle
potage — Potage. s. m. Sorte de mets, sorte d aliment fait de boüillon & de trenches de pain trempées dedans. Potage à la viande. potage gras. posage de santé. potage aux herbes. potage aux choux. potage aux oignons. potage aux pois. potage à l eau.… … Dictionnaire de l'Académie française
potage — Potage, m. pen. Est eauë bouillie avec de la chair, herbes ou autres viandes dans un pot de cuisine, Iusculum, Il vient de Pot cuisinier, comme de Chair charnage, de laict laictage. Car c est abus de dire qu il vient a potum et agere, quia… … Thresor de la langue françoyse
Potage — (from Old French pottage ; potted dish ) is a category of thick soups, stews, or porridges, in some of which meat and vegetables are boiled together with water until they form into a thick mush. Potage has its origins in the medieval cuisine of… … Wikipedia
Potage — Pot age (?; 48), n. See {Pottage}. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Potage [1] — Potage (fr., spr. Potahsch), 1) Suppe; 2) eine Zukostspeise von Reis od. Gräupchen, mit Kohlrabi Blumenkohl, Mandeln, Morgeln, kleinen Klößchen, Krebsschwänzen etc … Pierer's Universal-Lexikon
Potage [2] — Potage. Jean, s. u. Hanswurst … Pierer's Universal-Lexikon
Potage — (franz., spr. āsch ), Suppe; in Deutschland ein gemischtes Gemüse aus Blumenkohl, Kohlrabi und grünen Erbsen mit gefüllten Krebsnasen, das in der Regel mit gekochtem Huhn gegessen wird (Huhn mit P.). – Jean P., der Spaßmacher auf der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
potage — /po taʒ/ s.m., fr. [der. di pot pentola , propr. tutto ciò che è contenuto nella pentola , poi minestra ], in ital. invar. (gastron.) [brodo denso a base di verdure passate] ▶◀ passato di verdura. ‖ minestrone. ⇑ minestra, zuppa … Enciclopedia Italiana
potage — /fr. pɔˈtaʒ/ [vc. fr., da pot «vaso, pentola», propriamente «ciò che si mette in pentola»] s. m. inv. passato di verdura, passata … Sinonimi e Contrari. Terza edizione
potage — [pō̂ tȧzh′] n. [Fr] soup … English World dictionary