Перевод: с нидерландского на английский

с английского на нидерландский

С английского на:
Нидерландский
С нидерландского на:
Английский

peaceful

Толкование Перевод

1 vreedzaam

vreedzaam

1 [zonder geweld] peaceful ⇒ non-violent

2 [vredig, rustig] peaceful ⇒ quiet

3 [vredelievend] peaceful, peaceable ⇒ peace-loving

♦voorbeelden:

1 langs vreedzame weg • by peaceful/non-violent means

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vreedzaam
2 rustig

rustig

I 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉

1 [rust hebbend] peaceful ⇒ quiet

2 [niet in beweging] calm ⇒ still

3 [niet haastig] steady

4 [kalm] calm

5 [niet luidruchtig/opdringerig] quiet

6 [ongestoord] quiet ⇒ smooth 〈 verloop〉, 〈 zonder voorvallen〉 uneventful

♦voorbeelden:

1   de rustige oude dag • comfortable old age

2   het kind is nu rustig • the child's quiet now

     het water is rustig • the water's calm

3   een rustige ademhaling • even breathing

     het hart klopt rustig • the heart's beating evenly/regularly

4   de zieke heeft een rustige nacht gehad • the patient has had a comfortable night

     rustig weer • calm weather

     rustig en beheerst • cool, calm and collected

     rustig antwoorden • answer calmly

     blijft u rustig zitten • 〈 bij afscheid〉 please don't get up; 〈 veiligheidsmaatregel〉 please remain in your seats

     hij gaat rustig zijn gang • he goes about his business quietly

     zich rustig houden • keep calm

     hij komt rustig een uur te laat • he quite happily/cheerfully comes an hour late

     ze zat rustig te lezen • she sat quietly reading

     rustig nou maar • take it easy

     het rustig aan doen • take it easy

     rustig aan! • easy!, steady!

     je zou het wat rustiger aan moeten doen • you should take things a bit easier

5   〈 figuurlijk〉 rustige kleuren • soft colours

     alles is rustig • everything's quiet

6   een rustig plekje • a quiet spot

     een rustig gelegen huis • a house in quiet/peaceful surroundings

     daar kan ik rustig studeren • I can study there in peace

     het is hier lekker rustig • it's nice and quiet here

II 〈 bijwoord〉

1 [zonder bezwaar] safely

♦voorbeelden:

1   je kunt me rustig bellen • feel free to call me

     dat mag je rustig weten • I don't mind if you know this

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rustig
3 idyllisch

adj. idyllic, peaceful, charmingly rustic, pastoral, picturesque; of or pertaining to an idyll

Holandés-inglés dicionario > idyllisch
4 kalm

adj. calm, peaceful, tranquil, relaxed; quiet, silent
--------
adv. calmly, tranquilly, peacefully; quietly, silently
--------
interj. steady

Holandés-inglés dicionario > kalm
5 vreedzaam

adj. peaceable, peaceful, peace-loving, Pacific, pacificatory
--------
adv. peacefully

Holandés-inglés dicionario > vreedzaam
6 alles was in diepe rust

alles was in diepe rust

all was quiet

————————

alles was in diepe rust

everything was utterly peaceful

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles was in diepe rust
7 atoomenergie

atoomenergie

1 nuclear energy

♦voorbeelden:

1 vreedzaam gebruik van atoomenergie • peaceful use(s) of nuclear energy

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > atoomenergie
8 coëxistentie

coëxistentie

1 coexistence

♦voorbeelden:

1 vreedzame coëxistentie • peaceful coexistence

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > coëxistentie
9 diep

diep¹

〈 het〉

1 [plaats waar het water diep is] deep ⇒ depth 〈 meestal meervoud〉, pool, trough

2 [vaargeul] channel

3 [vaart] canal

————————

diep²

I 〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 [intens] deep ⇒ profound

2 [zich ver naar beneden/achteren uitstrekkend] deep

3 [met betrekking tot geluiden] deep

♦voorbeelden:

