-
1 plooisel
сущ.общ. гофрировка, оборки, складки -
2 plooisel
n. gathers, ruche -
3 gathering
n. bijeenkomst, vergadering; verzameling; plooisel, inneming[ gæðring]2 verzameling ⇒ op(een)stapeling, op(een)hoping3 plooisel ⇒ inneming, frons -
4 гофрировка
ngener. plooisel -
5 оборки
ngener. plooisel -
6 складки
ngener. plooisel -
7 gather
n. bijeenkomst; vouw (in kleding)--------v. verzamelen; verzamelen; binnenhalen; krijgen; samentrekken; opmaken; oogstengather1[ gæðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gather23 toenemen ⇒ (aan)groeien, stijgen5 plooien, rimpelen♦voorbeelden:gather round someone/something • zich rond iemand/iets scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 verzamelen ⇒ samenbrengen, bijeenroepen; op(een)hopen, op(een)stapelen; vergaren, inzamelen; plukken, oogsten; oprapen4 opmaken ⇒ afleiden, concluderen5 opsommen♦voorbeelden:gather wood • hout sprokkelengather in • binnenhalen, oogsten; opstrijkengather together • verzamelen, bijeenroepengather up • oprapen, bij elkaar nemen, optrekken 〈 benen〉; opsteken 〈 haar〉; verzamelen 〈 gedachten〉gather oneself up/together • zich oprichten/vermannengather oneself for something • zich voor iets gereed maken4 he's gone to work, I gather • hij is naar z'n werk, begrijp ikgather from • afleiden/opmaken uitI gather that • ik krijg de indruk dat -
8 le plissé
le plisséhet plooisel, plissé -
9 plissé
plissé [pliesee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 geplooid ⇒ geplisseerd, gerimpeld♦voorbeelden:le plissé • het plooisel, plissé -
10 гофрировка
ngener. plooisel -
11 оборки
ngener. plooisel -
12 складки
ngener. plooisel
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский