-
1 engulf
v. overspoelen, wegspoelenengulf, ingulf[ ingulf]♦voorbeelden:engulfed in the waves • door de golven verzwolgen -
2 inonder
inonder [ienõdee]〈 werkwoord〉1 onder water zetten ⇒ overstromen, inunderen♦voorbeelden:v1) overstromen -
3 затоплять
vgener. inunderen (местность в целях обороны), land onder water zetten, overspoelen, overstromen, verdrinken -
4 наводнять
vgener. overspoelen, overstromen -
5 переливаться через край
vgener. overspoelen, overstromenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > переливаться через край
-
6 drown
v. verdrinken; onderdompelen; overstromen[ draun]2 (doen) overstromen ⇒ onder water zetten, (rijkelijk) overspoelen; 〈 figuurlijk〉 overstemmen, overstelpen♦voorbeelden:2 drown out • overstemmen, overschreeuwen -
7 flood the market with
-
8 flood
n. vloed, stroom; overstroming--------v. (over)stromen; buiten zijn oevers treden; (doen) overstromenflood1[ flud] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vloed2 uitstorting ⇒ stroom, vloed♦voorbeelden:flood of light • zee van lichtflood of rain • stortregenflood of reactions • stortvloed van reacties————————flood2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:they were flooded out • ze werden door het water (uit hun huis) verdrevenwe were flooded (out) with letters • we werden bedolven onder de brieven -
9 market
n. markt; uitverkoop; vraag, aanbod; koopmarkt; verkoopmarkt--------v. aan de markt brengen, omzetten; op de markt kopen; op de markt handelenmarket1[ ma:kit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 markt ⇒ handel; afzetgebied♦voorbeelden:be in the market for something • iets willen kopenput on the market • op de markt brengenprice oneself out of the market • zich uit de markt prijzen→ sensitive sensitive/————————market2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 overshoot
v. voorbijschieten, overheen schieten; zijn doel voorbij schietenovershoot1 te ver gaan/schieten 〈 ook figuurlijk〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 voorbijschieten ⇒ verder gaan/schieten dan♦voorbeelden: -
11 sluice
n. sluis--------v. uitspoelen; doorspoelen; afspoelen; spoelensluice11 sluis————————sluice2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 swamp
n. moeras--------v. overstromenswamp1[ swomp] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————swamp2〈 werkwoord〉2 doen onderlopen ⇒ onder water doen lopen, overstromen3 overstelpen ⇒ bedelven, overspoelen♦voorbeelden:3 swamp with work/letters • bedelven onder het werk/de brieven -
13 glut the market
de markt overspoelen -
14 colonisation
colonisation [kollonniezaasjõ]〈v.〉f -
15 coloniser
-
16 envahir
envahir [ãvaa.ier]〈 werkwoord〉2 overstromen ⇒ overwoekeren, binnenstormen3 overweldigen ⇒ overmeesteren, overspoelen♦voorbeelden:3 le froid l'envahissait peu à peu • hij, zij raakte langzaam maar zeker door de kou bevangenv1) binnendringen, bezetten2) overstromen -
17 berieseln
-
18 beschallen
beschallen1 met geluid, lawaai overspoelen ⇒ galmen over, door, in -
19 überfluten
überfluten -
20 überschwemmen
überschwemmen
Страницы
- 1
- 2