-
1 blind someone with science
blind someone with scienceiemand overstelpen/overdonderen met kennis/feiten -
2 blind
adj. blind; verblind--------n. gordijn; mom; misleiding--------v. verblindenblind1[ blajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 scherm ⇒ jaloezie, zonnescherm, rolgordijn2 voorwendsel ⇒ uitvlucht, dekmantel♦voorbeelden:2 his job is a blind for his spying activities • zijn baantje is een dekmantel voor zijn spionagewerk→ Venetian Venetian/————————blind2〈bijvoeglijk naamwoord; blindness〉2 blind ⇒ zonder begrip, ongevoelig3 blind ⇒ onoverzichtelijk, aan het oog onttrokken♦voorbeelden:as blind as a bat/mole • zo blind als een mol, stekeblindblind faith • blind geloof/vertrouwenhe was blindly groping his way through the forest • tastend zocht hij zijn weg door het bosblindly follow the leader • onvoorwaardelijk de leider volgenblind in one eye • blind aan één oogblind with rage • blind van woedethe blind • de blinden¶ not a blind bit of • geen schijn van, niet de/het minste〈 informeel〉 blind date • afspraak tussen elkaar nog onbekende man en vrouw; elk van de partners daarbijturn a blind eye to something • iets door de vingers zien, een oogje dichtknijpen voor ietsblind letter • onbestelbare brief————————blind3〈 werkwoord〉2 verblinden ⇒ misleiden, begoochelen3 verduisteren ⇒ verbergen, overschaduwen♦voorbeelden:2 blind someone with science • iemand overstelpen/overdonderen met kennis/feiten————————blind4〈 bijwoord〉1 blind(elings) ⇒ ondoordacht, roekeloos♦voorbeelden:1 fly blind • blind/op de instrumenten vliegen -
3 deluge
n. zondvloed, watervloed--------v. overstromendeluge1[ deljoe:dzj]I 〈eigennaam; Deluge; the〉————————deluge2〈 werkwoord〉 -
4 drown
v. verdrinken; onderdompelen; overstromen[ draun]2 (doen) overstromen ⇒ onder water zetten, (rijkelijk) overspoelen; 〈 figuurlijk〉 overstemmen, overstelpen♦voorbeelden:2 drown out • overstemmen, overschreeuwen -
5 heap
n. hoop; (in computers) heap, gereserveerde of vrije ruimte in het computer geheugen voor de tijdelijke opslag van belangrijke bronnen--------v. ophopen; verzamelen; opvullenheap1[ hie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoop ⇒ stapel, berg♦voorbeelden:I've heard that story heaps of times • ik heb dat verhaal al zo vaak gehoordit was heaps better • het was stukken beter————————heap2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 inundate
v. onder water zetten; overstromen[ innəndeet] -
7 kill with kindness
doodknuffelen, met (overdreven) vriendelijkheid overstelpen -
8 kill
n. (het) doden; jacht; prooi; (computers-internet) een bevel dat op een nickserv niemand met dezelfde naam toelaat--------v. doden, vermoorden, vernielen; buiten werking stellen; verspillen; verijdelen; (in computers) een bevel annuleren, een bepaalde werking stoppen, één van meerdere aktiviteiten opheffenkill1[ kil] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 buit ⇒ vangst, (gedode) prooi♦voorbeelden:¶ be in at the kill • erbij zijn als de vos gedood wordt; 〈 figuurlijk〉 er (op het cruciale moment) bij zijn————————kill2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 kill with kindness • doodknuffelen, met (overdreven) vriendelijkheid overstelpen〈informeel; figuurlijk〉 kill oneself laughing/with laughter • zich een ongeluk/bult lachenkill off • afmaken, uit de weg ruimen, uitroeienbe killed • om het leven komen¶ dressed to kill • schitterend uitgedost zijn, er piekfijn uitzien -
9 lavish something on someone
lavish something on someoneiemand overladen/overstelpen met iets -
10 lavish
adj. verkwistend; gul; in overvloed aanwezig--------v. verspillen; verspreiden; met gulle hand gevenlavish1[ lævisj] 〈bijvoeglijk naamwoord; lavishness〉1 kwistig ⇒ gul, verkwistend2 overvloedig ⇒ buitensporig, overdadig♦voorbeelden:2 lavish praise • overdadige/kwistige lof————————lavish2〈 werkwoord〉1 kwistig/met gulle hand geven/schenken♦voorbeelden:1 lavish something on someone • iemand overladen/overstelpen met iets -
11 shower
n. douche; regen; kadootjesfeest--------v. douchen; regenen; gietenshower13 stroom ⇒ toevloed, golf4 〈 Amerikaans-Engels〉 feest waarbij geschenken worden aangeboden 〈 bijvoorbeeld voor toekomstige bruid, pasgeboren baby〉♦voorbeelden:3 a shower of arrows/bullets • een regen van pijlen/kogelsa shower of insults • een stroom van beledigingen¶ you're a right shower! • wat een stelletje lamzakken zijn jullie!————————shower2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be showered with honours • met eerbewijzen overstelpt worden -
12 swamp
n. moeras--------v. overstromenswamp1[ swomp] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————swamp2〈 werkwoord〉2 doen onderlopen ⇒ onder water doen lopen, overstromen3 overstelpen ⇒ bedelven, overspoelen♦voorbeelden:3 swamp with work/letters • bedelven onder het werk/de brieven -
13 throng
n. menigte, mensenmassa--------v. zich verdringen, toestromenthrong1[ θrong] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————throng2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vullen ⇒ overstelpen, overvol maken♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский