-
1 politierechter
♦voorbeelden: -
2 politierechter
♦voorbeelden: -
3 politierechter
-
4 politierechter
n. magistrate, justice of peace -
5 politierechter
mjuge m d'un tribunal de police -
6 voor de politierechter verschijnen
voor de politierechter verschijnenDeens-Russisch woordenboek > voor de politierechter verschijnen
-
7 voor de politierechter verschijnen
voor de politierechter verschijnenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor de politierechter verschijnen
-
8 chief magistrate
politierechter -
9 Justice of the Peace
kantonrechter, lekenrechter, politierechterkantonrechter, politierechter; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 vrederechter -
10 magistracy
n. magistratuur; ambt van politierechter[ mædzjistrəsie] -
11 magistrate
n. magistraat; politierechter[ mædzjistreet, -strət] -
12 полицейский судья
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > полицейский судья
-
13 justice
n. rechtvaardigheid; eerlijkheid; wet; rechtszaak; rechter[ dzjustis]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; vaak Justice〉1 rechter♦voorbeelden:2 gerecht ⇒ rechtspleging, justitie♦voorbeelden:1 do justice (to) • recht doen/laten wedervarendo justice to oneself, do oneself justice • zich (weer) waarmaken, aan de verwachtingen voldoento do him justice • ere wie ere toekomtthey did justice to the meal • ze deden de maaltijd eer aanin justice to • om billijk te zijn tegenoverbring someone to justice • iemand voor het gerecht brengen -
14 police court
-
15 stipendiary
adj. bezoldigd--------n. (bezoldigd) ambtenaar; (bezoldigd) politierechter[ stajpendiərie] 〈meervoud: stipendiaries〉 -
16 j.p.
openbare ambtenaar die beperkte wettelijke autoriteit heeft, kantonrechter, lekenrechter, politierechter; vrederechterj.p. (justice of the peace) -
17 полицейский судья
-
18 Friedensrichter
-
19 Schnellgericht
-
20 Schnellrichter
- 1
- 2