-
21 losbarsten
1 [plotseling te voorschijn komen] se déclencher2 [m.b.t. emoties] éclater3 [losgaan] craquer♦voorbeelden:een hevig geweervuur barstte los • un feu nourri se déclenchahij kon zich niet langer bedwingen en barstte los • il n'arrivait plus à se dominer et il éclata -
22 omdraaien
1 tourner♦voorbeelden:1 iemands arm omdraaien • tordre le bras à qn.de man draaide de hoek om • l'homme a tourné le coineen plaat omdraaien • retourner un disquede sleutel tweemaal omdraaien • fermer à double tourde volgorde omdraaien • inverser l'ordrede windwijzer is omgedraaid • la girouette a tournéde zaak omdraaien • dénaturer les faitszich omdraaien • se retournerik draaide me naar haar om • je me tournai vers ellebij het zien van de drukte zijn we omgedraaid • en voyant la cohue nous avons fait demi-tour→ link=blad blad -
23 onvoorzien
♦voorbeelden: -
24 oud
1 [m.b.t. de leeftijd van personen] âgé de2 [van personen en zaken] vieux/vieil/vieille3 [m.b.t. de klassieke Oudheid] classique♦voorbeelden:hoe oud ben jij? • quel âge as-tu?plotseling ouder worden • prendre un coup de vieuxouder worden • vieillireven oud zijn als … • être du même âge que …oud genoeg zijn om … • être en âge de …de ouden van dagen • les personnes âgéeszij is 2 jaar ouder dan ik • elle a 2 ans de plus que moivele honderden jaren oud • plusieurs fois centenaireeen al wat oudere man • un homme d'un certain âgeoude rommel • du bric-à-braceen oude uitdrukking • une expression désuètehij wordt oud • il se fait vieuxte oud zijn om • avoir passé l'âge devroeg oud • vieux avant l'âgePlinius de oudere • Pline l'ancien〈 spreekwoord〉 hoe ouder hoe gekker • plus vieux, plus sot〈 zelfstandig〉 oud en nieuw vieren • fêter la Saint-Sylvestre; 〈 met feestmaal en geschenken〉 réveillonneroude vrienden en kennissen • de vieux amis et (de vieilles) connaissanceszij is nog niet helemaal de oude • elle est encore convalescentealles blijft bij het oude • il n'y a rien de changéalles bij het oude laten • ne rien changer→ link=jong jong² -
25 overslaan
2 [plotseling overgaan in een andere toestand] passer3 [m.b.t. de stem] se casser♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [overladen] transborder♦voorbeelden:geen dag sloeg hij over om mij te bellen • il ne se passait pas un (seul) jour sans qu'il me téléphoneje hebt een woord overgeslagen • tu as sauté un mothij werd overgeslagen bij het voorstellen • il fut oublié dans les présentations -
26 plompverloren
plompverloren, plompweg -
27 plots
plots, plotseling1 soudain -
28 rechtsomkeert maken
rechtsomkeert maken -
29 rechtsomkeert
♦voorbeelden: -
30 rijzen
1 [zich oprichten] se dresser3 [omhooggaan; opwaarts hellen] monter4 [gisten] lever5 [zich voordoen] surgir♦voorbeelden:in aanzien rijzen • croître en considérationde vraag rijst, of … • la question qui se présente est (celle) de savoir si … -
31 schieten
1 [een schot lossen] tirer2 [sport en spel] faire du tir3 [uitbotten] pousser5 [+ laten][niet langer tegenhouden] lâcher6 [plotseling vallen] tomber♦voorbeelden:dat geweer schiet ver • ce fusil a une longue portéeop een schijf schieten • tirer sur une cibleop iemand schieten • tirer sur qn.een humeur om op te schieten hebben • être d'une humeur de chienhet schieten met kanonnen • le tir au canonoveral schiet het onkruid uit de grond • les mauvaises herbes poussent partoutdoor de voorruit schieten • être projeté à travers le pare-brisede pijn schiet door zijn been • des élancements lui traversent la jambein zijn kleren schieten • enfiler ses vêtementshij schoot op mij af • il fonça sur moide teugels laten schieten • lâcher les rênes〈 figuurlijk〉 iets laten schieten • abandonner qc.¶ er schiet mij iets te binnen • 〈 herinneren〉 qc. me revient; 〈 idee〉 une idée me traverse l'espritzijn naam wil me niet te binnen schieten • son nom ne me revient pasII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een projectiel werpen; door treffen bemachtigen] tirer2 [treffen] toucher♦voorbeelden:ik zou hem wel kunnen schieten • je le tueraisiemand overhoop schieten • abattre qn.2 iemand in de arm schieten • toucher qn. au bras→ link=oog oogeen huis plat schieten • raser une maisondat heb je goed geschoten • c'est bien vu♦voorbeelden:de bal over het doel schieten • shooter au-dessus du but -
32 smeren
-
33 spelbreker
spelbreker, spelbreekster♦voorbeelden: -
34 subiet
♦voorbeelden:3 waarom loopt hij zo subiet weg? • pourquoi se sauve-t-il si subitement? -
35 uitbreken
1 [ontsnappen] s'évader2 [plotseling zich vertonen] apparaître3 [in alle hevigheid beginnen] éclater♦voorbeelden:uitbreken uit de gevangenis • s'évader de prisonde oorlog brak uit • la guerre éclataII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door breken wegnemen] enlever♦voorbeelden:stenen uitbreken • arracher des pierres d'un mur -
36 vallen
1 [algemeen] tomber2 [los neerhangen] (re)tomber3 [zich aangetrokken voelen tot] avoir un faible pour♦voorbeelden:bommen laten vallen • lâcher des bombeseen gat in zijn knie vallen • s'ouvrir le genou en tombanter valt sneeuw • il neigehet toneelstuk is gevallen • la pièce de théâtre a fait un fourde vesting is gevallen • la forteresse est tombéehij laat alles vallen • tout lui glisse des mainshet anker laten vallen • jeter l'ancrezich laten vallen • se laisser tomberzijn beste vriend laten vallen • lâcher son meilleur amihij viel languit op de grond • il s'étala de tout son longop, over een woord vallen • tiquer sur un motde verantwoordelijkheid valt op … • la responsabilité incombe à …haar aandacht viel plotseling op die man • son attention fut soudain attirée par cet hommeKerstmis valt op een woensdag • Noël tombe un mercrediover een steen vallen • trébucher sur une pierreuit de handen vallen • échapper des mainsvoor het vaderland vallen • mourir pour la patriehet vallen van de bladeren • la chute des feuillesbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuitin plooien vallen • retomber en plisniet op elkaar vallen • ne pas être fait l'un pour l'autreer vielen doden • il y eut des mortswat valt er te doen? • qu'est-ce qu'il y a à faire?een kandidaat laten vallen • faire échouer un candidatiets laten vallen van de prijs • rabattre un peu du prixhij liet de aanklacht vallen • il a retiré sa plainteer viel niet aan te tornen • il n'y eut rien à fairedat valt goed • cela tombe bienin een bepaalde categorie vallen • tomber dans une certaine catégorievallen onder • être du ressort deal naar het valt • suivant le cas -
37 verstommen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Theo Jörgensmann — Theodor Franz Jörgensmann (* 29. September 1948 in Bottrop) ist ein deutscher Klarinettist, Jazz Musiker, Komponist und ein Protagonist des Modern Creative Stils. Theo Jörgensmann gehört zur zweiten Generation der europäischen Free Jazz Musiker.… … Deutsch Wikipedia
Bobsam Elejiko — Bobsam Elejiko, né le 18 août 1981 à Lagos et mort le 13 novembre 2011 à Merksem[1], est un footballeur nigérian. Biographie Cette section est vide, insuffisamment détaillée ou incomplète. Votre aide est la bienvenue ! … Wikipédia en Français
Coen van Vrijberghe de Coningh — in 1978 Born Coenraad Lodewijk Dirk van Vrijberghe de Coningh November 12, 1950(1950 11 12) Amste … Wikipedia
Bobsam Elejiko — Bob Elejiko Spielerinformationen Voller Name Bobsam Elejiko Geburtstag 18. August 1981 Geburtsort Abuja, Nigeria Sterbedatum 13. November … Deutsch Wikipedia
Kevin Strootman — (* 13. Februar 1990 in Ridderkerk) ist ein niederländischer Fußballspieler, der in der Saison 2011 beim Ehrendivisionär PSV aus Eindhoven unter Vertrag steht. Inhaltsverzeichnis 1 Karriere 1.1 Nationalmannschaft … Deutsch Wikipedia
Виринга, Йохан — Йохан Виринга Общая информация … Википедия