-
1 piston
-
2 donner un coup de piston à qn.
donner un coup de piston à qn.Dictionnaire français-néerlandais > donner un coup de piston à qn.
-
3 segment de piston
segment de piston -
4 tige de piston
tige de piston -
5 cornet
-
6 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
7 segment
-
8 tige
См. также в других словарях:
piston — [ pistɔ̃ ] n. m. • 1648; « pilon » 1534; it. pistone, de pestare → piste 1 ♦ Pièce cylindrique qui se meut dans un tube (corps de pompe, cylindre de machine, de moteur), où elle reçoit et transmet une pression exercée par un fluide. Course,… … Encyclopédie Universelle
Piston — Pis ton, n. [F. piston; cf. It. pistone piston, also pestone a large pestle; all fr. L. pinsere, pistum, to pound, to stamp. See {Pestle}, {Pistil}.] (Mach.) A sliding piece which either is moved by, or moves against, fluid pressure. It usually… … The Collaborative International Dictionary of English
piston — PISTÓN, pistoane, s.n. 1. Organ de maşină care efectuează o mişcare alternativă de translaţie într un cilindru în care se găseşte un fluid sub presiune. 2. Instrument muzical de suflat din alamă, asemănător cu trompeta. ♦ Clapă mobilă care… … Dicționar Român
pistón — (Del fr. piston). 1. m. émbolo. 2. Parte o pieza central de la cápsula, donde está colocado el fulminante. 3. Llave en forma de émbolo que tienen diversos instrumentos musicales de viento. ☛ V. escopeta de pistón, fusil de pistón, llave de pistón … Diccionario de la lengua española
Piston — kann Folgendes bedeuten: eine umgangssprachliche Bezeichnung für die französische Ingenieursschule École Centrale Paris ein Blechblasinstrument, siehe Kornett (Instrument) die Befestigungsvorrichtung für Zündhütchen bei Perkussionswaffen, siehe… … Deutsch Wikipedia
piston — PISTON. s. m. Cylindre de bois, de fer, ou de cuivre, qui est garni de cuir ou de feutre par le bout, & qui entre dans le corps d une pompe; & sert à eslever l eau. Piston usé. la pompe ne va pas, le piston est rompu. raccommoder un piston … Dictionnaire de l'Académie française
piston — 1704, from Fr. piston, from M.Fr. piston large pestle, from O.It. pistone, variant of pestone a pestle, from pestare to pound, from L.L. pistare, frequentative of L. pinsere (pp. pistus) to pound (see PESTLE (Cf. pestle)) … Etymology dictionary
Piston [1] — Piston (fr., spr. Pistong), 1) Pumpenstock, Kunststange; 2) bei Percussionsgewehren der mit einem Zündloche versehene Stahlcylinder, auf welchen das Zündhütchen aufgesetzt wird … Pierer's Universal-Lexikon
Piston [2] — Piston, griechischer Bildhauer aus Kalauria, Schüler Amphions … Pierer's Universal-Lexikon
Piston — (franz., spr. óng), 1) Pumpenstock, Ziehstange; bei Perkussionswaffen der das Zündloch enthaltende Zündstift, auf den das Zündhütchen aufgesetzt wird. S. auch Pistons. – 2) Blasinstrument, soviel wie Cornet à pistons (s. Kornett 3) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Piston — (frz., spr. óng), Kolben, Pumpenstock; Zündkegel, zum Aufsetzen des Zündhütchens an Perkussionsgewehren; mechan. Vorrichtung an Blechblasinstrumenten, die deren Schallröhre verlängert; fälschlich auch für Cornet à pistons (s. Kornett) gebraucht … Kleines Konversations-Lexikon