-
1 pari
pari [paarie]〈m.〉1 weddenschap ⇒ inzet, gokspel♦voorbeelden:pari mutuel urbain • paardentotalisatorles paris sont ouverts • alles is nog mogelijk, niets ligt nog vastengager, faire, tenir un pari • een weddenschap aangaanm1) weddenschap2) inzet -
2 pari mutuel
pari mutuel -
3 pari mutuel urbain
pari mutuel urbain -
4 engager, faire, tenir un pari
engager, faire, tenir un pariDictionnaire français-néerlandais > engager, faire, tenir un pari
-
5 mutuel
mutuel [muutuu.el]♦voorbeelden:1 enseignement mutuel •〈 onderwijs waarbij de betere leerling de minder goede helpt〉société d'assurance mutuelle • onderlinge verzekeringsmaatschappijune mutuelle • (coöperatieve) verzekering, ondersteuningsfonds→ pari= mutuelle; adj -
6 pair
pair1 [per]〈m.〉1 gelijke♦voorbeelden:sans, hors pair • ongeëvenaard→ chambre————————pair2 [per]1 even ⇒ tweevoudig, gepaard♦voorbeelden:1. m1) gelijke2) edelman, paladijn2. adj -
7 tenir
tenir [tənier]1 houden ⇒ vastzitten, weerstand bieden, standhouden2 een plaats, onderkomen vinden♦voorbeelden:le beau temps tiendra • het mooie weer houdt aantenir bon • volhouden, niet toegeventenir tout seul • blijven staanne plus pouvoir tenir, ne pouvoir y tenir • zijn geduld verliezen, ten einde raad zijncela tient toujours pour samedi? • gaat het zaterdag nog door? 〈 afspraak〉elle ne tenait plus debout (de fatigue) • ze kon niet meer op haar benen blijven staan (van vermoeidheid)cette histoire ne tient pas debout • dat verhaal snijdt geen hout2 ce que nous avons dit tient en quelques mots • wat we hebben gezegd kan in enkele woorden worden samengevat4 à quoi cela tient-il? • hoe komt dat?cela ne tient qu'à moi • dat hangt alleen van mij afqu'à cela ne tienne! • dat is geen bezwaar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ vast-, tegenhouden4 (plaats) innemen ⇒ beslaan, bevatten♦voorbeelden:la colère le tient • hij is woedendtenir la comptabilité • de boekhouding voerentenir ses engagements • zijn verplichtingen nakomentenir ses larmes • zijn tranen inhoudence mal le tient • die ziekte houdt hem in haar greeptenir le pouvoir • de macht in handen hebbentenir qn. • iemand in zijn macht hebbentenir les voleurs • de dieven te pakken hebbenfaire tenir qc. à qn. • iemand iets doen toekomen〈 spreekwoord〉 un tiens vaut mieux que deux tu l'auras • één vogel in de hand is beter dan tien in de luchttenez, voilà votre argent • hier hebt u uw geldtiens! je ne l'aurais pas cru • hé, dat had ik niet gedachttiens, tiens! • wel, wel!→ bout, boutique, classe, cordon, estime, haleine, langue, lieu, mer, pari, parole, quitte, tête, vin1 zich vasthouden ⇒ leunen (tegen), zich houden2 staan ⇒ zich bevinden, plaats hebben3 waarschijnlijk, steekhoudend zijn ⇒ goed in elkaar zitten, met elkaar samenhangen♦voorbeelden:1 s'en tenir là • stoppen, ophoudensavoir à quoi s'en tenir • weten waar men zich aan te houden heeftse tenir à quatre • z'n woede met moeite bedwingen¶ s'en tenir à • zich houden aan, blijven bijse tenir qc. pour dit • zich iets voor gezegd houdenv1) vastzitten2) standhouden5) voortkomen6) lijken (op)7) (vast)houden8) tegenhouden9) hebben10) weerstand bieden11) in beslag nemen12) beschouwen (als)13) onderhouden -
8 au pair
au pair -
9 tiens
tiens, tiens!wel, wel! -
10 une mutuelle
-
11 P.M.U.
См. также в других словарях:
pari — pari … Dictionnaire des rimes
pari — [ pari ] n. m. • 1642; de parier 1 ♦ Convention par laquelle deux ou plusieurs parties s engagent à verser une certaine somme (⇒ enjeu) au profit de celle qui aura raison. Engager, faire un pari. ⇒ parier. Gagner, perdre un pari, son pari. Pari… … Encyclopédie Universelle
PARI/GP — in use on Windows XP Developer(s) … Wikipedia
pari (1) — {{hw}}{{pari (1)}{{/hw}}A agg. inv. 1 Uguale, che corrisponde esattamente: essere pari di età; essere pari per condizione sociale; essere pari in bellezza; un coraggio pari alla sua astuzia | Di pari passo, (fig.) contemporaneamente. 2 Privo di… … Enciclopedia di italiano
Päri — (auch: Lokoro) Gesprochen in Sudan Sprecher ca. 28.000 (Stand von 1987) Linguistische Klassifikation Nilo saharanische Sprachen Nilotische Sprachen Westnilotische Sprachen Luo Sprachen … Deutsch Wikipedia
pari — Pari. s. m. Gageure, promesse reciproque par laquelle deux ou plusieurs personnes qui soustiennent des choses contraires, s engagent de payer une certaine somme à celuy dont la proposition se trouvera veritable. On a fait un grand pari. le pari… … Dictionnaire de l'Académie française
pari — Element prim de compunere savantă cu semnificaţia egal . [< it. pari , cf. lat. par]. Trimis de LauraGellner, 12.07.2005. Sursa: DN PARI elem. egal . (< it. pari , cf. lat. par) Trimis de raduborza, 15.09.2007. Sursa: MDN … Dicționar Român
pârî — PÂRÎ, pârăsc, vb. IV. tranz. (Folosit şi absol.) 1. A se plânge de faptele cuiva; a reclama. ♦ A acuza, a învinui. ♦ A da pe faţă în mod răutăcios faptele cuiva, adesea exagerând sau minţind; a vorbi de rău; a denunţa. 2. (înv.) A da pe cineva în … Dicționar Român
Pari — (ital.), 1) die völlige Gleichheit einer Anzahl verschiedener Münzsorten nach ihrem Gehalt an edlem Metall; als Maßstab wird dabei die Kölnische Mark zu 16 Loth sein Silber angenommen. Eine Münze steht über P., wenn sie höher ausgegeben wird, als … Pierer's Universal-Lexikon
Pari — (ital., franz. pair, engl. par), gleich, insbes. dem Nennwert oder Nominalgehalt gleich, vorzüglich zur Bezeichnung des Kursstandes von Geld und Wertpapieren gebraucht. Münzen stehen p. oder al pari (»auf dem gleichen«, franz. an pair), wenn ihr… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Pari — Pari, s. Al pari … Kleines Konversations-Lexikon