-
1 pikieren
-
2 говорить колкости
vgener. pikerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > говорить колкости
-
3 задевать
v1) gener. schampen, treffen, aantasten, krenken (кого-л.), pikeren, raken2) liter. (iem.) op de tenen treden (кого-л.) -
4 пикировать
vagric. pikeren -
5 подчёркивать
1. adj1) gener. het accent leggen op (iets)2) liter. nadruk leggen op (что-л.)2. v1) gener. onderlijnen, pikeren (в книге), pointeren, aanschrappen, aanstrepen, accentueren, beklemtonen, benadrukken, onderstrepen2) liter. betonen -
6 раздражать
vgener. ontstemmen, stoten, (iem.) het hoofd warm maken (кого-л.), aanstoot geven, ergeren, irriteren, koeioneren, mishagen, opwinden, pikeren, prikkelen, tergen, verbitteren, verstoren, vertoornen -
7 язвить
vgener. pikeren, honen -
8 pique
n. gepikeerdheid; wrevel; kwetsen; irriteren--------n. pik; wrok--------v. krenken; prikkelen; gaande maken (nieuwsgierigheid aanwakkeren)pique1[ pie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pique2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский