-
81 role
[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.)2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) -
82 rôle
[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.)2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) -
83 actor
-
84 role
kötelesség, teendő, szerep* * *[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.) szerep2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) szerep -
85 rôle
kötelesség, teendő, szerep* * *[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.) szerep2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) szerep -
86 actor
feminine also - actress; noun (a performer in a play.) actor* * *ac.tor['æktə] n 1 ator. 2 autor, agente principal (de um acontecimento). -
87 actor
n. aktör, oyuncu, erkek oyuncu, katılımcı* * *aktör* * *feminine also - actress; noun (a performer in a play.) aktör -
88 role
n. rol————————v. rol yapmak* * *rol* * *[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.) rol2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) rol -
89 rôle
n. rol————————v. rol yapmak* * *rol* * *[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.) rol2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) rol -
90 actor
feminine also - actress; noun (a performer in a play.) igralec* * *[aektə]nounarchaic storilectheatre igralec; juridically tožitelj; aktivni soudeleženec; American a bad actor — nezanesljiv človek -
91 role
[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.)2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) -
92 rôle
[rəul]1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.)2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) -
93 actor
• näytekappale• näyttelijä• esittäjä* * *feminine also - actress; noun (a performer in a play.) näyttelijä -
94 role
• osa• rooli• tehtävä* * *rəul1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.)2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) -
95 rôle
• osa• rooli• tehtävä* * *rəul1) (a part played by an actor or actress in a play etc: He is playing the rôle of King Lear.)2) (the actions or functions of a person in some activity: He played the rôle of peacemaker in the dispute.) -
96 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
97 vehicle
n. voertuig, apparaat[ vie:ikl]1 voertuig2 middel ⇒ voertuig, medium4 drager ⇒ overbrenger, vehikel♦voorbeelden:this play is a vehicle for this actress • dit toneelstuk is deze actrice op het lijf geschreventelevision is a powerful vehicle • televisie is een machtig medium -
98 ♦ line
♦ line /laɪn/n.1 linea; tratto, segno ( grafico); riga; fila; riga ( di parole); (mus.) rigo: (geom.) a straight line, una linea retta; a diagonal line, una linea diagonale; a horizontal line, una linea orizzontale; a vertical line, una linea verticale; a dotted line, una linea tratteggiata; a wavy line, una linea ondulata; sleek lines, linee pulite; to draw a line, tirare una riga; line of demarcation, linea di demarcazione; a line of trees [of cars], una fila d'alberi [di auto]; (geom.) convergent lines, rette convergenti; The soldiers stepped into line, i soldati si sono messi in riga; to stand in line, fare la fila; communication lines, linee di comunicazione; the first line on page 87, la prima riga a pagina 87; starting line, linea di partenza; to fall back into line, rimettersi in riga ( anche fig.); to fall out of line, rompere le righe; (mil.) to form a line, mettersi in riga2 (trasp.) linea: bus line, linea d'autobus; railway line, linea ferroviaria; DIALOGO → - On the Tube- You need to take a Circle line train, devi prendere un treno della Circle line; (naut.) shipping line, linea (o compagnia) di navigazione3 corda; fune; filo; (naut.) cima, gomena, sagola (= clothes-line); corda per stendere i panni: to hang the clothes on the line, stendere i panni (sulla corda); a plumb line, un filo a piombo5 linea di confine; confine: the lines of one's estate, i confini dei propri possedimenti; ( USA) State line, confine di (uno) Stato7 linea di condotta (o d'azione); metodo: hard (o tough) line, linea dura: to take a hard line, seguire la linea dura; non fare concessioni; He refuses to follow the party line, non vuole seguire la linea del suo partito8 linea ( di parentela); discendenza; stirpe; famiglia; ( per estens.) serie: to descend from a noble line, essere di famiglia nobile; the Stuart line, la stirpe degli Stuart; a line of Democratic presidents, una serie di presidenti democratici9 ( poesia) verso: We have fifty lines to learn by heart, abbiamo cinquanta versi da imparare a memoria12 (mil., = front line) prima linea; fronte: to be in the line, essere in prima linea; to go into the line, andare al fronte14 area di attività (o d'interesse); settore (o ramo) d'affari; occupazione: What is his line ( of business)?, qual è il suo genere d'affari?; His line is leather goods, il suo ramo d'affari sono gli articoli di cuoio; That's completely out of my line, non è per nulla il mio genere d'affari; (fig.) non è cosa di cui io mi interessi (o m'intenda)15 (market.) classe di merci; linea di prodotti; gamma; serie; articoli: a new line of accessories, una nuova gamma (o linea) d'accessori16 [u] (org. az.) linea gerarchica; line; rapporto di gerarchia operativa18 (fam.) informazioni; notizie: I couldn't get a line on him, non sono riuscito ad avere informazioni sul suo conto20 ( sport) linea: goal line, linea di porta; ( anche) linea di fondo; ( rugby) linea di meta; (= sideline, touchline) linea laterale: If the ball goes over the line, it's out of play, se il pallone supera la linea di fondo, è fuori gioco21 (= finishing line; nelle corse) traguardo; arrivo: He was the first to cross the line, tagliò il traguardo per primo; fu il primo all'arrivo; My horse was third over the line, il mio cavallo è arrivato terzo (al traguardo)22 (pl.) (equit.) briglie; redini24 ( slang) balla; storia, storiella; fandonia: I've heard that line before, questa storiella l'ho già sentita25 (pl.) (teatr.) battute, parte ( d'un attore): The young actress had forgotten her lines, la giovane attrice aveva dimenticato la parte; to fluff one's lines, sbagliare la battuta; impaperarsi● (comput.) line break, interruzione di riga □ line cliché, cliché al tratto □ line counter, contarighe ( di macchina da scrivere) □ ( grafica) line cut, incisione al tratto □ line dancing, line dance ( ballo in cui si salta e ci si urta a vicenda) □ line drawing, disegno al tratto; tratteggio □ (elettr.) line driver, driver di linea □ (org. az.) line employee, impiegato d'ordine □ ( arte) line engraving, incisione al tratto □ (org. az.) line extension, ampliamento della gamma dei propri prodotti □ (mil.) line firing, fuoco di fila □ line fishing, pesca con la lenza □ (comput.) line feed, avanzamento di riga; carattere di controllo per l'avanzamento di riga □ (stat.) line graph, grafico lineare □ (polit., fig.) line in the sand, linea di demarcazione: to draw a line in the sand, decidere le condizioni definitive e inappellabili ( di un accordo, ecc.) □ ( tennis) line judge, giudice di linea □ (org. az.) line management, ‘line management’ □ (org. az.) line manager, dirigente che si occupa del prodotto principale dell'azienda; ( anche) superiore diretto □ line of action, linea d'azione; (mecc.) linea dei contatti ( di un ingranaggio) □ (mil.) line of battle, linea (o ordine, schieramento) di battaglia □ (naut., mil.) line-of-battle ship, nave da battaglia (o di linea) □ line of business, genere d'affari, settore d'attività □ ( banca) line of credit, castelletto, plafond □ (mil.) line of defences, linea fortificata □ line of fire, (mil.) linea del fuoco; ( anche) linea di mira ( dal mirino al bersaglio): to be in sb. 's line of fire, essere nel mirino di q. (o sotto tiro) □ (aeron.) line of flight, linea di volo □ ( anche fig.) the line of least resistance, la linea di minor resistenza □ ( chiromanzia) the line of life [of fortune], la linea della vita [della fortuna] □ (mat.) line of symmetry, asse di simmetria □ (comput.) line printer, stampante di linea □ (mil.) line regiment, reggimento di linea □ (mecc.) line shafting, trasmissione ad alberi □ line space, interlinea ( di macchina da scrivere) □ line spacer, leva dell'interlinea □ line spacing, spaziatura tra le righe □ (comput.) line speed, velocità della linea ( connessione Internet, ecc.) □ (elettr.) line trap, filtro della rete □ (rag., fin.) above-the-line, corrente, ordinario: above-the-line expenditure, spese correnti □ to bring sb. into line, mettere in riga q. (fig.) □ to bring (st.) into line with, rendere conforme (o adeguare) ( la propria condotta, le azioni, ecc.) a ( una linea politica, gli accordi presi, ecc.) □ to come (o to fall) into line with sb. [st.], allinearsi sulle posizioni di q. [allinearsi su ( una posizione); prendere la stessa posizione su qc.] □ down the line, ( sport) lungolinea; (fig.) in linea gerarchica, giù giù; in futuro, in seguito; fino in fondo: He slipped a pass down the line to a teammate, ha effettuato un passaggio a un compagno lungo la linea laterale; I'll support him down the line, lo appoggerò fino in fondo □ (fig.) to draw the line, segnare (o porre) un limite □ to drop sb. a line, scrivere due righe a q. □ to go as straight as a line, andare in linea retta; andare sempre diritto □ ( di donna) to go on the line, mettersi a battere; mettersi a fare la vita □ to hold the line, (telef.) restare in linea; (mil.) tenere la posizione; (fig.) restare invariato □ (mecc.: di motore, ecc.) in line, in linea; in fila; allineato: (autom.) four cylinders in line, quattro cilindri in linea □ (fig.) to be in line for st., essere in predicato per qc.; essere sulla buona strada per ottenere qc. □ (fig.) to be in line with, essere in linea (o in armonia, d'accordo) con □ to keep in line, restare allineati; (fig.) restare in linea ( con una direttiva politica, ecc.) □ to keep sb. in line, tenere ( bambini, soldati, ecc.) allineati; (fig.) tenere a freno q. □ (fig.) to lay it on the line, dirlo chiaro e tondo □ (fig.) to lay (o to put) on the line, mettere a repentaglio, rischiare ( la carriera, ecc.) □ ( Internet) on line ► online □ (fig.) on the line, al limite; né di qua né di là □ on the right lines, sulla buona strada (fig.): You haven't guessed yet, but you're on the right lines, non hai indovinato, ma sei sulla buona strada □ (fig.) on the same line, seguendo la stessa linea di condotta; nello stesso modo □ out of line, (mecc., ecc.) fuori asse, disassato; ( di una cosa, una frase, ecc.) fuori luogo, inaccettabile; ( di una persona) che si comporta male, che non sa stare al suo posto (fig.) □ to pay st. on the line, pagare qc. sull'unghia □ (fig.) to read between the lines, leggere fra le righe □ ( slang) to shoot a line, raccontare una balla (o una frottola) □ (fig.) to take up a line of one's own, seguire una linea di condotta personale; fare a modo proprio □ (polit.) to take a tough (o a strong) line with sb., seguire una linea dura con q. □ (mil.) to wheel into line, mettersi in riga □ (telef.) Line engaged ( USA Line busy), la linea è occupata! □ Debating was right in his line, i dibattiti erano proprio il suo cavallo di battaglia □ Rugby is not my line, il rugby non fa per me.(to) line (1) /laɪn/v. t.2 segnare, solcare ( di rughe): His face was lined with pain, il suo viso era segnato (o solcato) dal dolore4 disporsi (in fila) lungo (qc.); fare ala a: The crowds lined the streets of the town, la folla era disposta lungo le strade della città5 (spec. al passivo) solcare di rughe; rendere rugoso.(to) line (2) /laɪn/v. t.● (fig.) to line one's belly, riempirsi la pancia □ (fig.) to line one's pocket (o purse), riempirsi le tasche; arricchirsi (spec. in modo disonesto).(to) line (3) /laɪn/v. t.coprire, montare ( una cagna). -
99 ♦ mean
♦ mean (1) /mi:n/a.1 meschino; gretto; piccino; dappoco; basso; umile; mediocre; insignificante; misero; povero; avaro; spilorcio; taccagno; ignobile; squallido; vile: a mean part of town, un quartiere squallido; a man of mean birth, un uomo di bassi natali (o d'umili origini); a mean present, un dono meschino; mean hospitality, ospitalità gretta; a mean proposal, una proposta ignobile; Though he is made of money, he's very mean, anche se è ricco sfondato, è avarissimo2 cattivo; maligno; scortese; sgarbato; fatto con cattiveria: a mean remark, un'osservazione maligna (o scortese); Don't be so mean to your sister, non essere così cattivo con tua sorella!3 (fam.) umiliato; pieno di vergogna5 ( slang) bravissimo; eccellente; buono; fantastico; splendido; formidabile; favoloso: He's a mean marksman, è un tiratore bravissimo; to play a mean piano, suonare il pianoforte in modo splendido● mean streets, strade malfamate ( di una città) □ (stor. USA) mean white, nullatenente di razza bianca ( negli Stati del Sud) □ to feel mean, sentirsi meschino; essere umiliato; vergognarsi; (fam. USA) essere indisposto, star poco bene □ to get mean, incattivirsi; arrabbiarsi □ She's no mean actress, come attrice se la cava bene □ No mean feat!, impresa non da poco!; e dici poco! (iron.) □ What a mean thing to do (o to say), che sgarbo!; che villania!mean (2) /mi:n/a.(spec. mat.) medio; intermedio: a mean quantity, una quantità media; (astron.) mean distance, distanza media; mean annual temperature, temperatura media annuale; mean sea level, livello medio del mare● (demogr.) mean age, età media □ (stat.) mean density, densità media □ (stat.) mean deviation, scarto (o scostamento) semplice medio □ (ass., stat.) mean life, vita media □ (mat.) mean line, bisettrice □ (demogr.) mean population, popolazione media □ mean price, (market.) prezzo medio; ( Borsa) prezzo (o corso) medio □ (fin.) mean return, rendimento medio atteso □ (stat.) mean square deviation, scarto quadratico medio.mean (3) /mi:n/n.2 (mat., stat.) media: arithmetic mean, media aritmetica; geometric mean, media geometrica; proportional mean, media proporzionale.♦ (to) mean /mi:n/(pass. e p. p. meant), v. t. e i.1 significare; voler dire: What does this word mean?, che cosa significa questa parola?; What do you mean by that?, che vuoi dire con ciò?; You mean a lot to me, sei molto importante per me; Being a fireman means having to work in dangerous conditions, fare il pompiere vuol dire dover lavorare in condizioni pericolose; to mean nothing, non significare nulla NOTA D'USO: - to intend o to mean?-2 intendere; avere intenzione (di); avere in animo (di): He means to go, intende andarsene; I don't mean you to go there, non intendo che tu ci vada; Do you mean me or my sister?, intendi (parlare di) me o mia sorella?; I'm sorry if I hurt you; I didn't mean to, mi dispiace se t'ho offeso; non ne avevo l'intenzione; DIALOGO → - Organizing a meeting- I've been meaning to speak to you, è da tempo che volevo parlarti3 designare; destinare; fare: He wasn't meant for a political career, non era destinato a una carriera politica; You are meant for each other, siete fatti l'uno per l'altra● to mean business, fare sul serio; non scherzare □ to mean what one says, dire (o fare) sul serio □ to mean well, avere buone intenzioni; essere bene intenzionato □ to mean well by sb., avere intenzioni amichevoli (o essere ben intenzionato) verso q. □ He means mischief, sta tramando qualcosa di brutto; è male intenzionato □ Do you mean this painting for me?, è per me questo quadro? □ Money means little to me, il denaro conta poco per me. -
100 actor
См. также в других словарях:
play-actress — playˈ actor or playˈ actress noun (usu derogatory) Professional actor or actress • • • Main Entry: ↑play … Useful english dictionary
play-actor — noun an actor who travels around the country presenting plays • Syn: ↑barnstormer, ↑playactor, ↑trouper • Derivationally related forms: ↑playact (for: ↑playactor) • … Useful english dictionary
Play School (Australian TV series) — Play School Genre Children s television Written by Henrietta Clark Presented by see Presenters Theme music composer Richard Connolly (lyrics by Rosemary Milne) … Wikipedia
Play It as It Lays — Infobox Book name = Play It as It Lays title orig = translator = image caption = author = Joan Didion cover artist = country = United States language = English series = genre = publisher = release date = 1970 media type = pages = isbn = ISBN 0… … Wikipedia
play — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun 1 activity done for fun ADJECTIVE ▪ outdoor ▪ creative, imaginative, pretend PLAY + NOUN ▪ area ▪ … Collocations dictionary
actress — ac|tress [ˈæktrıs] n a woman who performs in a play or film … Dictionary of contemporary English
play cat and mouse — to try to defeat someone by tricking them into making a mistake so that you have an advantage over them. The 32 year old actress spent a large proportion of the week playing cat and mouse with the press. (often + with) … New idioms dictionary
actress — noun (C) a woman who performs in a play, film, or television programme … Longman dictionary of contemporary English
Drama Desk Award for Outstanding Actress in a Play — The Drama Desk Award for Outstanding Actress in a Play was first awarded at the 1974–1975 Drama Desk Awards and has been awarded every year since. Before the 21st Drama Desk Awards, acting awards were given without making distinctions between… … Wikipedia
Drama Desk Award for Outstanding Featured Actress in a Play — The Drama Desk Award for Outstanding Featured Actress in a Play was first awarded at the 1974 1975 Drama Desk Awards and has been awarded every year since. Before the 21st Drama Desk Awards, acting awards were given without making distinctions… … Wikipedia
Drama Desk Award for Outstanding Featured Actress in a Musical — The Drama Desk Award for Outstanding Featured Actress in a Musical was first awarded in the 1974 1975 Drama Desk Awards and has subsequently been awarded every year. In the 1993 1994 Drama Desk Awards the award was given under the name of… … Wikipedia