1   met diepe eerbied • with deep/profound respect

     diep medelijden met iemand hebben • deeply sympathize with someone

     diepe minachting • profound contempt

2   een diep bord • a deep/soup plate

     een diepe kast/kamer • a deep cupboard, a long room

     〈 figuurlijk〉 er gaapt een diepe kloof tussen die twee • there is a deep rift between the two of them

     twee meter diep • two metres deep

     het water is hier diep • the water is deep here

     dieper maken 〈kuil enz.〉 • deepen

     dieper worden 〈 water waar men in zwemt〉 • deepen

     het diepe • the deep end

     in het diepe gegooid worden • be thrown in at the deep end 〈 ook figuurlijk〉

3   een diepe stem • a deep voice

II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉

1 [ver naar binnen gaand/gelegen, ook figuurlijk] deep ⇒ 〈 figuurlijk ook〉 profound

2 [ver naar achteren gelegen] deep

3 [met betrekking tot kleuren] deep

♦voorbeelden:

1   een diepe duisternis • utter darkness

     in diepe gedachten/ diep gepeins verzonken • (sunk) deep in thought

     een diepe indruk maken/achterlaten • make/leave a deep impression

     alles was in diepe rust • everything was utterly peaceful

     een diepe slaap • a deep sleep

     een diep stilzwijgen bewaren • maintain complete silence

     in zijn diepste wezen • in the depths of one's being

     een diepe zucht • a deep sigh

     diep ademhalen • breathe deeply; 〈 een keer〉 take a deep breath

     diep in iets doordringen • penetrate something deeply

     diep nadenken • think hard

     het zit niet erg diep bij hem • 〈 met betrekking tot verdriet, geloof enz.〉 his sadness (belief etc.) doesn't go very deep

     diep in zijn hart • deep (down) in one's heart

     diep in het bos • in the depths of the forest

     uit het diepste van zijn hart • from the bottom of one's heart

     tot in het diepste van zijn ziel geroerd • moved to the depths of one's soul

2   〈 figuurlijk〉 de diepere oorzaak/zin • the deeper cause/meaning

3   diep blauw • deep blue

III 〈 bijwoord〉

1 [op/tot een plaats ver beneden iets] deep(ly) ⇒ low

2 [zeer] deeply

3 [met betrekking tot tijd] deep ⇒ far

♦voorbeelden:

1   zes voet diep onder de grond liggen • be six feet under(ground)

     dat vooroordeel is diep geworteld • it's a deep-rooted prejudice

     te diep in het glaasje hebben gekeken • have had one too many

     deze boot ligt vier voet diep • this ship draws four feet of water

     〈 figuurlijk〉 iemand diep vernederen • deeply humiliate someone

     〈 figuurlijk〉 diep zinken/vallen • sink low

     diep onder de dekens kruipen • creep right down under the blankets

2   diep ongelukkig zijn • be deeply unhappy

     het is diep treurig • it's very distressing; 〈 schandalig〉 it's outrageous

     hij is diep verontwaardigd • he is deeply indignant

     diep in de schulden zitten • be deep in debt

3   tot diep in de 19e eeuw • until well into the 19th century

     tot diep in de nacht • deep into the night

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > diep
10 een rustig gelegen huis

een rustig gelegen huis

a house in quiet/peaceful surroundings

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een rustig gelegen huis
11 geweldloos verzet

geweldloos verzet

peaceful resistance

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geweldloos verzet
12 geweldloos

geweldloos

1 nonviolent

♦voorbeelden:

1 geweldloos verzet • peaceful resistance

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geweldloos
13 kalm

kalm

1 [(met betrekking tot het gemoed) niet opgewonden] calm ⇒ cool, composed

2 [niet gejaagd] calm ⇒ peaceful, quiet

3 [met betrekking tot de natuur] calm ⇒ still, tranquil

♦voorbeelden:

1   iets kalm opnemen • take something calmly

     kalm worden • calm (down)

     kalm jij! • (will you) be quiet!

2   met een kalm gangetje • at an easy pace

     kalm aan! • 〈 gemoed〉 calm down!; 〈 tempo〉 take it easy!, easy does it!; 〈 woede, slang〉 steady on!

     kalm aan doen met • go easy on

3   een kalme overtocht • a smooth crossing

¶   〈 economie〉 een kalme beurs • a quiet/dull (stock) market

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kalm
14 langs vreedzame weg

langs vreedzame weg

by peaceful/non-violent means

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > langs vreedzame weg
15 vredelievend

vredelievend

1 peaceful ⇒ peace-loving

♦voorbeelden:

1 een vredelievend vorst • a peace-loving ruler

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vredelievend
16 vredig

vredig

1 peaceful ⇒ quiet, tranquil, restful, serene

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vredig
17 vreedzaam gebruik van atoomenergie

vreedzaam gebruik van atoomenergie

peaceful use(s) of nuclear energy

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vreedzaam gebruik van atoomenergie
18 vreedzame coëxistentie

vreedzame coëxistentie

peaceful coexistence

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vreedzame coëxistentie

См. также в других словарях:

Peaceful — Peace ful, a. 1. Possessing or enjoying peace; not disturbed by war, tumult, agitation, anxiety, or commotion; quiet; tranquil; as, a peaceful time; a peaceful country; a peaceful end. [1913 Webster] 2. Not disposed or tending to war, tumult or… … The Collaborative International Dictionary of English
peaceful — UK US /ˈpiːsfəl/ adjective ► not involving war or violence: peaceful demonstration/protest/resolution »People have the right to a peaceful demonstration … Financial and business terms
Peaceful B&B — (Luodong,Тайвань) Категория отеля: Адрес: 166 Fu Shin Rd. Dong Shan, 26941 Luodong, Та … Каталог отелей
peaceful — c.1300, inclined to peace, friendly, from PEACE (Cf. peace) + FUL (Cf. ful). Meaning tranquil, calm is from mid 14c. In reference to nonviolent methods of effecting social change, it is attested from 1876. Peaceful coexistence (1920) originally… … Etymology dictionary
peaceful — index dispassionate, harmonious, neutral, nonmilitant, peaceable, placid Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
peaceful — 1 *calm, tranquil, serene, placid, halcyon Analogous words: *soft, gentle, mild: *still, stilly, quiet, silent, noiseless Antonyms: turbulent 2 *pacific, peaceable, pacifist, pacifistic, irenic Analogous words: compo … New Dictionary of Synonyms
peaceful — [adj] friendly, serene all quiet, amicable, at peace, bloodless, calm, collected, composed, constant, easeful, equable, free from strife*, gentle, halcyon, harmonious, irenic, level, mellow, neutral, neutralist, nonbelligerent, nonviolent, on… … New thesaurus
peaceful — ► ADJECTIVE 1) free from disturbance; calm. 2) not involving war or violence. 3) inclined to avoid conflict. DERIVATIVES peacefully adverb peacefulness noun … English terms dictionary
peaceful — [pēs′fəl] adj. 1. not quarrelsome; peaceable 2. characterized by peace; free from disturbance or disorder; calm; quiet; tranquil 3. of or characteristic of a time of peace SYN. CALM peacefully adv. peacefulness n … English World dictionary
peaceful — [[t]pi͟ːsfʊl[/t]] ♦♦♦ 1) ADJ GRADED: usu ADJ n Peaceful activities and situations do not involve war. He has attempted to find a peaceful solution to the Ossetian conflict... They emphasised that their equipment was for peaceful and not military… … English dictionary
peaceful — peace|ful S3 [ˈpi:sfəl] adj ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(quiet/calm)¦ 2¦(no war)¦ 3¦(not liking violence)¦ ▬▬▬▬▬▬▬ 1.) ¦(QUIET/CALM)¦ a peaceful time, place, or situation is quiet and calm without any worry or excitement ▪ We had a peaceful afternoon without the… … Dictionary of contemporary English

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

peaceful

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

peaceful

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: