-
1 overeenstemmen
→ link=overeenkomen overeenkomen I 0.1 -
2 overeenstemmen
→ link=overeenkomen Iovereenkomen I -
3 overeenstemmen
согласоваться; сходиться во мнениях* * *(d)согласоваться; сходиться во мнениях* * *гл.общ. согласоваться, сходиться во мнениях -
4 overeenstemmen
übereinstimmen -
5 overeenstemmen
v. agree, concur, accord, harmonize, correspond, convene, coincide, comport, chime, tally -
6 overeenstemmen
-
7 overeenstemmen
• to agree• to conform• to correspond• to match -
8 overeenstemmen
1) överensstämma2) överenskomma3) enas -
9 overeenstemmen
uyuşmak [-ur] v -
10 overeenstemmen
être d'accord, s'accorder, s'harmoniser, se mettre d'accord -
11 overeenstemmen met
ile uyuşmak -
12 sloziti se
overeenstemmen -
13 överenskomma
overeenstemmen -
14 chime in with
overeenstemmen met; instemmen metchime in withinvallen/tussenbeide komen met 〈 opmerking〉————————chime in with -
15 sloziti se sa
overeenstemmen met -
16 accorder
accorder [aakordee]1 in overeenstemming brengen ⇒ doen overeenstemmen, overeenbrengen2 toegeven ⇒ toestemmen, erkennen3 verlenen ⇒ toestaan, toekennen♦voorbeelden:♦voorbeelden:v2) toegeven, toestemmen3) verlenen4) toekennen [waarde, belang]5) stemmen [muziek] -
17 harmonize
v. harmoniëren, overeenstemmen; doen harmoniëren, in overeenstemming brengen; harmoniseren (v. muziek, lonen, prijzen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 harmoniseren ⇒ doen harmoniëren/overeenstemmen -
18 agree
v. het eens zijn; toestemmen; overeenkomen[ əgrie:]1 akkoord gaan ⇒ het eens zijn, het eens worden, afspreken2 overeenstemmen ⇒ goed opschieten, passen♦voorbeelden:agree to do something • afspreken iets te zullen doenI agree! • vind ik ook!I don't agree! • vind ik niet!agree on/upon something • het ergens over eens zijn, een akkoord bereiken over ietsagree to something • met iets instemmen, in iets toestemmenagree with someone about something • het met iemand over iets eens zijnagree that • ermee akkoord gaan/ook vinden datagreed! • akkoord!2 agree with • kloppen met, overeenstemmen met, passen bij→ agree with agree with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bepalen ⇒ overeenkomen, afspreken♦voorbeelden: -
19 chime in
chime in♦voorbeelden: -
20 concur
v. samenvallen, overeenstemmen1 samenvallen ⇒ parallel lopen, overeenstemmen♦voorbeelden:everything concurred to produce a successful experiment • alles droeg bij tot/werkte mee aan het welslagen van het experiment¶ concur with someone/in something • het eens zijn met iemand/iets
См. также в других словарях:
Lehre — 1. An guter Lehr trägt keiner schwer. 2. Böse Lehr ist im bösen Menschen wie ein tropffen Oel im Kleid, sie lest sich nicht aussreiben. – Lehmam, 454, 19. 3. Dein lehr ist ohn gewicht, hastu dabey die Werke nicht. Lat.: Dogma tuum sordet, cum te… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon