-
1 prodigal
adj. verkwistend; gul--------n. de verloren zoon; berouwvol zondaar; verkwister; iem. met een hang naar luxeprodigal1[ proddigl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————prodigal2〈bijvoeglijk naamwoord; zelfstandig naamwoord: prodigality〉♦voorbeelden: -
2 spender
-
3 spendthrift
-
4 waster
-
5 wastrel
n. afval; zwerverskind; schooier; verkwister; mislukkeling[ weestrəl] -
6 lavish spender
-
7 lavish
adj. verkwistend; gul; in overvloed aanwezig--------v. verspillen; verspreiden; met gulle hand gevenlavish1[ lævisj] 〈bijvoeglijk naamwoord; lavishness〉1 kwistig ⇒ gul, verkwistend2 overvloedig ⇒ buitensporig, overdadig♦voorbeelden:2 lavish praise • overdadige/kwistige lof————————lavish2〈 werkwoord〉1 kwistig/met gulle hand geven/schenken♦voorbeelden:1 lavish something on someone • iemand overladen/overstelpen met iets -
8 profligate
adj. zedeloos; losbandig--------n. losbandig, lichtzinnig, slecht, zedeloos; verkwistend, spilziek[ profligət] -
9 free-handed
vrijgevig; verkwister -
10 squanderer
n. verspiller, verkwister
См. также в других словарях:
Verschwender — 1. Dem Verschwender fehlt viel, dem Geizigen alles. 2. Der Verschwender breitet das Geld aus wie Mist; der Geizige sammelt den Mist wie Geld. – Cibot, 171. 3. Der Verschwender gibt das Hemd weg und behält sich die Sporen. Dän.: En overdaadig gjek … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
