-
1 slot
n. groef, geul, gleuf; plaatsje, ruimte, zendtijd (comp.) gleuf voor programmeerkaartverbinding; gunstige schietpositie--------v. een gleuf of sponning maken in-slot1[ slot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 groef ⇒ geul, gleuf♦voorbeelden:————————slot2〈werkwoord; slotted〉1 een gleuf/gleuven maken in -
2 дворик
binnenplaatsje, plaatsje -
3 дворик
ngener. plaatsje -
4 местечко
ngener. baantje, plaatsje, plek, plekje, (населённое) vlek, zitje -
5 a place in the sun
-
6 backyard
n. achtererfbackyard♦voorbeelden: -
7 settlement
n. in bezitname (van grond); vestiging; woonplaats; regeling; aflossing (van schuld)[ setlmənt]1 nederzetting ⇒ kolonie; groepje kolonisten; plaatsje♦voorbeelden: -
8 sun
n. zon--------v. zich koesteren in de zonsun1[ sun] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:touch of the sun • (lichte) zonnesteekrise/be up with the sun • bij het krieken van de dag opstaanagainst the sun • tegen de wijzers van de klok in, tegen de zon inbeneath/under the sun • onder de zon, op aardewith the sun • met de klok mee, met de zon mee————————sun2〈 werkwoord〉1 (zich) zonnen ⇒ in de zon leggen/gaan liggen -
9 whistlestop
whistlestop -
10 yard
n. binnenplaats, stuk land; yard, el (lengte maat); omheining; dwarsbalk (op een schip)[ ja:d]2 〈 scheepvaart〉ra♦voorbeelden: -
11 room at the top
hoge functie (plaatsje bij de elite bereiken) -
12 small town
klein stadje,klein plaatsje -
13 cran
-
14 extérieur
extérieur1 [eksteerjur]〈m.〉♦voorbeelden:de l'extérieur • van buitenafjuger de l'extérieur • als buitenstaander oordelen————————extérieur2 [eksteerjur]1 buiten-2 uitwendig ⇒ buiten, buitenst, uiterlijk, zichtbaar♦voorbeelden:point extérieur à un cercle • punt dat buiten een cirkel ligtconsidérations extérieures au sujet • overwegingen die niets met het onderwerp te maken hebben2 boulevard extérieur • ringweg, ceintuurbaanle monde extérieur • de buitenwereldsurface extérieure • buitenkant1. m1) buitenkant2) uiterlijk3) buitenland4) buitenwereld5) buitenopname [film]2. adj1) buiten-2) uiterlijk, buitenste3) buitenlands -
15 réserver
réserver [reezervee]1 bewaren ⇒ opzij leggen, reserveren3 bestemmen ⇒ in petto houden, bereiden♦voorbeelden:réserver son point de vue • zijn mening voor zich houdenréserver une réunion pour • apart een vergadering wijden aan♦voorbeelden:je me réserve pour le dessert • ik houd een plaatsje over voor het dessertv1) reserveren2) bespreken3) bestemmen -
16 cour extérieure
cour extérieureplaatsje, erf 〈 buiten het huis〉 -
17 je me réserve pour le dessert
je me réserve pour le dessertDictionnaire français-néerlandais > je me réserve pour le dessert
-
18 patio
-
19 Plätzchen
-
20 Sonne
Sonne〈v.; Sonne, Sonnen〉♦voorbeelden:in der prallen Sonne • in de volle, felle zones gibt nichts Neues unter der Sonne! • (er is) niks nieuws onder de zon!
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Sitzen — 1. Besser sitzen bei einem der leugt, als bei einem der schweigt. – Petri, II, 39. 2. Besser sitzen bleiben, als sich einem Eheteufel verschreiben. In Welschtirol: L ie mien restá, che stlett ciapà. (Hörmann, 24.) 3. Bettelmännisch g sesse ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon