-
21 anderman
♦voorbeelden: -
22 bereik
2 [meet-/frequentiegebied] range♦voorbeelden:binnen het bereik komen van • come within reach ofhet mes lag binnen zijn bereik • the knife lay within his reachbuiten het bereik van de strafwet • beyond the reach of the law〈 figuurlijk〉 dit blijft buiten het bereik van de meeste mensen • 〈 te duur〉 that's beyond the pocket of most people; 〈 te moeilijk〉 that is beyond most peoplehij was vlug buiten bereik • he was quickly out of rangebuiten (het) bereik van kinderen houden/bewaren • keep away from children -
23 de macht ligt bij het volk
de macht ligt bij het volk————————de macht ligt bij het volkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de macht ligt bij het volk
-
24 die
1 [om iemand/iets aan te wijzen] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)2 [als terugwijzing] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)♦voorbeelden:1 heb je die nieuwe film van Godard al gezien? • have you seen this new film by Godard?die grote of die kleine? • the big one or the small one?die stem van hem • that voice of hisniet deze maar die (daar) • not this one, that onedat meisje met die groene jurk • that girl in the green dressdie en die • so and so, such and suchop die en die dag • on such and such a daydie griet is gek • she's a nutcasedie tijd is voorbij • those times are overken je die? • do you know him/her?wie? die met die lange haren • who? the one with the long hairdie van mij/jou/hem/haar/ons/jullie/hen • mine/yours/his/hers/ours/yours/theirsze draagt altijd van die korte rokjes • she always wears (those) short skirtsken je die van die Belg die … • do you know the one about the Belgian who …?dat zijn van die rare mensen • they're such odd peoplemet alle gevolgen van dien • with all that that entailsdie is goed • that's a good onehet is een rare vent, die Jan • he's a strange guy, Jan iso, die! • oh, him/her!waar is je auto? die staat in de garage • where's your car? it's in the garagewas Jan er ook? nee, die moest werken • was Jan there? no, he had to workdie zit! • bullseye!, touché!〈 informeel〉 die Jan toch • that Jan!1 the♦voorbeelden:hij heeft zijn werk gedaan met die nauwkeurigheid die je van hem mag verwachten • he has worked with the accuracy one has come to expect from him1 [antecedent nog niet geheel bekend] that ⇒ 〈 persoon ook〉 who, 〈 als voorwerp ook〉 whom, 〈 zaak ook〉 which, 〈 zonder onderwerp vaak ook onvertaald〉♦voorbeelden:de kleren die u besteld heeft • the clothes (that/which) you orderedde man die daar loopt, is mijn vader • the man (that's/who's) walking over there is my fatherde mensen die ik spreek, zijn heel vriendelijk • the people (who/that) I talk to are very nicedezelfde die ik heb • the same one (as) I've goter is hier iemand die u wil spreken • there's somebody here (who/that) wants to see youniemand die het weet • nobody knows2 zijn vrouw, die arts is, rijdt in een grote Volvo • his wife, who's a doctor, drives a big Volvo -
25 dit blijft buiten het bereik van de meeste mensen
dit blijft buiten het bereik van de meeste mensenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit blijft buiten het bereik van de meeste mensen
-
26 een hossende massa
een hossende massaa crowd of singing and dancing people, a crowd of people swaying back and forthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hossende massa
-
27 een rij mensen
een rij mensen -
28 een
een1〈de〉1 one♦voorbeelden:————————een21 one♦voorbeelden:zich een (ge)voelen met de natuur • be at one with natureeen maken • uniteeen worden • become oneeen met • one with————————een31 one♦voorbeelden:er een laten vliegen • farter een pakken/nemen/drinken • have a drinkgeef me er nog een • give me another (one)/one moreje bent me er (ook) een! • you are a nice one!als er een is die het kan, dan is hij het • if anyone can do it, he can————————een4I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 one♦voorbeelden:de/het een of ander • someone/something or otherik zal een en ander nog opzoeken • I'll check these things(noch) het een noch het ander • neither one thing nor the othervan de een naar de ander kijken • look from one to the othervan het een komt het ander • one thing leads to anotherde een zegt dit, de andere dat • some (people) say one thing, some anotherop (de) een (of andere) dag • some/one dayeen dezer dagen • one of these dayseen keer is voldoende • once is enoughelke stem is er een • every vote countselke cent is er een • a penny saved is a penny earnedelke cent is er een voor hem • he has to count his pennieseen en dezelfde • one and the sameniet een, geen een • not one, no onede weg is een en al modder • the road is nothing but mudzij is een en al oor/oog/glimlach • she is all ears/eyes/smileszij was een en al gastvrijheid • she was hospitality itselfhij was een en al zenuwen • he was a bundle of nerveshet is bij enen • it's almost one (o'clock)de op een na laatste, op een na de laatste • the last but onede op een na beste, op een na de beste • the second bestallen op een na • all except onehonderd tegen een • a hundred to oneeen van tweeën • one of two thingseen van beide(n) • one of themeen voor allen, allen voor een • all for one and one for alleen voor een • one by one, one at a time(je moet kiezen) het een of het ander • you can't have it both waysals één man • as one manop de een of andere wijze • one way or anothereen of ander meisje • some girl or otherII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:III 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald] a; 〈 voor klinker〉 an2 [categoriaal] a3 [ongeveer] a, some4 [in uitroepen] a, some♦voorbeelden:neem een Tedje van Es • take someone like a Tedje van Eseen duizend gulden • some thousand guilders4 een mensen dat er waren! • what a lot of people there were!wat een mooie bloemen! • what beautiful flowers!wat een mensen! • what a crowd!wat een idee! • what an idea! -
29 er zijn hele volksstammen die dat nooit leren
er zijn hele volksstammen die dat nooit lerenthere are masses of people/whole hordes of people who will never learn thatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er zijn hele volksstammen die dat nooit leren
-
30 herbergen
♦voorbeelden:1 ik kan zoveel mensen niet herbergen • I cannot accommodate/take so many peoplede zaal kan 2000 mensen herbergen • the hall seats 2000 people -
31 het gewone volk
het gewone volk————————het gewone volkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gewone volk
-
32 het volk uitzuigen
het volk uitzuigenbleed the people dry, exploit the peopleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het volk uitzuigen
-
33 hossen
1 jig/leap about (arm in arm)♦voorbeelden:1 een hossende massa • a crowd of singing and dancing people, a crowd of people swaying back and forth -
34 je hebt van die mensen
je hebt van die mensenthat kind of people exist; 〈 als uitdrukking van ongenoegen〉 some people …!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je hebt van die mensen
-
35 je
je1 [niet-nadrukkelijke vorm van ‘jij’, ‘jou’ en ‘jullie’] you♦voorbeelden:II 〈 onbepaald voornaamwoord〉1 [men] you♦voorbeelden:je hebt van die mensen • that kind of people exist; 〈 als uitdrukking van ongenoegen〉 some people …!1 [niet-nadrukkelijke vorm van ‘jouw’] your2 [de/het beste] the very best, first class3 [onbepaald bezittelijk voornaamwoord] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:2 jé van hét • it, the thing3 dat is je ware • that's the stuff!〈 expletief〉 van je hela, hola • ±with a hey and a ho! -
36 jeugd
1 [hoedanigheid; tijdperk] youth♦voorbeelden:de tweede jeugd • (in) the prime of (one's) lifede studerende jeugd • young studentsde jeugd van tegenwoordig • young people nowadays〈 spreekwoord〉 wie de jeugd heeft, heeft de toekomst • the hand that rocks the cradle rules the world -
37 jongeren behoren op te staan voor ouderen
jongeren behoren op te staan voor ouderenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > jongeren behoren op te staan voor ouderen
-
38 kabouter
-
39 komen
2 [verschijnen, zichtbaar worden] come3 [op bezoek komen] come ((a)round/over) ⇒ call4 [+ aan] [aanraken] touch7 [informeel] [klaarkomen] come♦voorbeelden:in afwachting van de dingen die komen gaan • in expectation of things to comeergens bij kunnen komen • be able to get at somethinghij kwam te overlijden • he diedje moet op een kantoor zien te komen • you must arrange to get into an office〈 figuurlijk〉 ergens achter komen • find out/get to know/get on to something〈 figuurlijk〉 hoe kom je erbij! • what(ever) gives/gave you that idea?〈 in gesprek〉 hoe kwamen we hierop? • how did we get onto this (subject)?kom op, we gaan • come on, we're leavingik kom er wel uit • I'll let myself outmaak dat je weg komt! • get out (of here)!ze hadden het nooit zover moeten laten komen • they should never have let things get this/that farhoe is het ooit zover kunnen komen? • how did it/things ever come to this?nergens aan toe komen • fiddle about, not get anything doneergens niet aan toe komen • not get round to somethingbij elkaar komen • come/get together, meethoe kom je van hier naar het museum? • how do you get to the museum from here?ergens niet op kunnen komen • not to be able to think of somethingdat komt op ƒ200 • that comes to 200 guilderstot staan komen • come to a halt/stoptot iets komen • come to something; 〈 over zijn hart krijgen〉 bring oneself to (do) something; 〈 de tijd vinden〉 get round to somethinghij komt tot mijn schouder • he comes (up) to my shoulder〈 spreekwoord〉 wie het eerst komt, het eerst maalt • first come, first serveddaar komt de boot de haven in • there's the boat coming into (the) harboureen komen en gaan van bezoekers • coming(s) and going(s) of visitorser kwamen niet veel mensen kijken • not many people came to lookde politie laten komen • send for/call the policekomen logeren bij iemand • come and stay with someonehij is helemaal komen lopen • he walked the whole waydaar mag je niet komen • you mustn't go therekom daar nu eens om! • 〈 figuurlijk〉 try to find that!, where do you find that!ik kom eraan/al! • (I'm) coming!, I'm on my way!kom hier • come herekom eens langs! • come round some time!met de boot/per spoor/te voet komen • come by boat/by train/on footzij komt om suiker • she has come/she's here for/to get some sugarhij komt uit Engeland • he's from England3 er komen mensen vanavond • there are/we've got people coming ((a)round) tonight4 kom nergens aan! • don't touch (anything/a thing)!hoe komt het? • how come?, how did that happen?daar komen ongelukken van • that's how you get accidents, that's how accidents happendaar komt niets van in • that's out of the questiondaar zal voorlopig wel niets van komen • nothing will come of that for the time beingkomt er nog wat van? • come on (, do/say sth!)het zal er toch van moeten komen • it's just got to be doneik zie het er nog wel van komen dat … • I can just see …, before you know it …er is niets van gekomen • it came to nothingdat komt ervan als je niet luistert • that's what you get/what happens if you don't listenvan het een komt het ander • one thing leads to anothereerlijk aan iets komen • come by something honestlydaar kom ik straks nog op • I'll get round to that in a moment¶ daar komt nog bij dat … • what's more …, besides …er komt 15 % voor bediening bij • there's 15 % extra/added on for servicedat moest er nog bij komen! • that's all I/we needed!dat komt er niet op aan • it doesn't matternu komt het eropaan om … • now it's a matter/question of …(-ing)kom nou! • don't be silly!, come off it!kom op, we gaan • come on, we're leaving -
40 lui
lui1〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 zijn ouwe lui • his old folks/parentsrijke lui • rich people————————lui2♦voorbeelden:een luie stoel • an easy chairzo lui als een varken • bone idleliever lui dan moe zijn • be bone-idle
См. также в других словарях:
People — Peo ple, n. [OE. peple, people, OF. pueple, F. peuple, fr. L. populus. Cf. {Populage}, {Public}, {Pueblo}.] 1. The body of persons who compose a community, tribe, nation, or race; an aggregate of individuals forming a whole; a community; a nation … The Collaborative International Dictionary of English
People — Saltar a navegación, búsqueda People es una revista estadounidense de carácter semanal, que trata acerca de las celebridades e historias de interés general, publicada por Time Inc. En 2006, tenía una tirada de 3.750.000 ejemplares e ingresos… … Wikipedia Español
People — Специализация: Знаменитости Периодичность … Википедия
people — [ pipɶl ] adj. inv. et n. m. inv. • 1988; mot angl., de people journalism, genre journalistique ♦ Anglic. 1 ♦ Presse, magazine people, qui traite des vedettes, des personnalités (notamment de leur vie privée). 2 ♦ N. m. inv. Célébrité recherchée… … Encyclopédie Universelle
People (EP) — People Extended Play von Animal Collective Veröffentlichung 23. Oktober 2006 (Australien) 22. Januar 2007 (UK) 23. Januar 2007 (US) Aufnahme 2005 … Deutsch Wikipedia
people — [pē′pəl] n. pl. peoples [ME peple < Anglo Fr poeple, people < OFr pople < L populus, nation, crowd < ?] 1. a) all the persons of a racial, national, religious, or linguistic group; nation, race, etc. [the peoples of the world] b) a… … English World dictionary
People — (von engl. people „Volk“, „Leute“) ist eine wöchentlich erscheinende US amerikanische Zeitschrift. Das Magazin wurde von Time Warner als Auslagerung der People Seite im Time Magazine herausgebracht und erscheint seit 1974. Die Zeitschrift… … Deutsch Wikipedia
People — also People Magazine trademark a US magazine that contains short articles and pictures of famous people, especially people who appear on television and in films or sports people People 2 People, The trademark a British ↑tabloid newspaper sold… … Dictionary of contemporary English
people — I noun citizenry, commonality, community, community at large, country, cultures, general public, humanity, inhabitants, multitude, nation, national group, nationality, persons, populace, population, race, society, state II index community, family … Law dictionary
people — late 13c., humans, persons in general, from Anglo Fr. people, O.Fr. peupel, from L. populus people, of unknown origin, possibly from Etruscan. Replaced native FOLK (Cf. folk). Meaning body of persons comprising a community first recorded late 13c … Etymology dictionary
people — people, persons Both words have been in use for several centuries to denote the plural of person, the difference usually being explained in terms of people referring to a group of which the exact number cannot be determined or is irrelevant and… … Modern English usage