-
1 sprake
♦voorbeelden:¶ er is sprake van dat hij naar het buitenland wordt gezonden • il est question de l'envoyer à l'étrangerer is geen sprake van • il n'en est pas questioner is hier sprake van … • il s'agit ici de …iets ter sprake brengen • mettre qc. sur le tapister sprake komen • être évoquédat is nu niet ter sprake • ce n'est pas de cela qu'il s'agitgeen sprake van! • pas question!daar kan geen sprake van zijn! • c'est hors de question! -
2 kwestie
♦voorbeelden:een slepende kwestie • une question qui traîne en longueureen kwestie van alle kanten bekijken • faire le tour d'une questionhij staat buiten die kwestie • il est étranger à cette affairedat is buiten kwestie • c'est hors de questionde persoon in kwestie • la personne en questiondat is alleen nog maar een kwestie van tijd • ce n'est plus qu'une question de tempshet is een kwestie van smaak • c'est (une) affaire de goûthet is een kwestie van 10 minuten • c'est l'affaire de dix minutesdat is een kwestie voor de politie • c'est une affaire qui regarde la policegeen kwestie van! • (il n'en est) pas question! -
3 bij
bij1〈de〉♦voorbeelden:————————bij21 [bij kennis] conscient2 [gelijk] à jour3 [van alles op de hoogte] à la page♦voorbeelden:het koren staat er best bij • le blé promet une riche moissonom en(de) bij • environten naasten bij • à peu de chose près————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van; m.b.t. een raken aan, bereiken] près de3 [m.b.t. een meevoeren] avec4 [voor, in tegenwoordigheid van] à⇒ auprès de5 [gedurende, onder] par⇒ à6 [gelijktijdig met] à⇒ lors de7 [in geval van] en cas de8 [wegens; m.b.t. een omstandigheid, in eden en verzekeringen] par♦voorbeelden:1 iets bij de hand hebben • avoir qc. sous la mainbij een kruispunt komen • arriver à un carrefourbij het raam • à la fenêtrebij het stadhuis • près de l'hôtel de villebij de wind zeilen • naviguer près du vent〈 figuurlijk〉 iets er(gens) bij halen • mêler qc. à qc.ik woon hier vlak bij • j'habite tout près d'icihet is bij zessen • il est près de six heuresdat is bij de boeren zo de gewoonte • c'est la coutume chez les paysansbij familie logeren • loger chez des parentsiets bij zich hebben • avoir qc. sur soizij had haar dochter bij zich • elle était avec sa filleinlichtingen bij een loket inwinnen • se renseigner à un guichetbij zichzelf zeggen • se dire (tout bas)bij tijden • de temps en tempsbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuit6 bij deze bekentenis bloosde hij • à cet aveu, il rougitbij een glas wijn iets bespreken • discuter de qc. autour d'un verre de vin10 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • que vaut-il à côté d'un poète comme Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • la pièce mesure 6 mètres sur 511 iets bij het gewicht verkopen • vendre qc. au poidsbij paren • deux par deuxde mensen kwamen bij duizenden toelopen • les gens vinrent par milliers¶ wat drink je bij het eten? • que bois-tu en mangeant?heb je iets bij de koffie? • as-tu qc. à servir avec le café?bij een mening blijven • persister dans une opinionsoort bij soort leggen • trierik was niet bij de vergadering • je n'ai pas assisté à la réunionbij elkaar zijn het er 20 • il y en a 20 en touthet er niet bij laten • ne pas en rester làik ben er toch zeker zelf bij • je suis majeur et vaccinéer mag nog wel wat bij • un peu plus ne fera pas de torter moet geld bij • il va falloir ajouter de l'argent -
4 komen
1 [algemeen] venir2 [aan-, overkomen] arriver (à)3 [toegevoegd worden aan] être ajouté (à)♦voorbeelden:er komen mensen vanavond • nous avons du monde ce soirer komt regen • il va pleuvoirin afwachting van de dingen die komen gaan • en attendant la suite des événementswat niet is, kan nog komen • tout est encore possibleeen paar dagen komen logeren bij iemand • venir passer quelques jours chez qn.komen te overlijden • venir à mourir, décéderik kwam, zag en overwon • je suis venu, j'ai vu, j'ai vaincudat komt eerst • cela passe avantkomt er nog wat van? • c'est pour aujourd'hui ou pour demain?er komt niets van in! • il n'en est pas question!dat komt ervan als je niet luistert • voilà ce qui arrive quand on n'écoute pasovereind komen • se levertussenbeide komen • intervenirhij kan niet uit zijn bed komen • il a des problèmes à se levervan school komen • rentrer de l'écoleje komt als geroepen • tu ne pouvais pas mieux tomberkomt u ook? • serez-vous des nôtres?ze zullen je zien komen! • ils te sentiront venir!er komen • y arriver〈 figuurlijk〉 komt hij er vandaag niet, dan komt hij er morgen • avec lui c'est tout doucement le matin, pas trop vite le soirer komt 15 % voor bediening bij • il faut ajouter 15 % pour le servicevan het een komt het ander • de fil en aiguilleer moet een kindje komen • ils vont (nous allons etc.) avoir un enfantiets te weten komen • apprendre qc.waardoor, hoe komt het? • comment ça se fait?hoe kom je daar nou bij?, hoe kom je erbij! • où vas-tu chercher cela?; où as-tu pris une telle idée?kom er eens aan, als je durft • touches-y si tu oseskom ik gelegen? • est-ce que je (vous) dérange?het komt niet zo nauw • ce n'est pas à un(e) cm (minute, franc etc.) prèsergens niet aan toe komen • ne pas trouver le temps de faire qc.dat komt (goed) van pas, uit • ça tombe à pichoe kom je aan die knul? • où as-tu déniché ce gars?aan geld zien te komen • se procurer de l'argentde wegen komen hier bij elkaar • les chemins se rejoignent ici〈 figuurlijk〉 ergens in (kunnen) komen • (pouvoir) s'imaginer qc.de optocht kwam langs mijn huis • le défilé est passé devant chez moiop een gedachte komen • avoir une idéeergens niet op kunnen komen • ne plus se rappeler qc.vervolgens kwam de spreker op een ander onderwerp • ensuite l'orateur aborda un sujet différentdat komt op 200 gulden • cela revient à 200 florinstot zichzelf komen • 〈 weer meester over zichzelf worden〉 se reprendre; 〈 weer bij bewustzijn komen〉 reprendre ses esprits -
5 denken
1 penser♦voorbeelden:daar kun je verschillend over denken • sur ce point, les divergences d'opinion sont permisesdat kun je (net) denken! • je t'en fiche!zou je (dat) denken? • tu crois?dat zou ik denken! • tu parles!wat zullen de mensen niet denken? • que vont (en) dire les gens?ik denk het niet • je ne (le) pense pasdacht ik het niet! • je m'en doutais!dat dacht ik al • je m'en doutaisik denk er niet aan! • (il n'en est) pas question!denk er nog eens over • prenez le temps d'y réfléchirik moet er niet aan denken • j'en suis malade rien que d'y penserdenk er (maar eens) om! • réfléchissez!ik denk er ook zo over • c'est aussi mon avisik denk erover met roken te stoppen • j'envisage d'arrêter de fumerwat denk je ervan? hoe denk je erover? • qu'en penses-tu?wat denk je ervan? • qu'en dis-tu?het zijne ervan denken • avoir sa petite idée là-dessushardop denken • penser tout hautlogisch denken • avoir l'esprit logiqueaan iets, iemand denken • penser à qc., à qn.hij deed mij aan een aap denken • il me faisait penser à un singeom iets denken • faire attention à qc.hoe denkt u over dit voorstel? • que pensez-vous de cette proposition?het denken • la penséeiemand aan het denken zetten • faire réfléchir qn.dat dacht je maar, dat had je maar gedacht! • penses-tu!ik dacht van wel • je croyais que ouihij zegt niets, maar hij denkt er het zijne van • il ne dit rien, mais il n'en pense pas moinsdenk vooral niet dat • n'allez surtout pas croire quewat denk je wel! • non, mais des fois!wie denk je wel dat je bent? • pour qui te prends-tu?te denken geven • donner à penserik dacht bij mezelf dat • je me disais quedenkt u zich eens in mijn positie • mettez-vous à ma place -
6 bliksem
2 [krachtterm]±diable!♦voorbeelden:de bliksem slaat in • la foudre tombe2 om de bliksem niet! • pas question!loop naar de bliksem! • va te faire voir!alles is naar de bliksem • tout est foutuik geef er geen bliksem om • je m'en fous (comme de ma première chemise)je krijgt er geen bliksem van • tu n'en auras pas une mietteals de bliksem • immédiatement -
7 huis
♦voorbeelden:huis noch haard hebben • n'avoir ni feu ni lieuhet huis des Heren • la maison du Seigneurhet huis alleen hebben • être seul à la maisoneen eigen huis hebben • être propriétaire d'une maisonvan goeden huize komen • 〈 van goede familie〉 être de bonne famille; 〈 figuurlijk, van personen〉 ±s'y connaîtrehet Koninklijk Huis • la Maison royaleopen huis houden • organiser une journée portes ouvertesmen zou huizen op hem bouwen • on lui donnerait le bon Dieu sans confession〈 figuurlijk〉 zijn eigen huis opeten • devoir mon capital avant de pouvoir faire appel à l'aide socialeiemand het huis uittrappen • ficher qn. dehorsiemand het huis uitzetten • mettre qn. à la portehuis aan huis verkopen • faire du porte à porteaan huis bezorgen • livrer à domicileeen huis in een rij • une maison mitoyenneiets in huis hebben • avoir des provisionsheel wat in huis hebben • avoir beaucoup de capacitésik ga naar huis • je rentre (chez moi)het is niet om over naar huis te schrijven • ça ne casse riennaar huis schrijven • écrire à sa familleeen huis van drie verdiepingen • une maison à trois étagesik kom van huis • je viens de chez moieen tweede huis • une résidence secondairedat staat zo vast als een huis • cela ne fait aucun doute→ link=kind kind -
8 daar komt niets van in huis
daar komt niets van in huis -
9 daar komt niets van in
daar komt niets van in -
10 dak
♦voorbeelden:onder dak komen • trouver un toitonder dak brengen • loger (qn.); 〈 figuurlijk〉 caser (qn.)onder één dak wonen • vivre sous le même toit〈 figuurlijk〉 iets van de daken verkondigen, schreeuwen • crier qc. sur les toits¶ op zijn dak krijgen • s'attirer (qc. de désagréable); 〈m.b.t. verwijten enz.〉 essuyer (qc.)iemand op zijn dak hebben • avoir qn. sur les brasiemand op zijn dak vallen • surprendre qn. chez luiiemand iets op zijn dak schuiven • mettre qc. sur le dos de qn.uit je, zijn dak gaan • s'éclater (comme une bête) -
11 dat is er niet bij
dat is er niet bij -
12 dat is uitgesloten
-
13 er is geen sprake van
er is geen sprake van -
14 er komt niets van in!
er komt niets van in!il n'en est pas question! -
15 ga nou gauw op het dak zitten!
-
16 geen kwestie van!
geen kwestie van!(il n'en est) pas question! -
17 geen sprake van!
geen sprake van!pas question! -
18 harder werken? ho maar!
harder werken? ho maar!travailler davantage? pas question! -
19 ho
-
20 ik denk er niet aan!
ik denk er niet aan!(il n'en est) pas question!
См. также в других словарях:
Pas question le samedi — est un film franco italo israélien réalisé par Alex Joffé en 1965 et sorti l année suivante. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution … Wikipédia en Français
Il n'est pas question, c'est hors de question ou, familièrement, pas question — ● Il n est pas question, c est hors de question ou, familièrement, pas question expriment une opposition résolue à quelque chose … Encyclopédie Universelle
Pas question le samedi — Comédie d Alex Joffé, avec Robert Hirsch, Dahlia Friedland, Misha Acheroff, Yona Lévy. Pays: France et Israël Date de sortie: 1965 Durée: 1 h 45 Résumé Sur le point de mourir, «le plus grand chef d orchestre juif» apprend par l… … Dictionnaire mondial des Films
question — [ kɛstjɔ̃ ] n. f. • mil. XIIe; lat. quæstio 1 ♦ Demande qu on adresse à qqn en vue d apprendre qqch. de lui. ⇒ interrogation. Poser une question à qqn. ⇒ interroger, questionner . Énoncer, formuler une question. Répondre à une question. « ta… … Encyclopédie Universelle
question — Question. s. f. Interrogation, demande que l on fait pour s éclaircir de quelque chose. Il m a fait cent questions. qu avez vous respondu à cette question? c est une question captieuse. ce n est pas là une question à faire. Question, est aussi,… … Dictionnaire de l'Académie française
Question Des Nationalités Au XIXe Siècle — Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les pays de la péninsule des Balkans qui peu à … Wikipédia en Français
Question Des Nationalités Au Xixe Siècle — Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les pays de la péninsule des Balkans qui peu à … Wikipédia en Français
Question des nationalites au XIXe siecle — Question des nationalités au XIXe siècle Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les… … Wikipédia en Français
Question des nationalités au xixe siècle — Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les pays de la péninsule des Balkans qui peu à … Wikipédia en Français
question — et doubte, Quaestio. Matiere ou question, Causa. Il est question de la vie, Agitur de capite. Il n est pas maintenant question dont vient la maladie, mais de quoy on la guarit, Non interest quid faciat morbum, sed quid tollat. Il est question de… … Thresor de la langue françoyse
question — (kè stion ; en vers, de trois syllabes) s. f. 1° Demande à l effet de s informer de quelque chose. • Il m a fait à l abord cent questions frivoles, MOL. Fâch. I, 1. • Il sait vous embrasser, prendre part à votre joie, vous faire coup sur… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré