-
1 patroon
I 〈 de (mannelijk)〉1 [beschermer van een persoon] patron2 [beschermheer van een instelling] patron3 [baas] bossII 〈de〉1 [met betrekking tot wapen/vulpen] cartridge♦voorbeelden:1 een losse/scherpe patroon • a blank (cartridge)/live cartridge1 [model, voorbeeld] pattern♦voorbeelden:met een patroon • patternedleefpatroon • lifestyle -
2 patroon
n. patron, employer, master, principal, norm, cartridge, pattern, stencil, templet, template -
3 patroon
• cartridge• drawing• employer• pattern• picture -
4 patroon van elkaar kruisende lijnen
patroon van elkaar kruisende lijnenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > patroon van elkaar kruisende lijnen
-
5 de terugval in het oude patroon
de terugval in het oude patroonthe reversion/relapse into the old patternVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de terugval in het oude patroon
-
6 een losse/scherpe patroon
een losse/scherpe patroona blank (cartridge)/live cartridgeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een losse/scherpe patroon
-
7 een patroon voor een broek
een patroon voor een broekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een patroon voor een broek
-
8 met een patroon
met een patroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een patroon
-
9 telkens terugkerend patroon
telkens terugkerend patroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > telkens terugkerend patroon
-
10 volgens een vast patroon
volgens een vast patroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volgens een vast patroon
-
11 oscillerend motorisch patroon
• oscillatory motor patternNederlands-Engels Technisch Woordenboek > oscillerend motorisch patroon
-
12 vlak-patroon generatie
• flat-pattern generationNederlands-Engels Technisch Woordenboek > vlak-patroon generatie
-
13 chef
chef, cheffin1 [baas] boss ⇒ leader 〈van bende/delegatie〉, head 〈van organisatie/afdeling/school〉, 〈 hoger geplaatste〉 chief, 〈 hoger geplaatste〉 superior (officer), 〈 patroon〉 principal, 〈 patroon〉 employer, 〈 bedrijfsleider〉 manager, 〈 stationschef〉 stationmaster♦voorbeelden:1 chef van een afdeling • head/manager of a departmentchef de clinique • ±senior consultant, head of department〈 sport〉 chef de mission • skipper/head of the delegation -
14 een meetkundige figuur
een meetkundige figuurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een meetkundige figuur
-
15 figuur
♦voorbeelden:de centrale figuur • the central figureeen gek figuur slaan • cut a foolish figureeen goed figuur • a good figurehet is een saai figuur • he's/she's very dullvrije figuren bij het kunstschaatsen • freestyle (skating)zijn figuur redden • save one's facegeen gek figuur slaan naast • not come off badly compared withbehang met figuren erop • patterned wallpapermet zijn figuur geen raad weten • not know where to put oneselfwat is dat voor een figuur? • what sort of person is that? -
16 gerstekorrel
gerstekorrel, gerstkorrel2 [patroon in breisteek] moss stitch3 [witte stof] huckaback4 [klein gezwel] sty(e) -
17 kruisen
1 [kruiselings plaatsen] cross3 [laten bevruchten] cross♦voorbeelden:onze brieven hebben elkaar gekruist • our letters crossed (each other)patroon van elkaar kruisende lijnen • pattern of intersecting lineskortharige met langharige katten kruisen • cross short-haired with long-haired cats2 [laveren] tack -
18 patronaat
-
19 ruit
-
20 stelselmatig
1 [methodisch; volgens een vooropgezet patroon] systematic2 [consequent] consistent♦voorbeelden:stelselmatig kritiek leveren • be consistently critical
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Patroon — Pa*troon , n. [D. patroon a patron, a protector. See {Patron}.] One of the proprietors of certain tracts of land with manorial privileges and right of entail, under the old Dutch governments of New York and New Jersey. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
patroon — (n.) 1660s, variant of PATRON (Cf. patron) used in foreign contexts, from Du. patroon or Fr. patron master, patron, from Old French (see PATRON (Cf. patron)); used from 1758 in parts of N.Y. and N.J. colonies for landholder, especially one with… … Etymology dictionary
patroon — ☆ patroon [pə tro͞on′] n. [Du, protector < Fr patron < OFr PATRON ] a person who held a large estate with manorial rights under a grant from the Dutch government of New Netherland … English World dictionary
Patroon — For other uses, see Patroon (disambiguation). New Netherland series Exploration Fortifications: • Fort Amsterdam • Fort Nassau (North) • Fort Orange … Wikipedia
Patroon — Le terme de patroon (du néerlandais patroon, propriétaire ou dirigeant d une compagnie) était un propriétaire terrien possédant des droits seigneuriaux sur de grandes étendues de terre (un patroonat, en néerlandais patroonshap) dans les colonies… … Wikipédia en Français
Patroon Island Bridge — Infobox Bridge bridge name= Patroon Island Bridge caption= official name= also known as= carries= 6 lanes Interstate 90 crosses= Hudson River locale= Albany, New York and Rensselaer County, New York maint= New York State Department of… … Wikipedia
patroon — noun Etymology: French patron & Spanish patrón, from Medieval Latin patronus, from Latin, patron Date: 1743 1. archaic the captain or officer commanding a ship 2. [Dutch, from French patron] the proprietor of a manorial estate especially in New… … New Collegiate Dictionary
patroon — patroonship, n. /peuh troohn /, n. a person who held an estate in land with certain manorial privileges granted under the old Dutch governments of New York and New Jersey. [1655 65; < D < F < L patronus. See PATRON, OON] * * * … Universalium
patroon — captain of a ship; coxswain of a longboat Nautical Terms … Phrontistery dictionary
Patroon — Stephen Van Rensselaer’s nickname … Eponyms, nicknames, and geographical games
patroon — pÉ™ truË n. owner of a patroonship, owner of a land lease privilege granted to individuals by the Dutch government in New York and New Jersey during the 18th century … English contemporary dictionary