Перевод: с французского на нидерландский

с нидерландского на французский

С нидерландского на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

plooien

Толкование Перевод

1 plisser

plisser [pliesee]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 plooien ⇒ vouwen, kreukels hebben

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 plooien ⇒ vouwen, kreukelen

♦voorbeelden:

1 plisser le front • het voorhoofd fronsen

plisser les yeux • de ogen dichtknijpen

III se plisser 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich plooien ⇒ rimpelen

1. v
1) plooien

2) kreukelen
2. se plisser
v

1) zich plooien, rimpelen

2) samentrekken [mond]

Dictionnaire français-néerlandais > plisser
2 froncer

froncer [frõsee]

〈 werkwoord〉

1 fronsen ⇒ rimpelen

2 〈 stof〉 plooien

♦voorbeelden:

1 froncer le nez • zijn neus optrekken

2 froncer une jupe • plooien maken in een rok

v

1) rimpelen

2) plooien

Dictionnaire français-néerlandais > froncer
3 draper

draper [draapee]

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 verwerken tot laken

2 overtrekken (met laken) ⇒ bedekken (met rouwfloers), omhullen

3 draperen ⇒ plooien

II se draper (dans) 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich hullen (in)

1. v
1) verwerken tot laken

2) overtrekken (met laken)

3) draperen, plooien
2. se draper (dans)
v

zich hullen (in)

Dictionnaire français-néerlandais > draper
4 déplisser

déplisser [deepliesee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 de plooien strijken uit

♦voorbeelden:

1    déplisser un papier • een verfrommeld stuk papier gladstrijken

II se déplisser 〈 wederkerend werkwoord〉

1 de plooien verliezen

♦voorbeelden:

1    son front se déplissa • de rimpels verdwenen van zijn voorhoofd

Dictionnaire français-néerlandais > déplisser
5 aplatir

aplatir [aaplaatier]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 plat maken ⇒ plat slaan, afplatten, pletten

♦voorbeelden:

1    aplatir ses cheveux • z'n haren gladstrijken

aplatir des plis au fer • plooien uitstrijken

aplatir sa voiture • z'n auto te pletter rijden

II s'aplatir 〈 wederkerend werkwoord〉

1 plat gaan liggen

2 zich vernederen

3 〈 informeel〉 languit neervallen

♦voorbeelden:

1    la moto s'aplatit contre un mur • de motor knalde tegen een muur

2    〈 pejoratief〉 s'aplatir devant qn. • voor iemand kruipen

1. v
plat maken, plat slaan
2. s'aplatir
v

1) plat gaan liggen

2) zich vernederen

3) languit neervallen

Dictionnaire français-néerlandais > aplatir
6 ployer

ployer [plwaajee]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (zich) buigen (onder) ⇒ wijken

2 wijken ⇒ zwichten

♦voorbeelden:

1    faire ployer • aan 't wankelen brengen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉〈 formeel〉

1 plooien ⇒ doen (door)buigen

2 doen wijken ⇒ doen zwichten

  → dos, épaule

v

1) (doen) (door)buigen

2) (doen) wijken, zwichten

Dictionnaire français-néerlandais > ployer
7 aplatir des plis au fer

aplatir des plis au fer

plooien uitstrijken

Dictionnaire français-néerlandais > aplatir des plis au fer
8 froncer une jupe

froncer une jupe

plooien maken in een rok

Dictionnaire français-néerlandais > froncer une jupe
9 goder

goder [goddee]

〈 werkwoord〉

1 valse plooien maken ⇒ lubberen, flodderen

Dictionnaire français-néerlandais > goder
10 grimacer

grimacer [griemaasee]

〈 werkwoord〉

1 grimassen maken ⇒ gezichten trekken, bekkentrekken

2 in valse plooien vallen

♦voorbeelden:

1 grimacer de douleur • het gezicht van pijn vertrekken

Dictionnaire français-néerlandais > grimacer
11 ploiement

ploiement [plwaamã]

〈m.〉

1 (het) plooien ⇒ (het) buigen, (het) vouwen

Dictionnaire français-néerlandais > ploiement

См. также в других словарях:

plooien — ploy … Woordenlijst Sranan

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

plooien

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

plooien

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: