-
1 Betrachtung
Betrachtung〈v.; Betrachtung, Betrachtungen〉1 beschouwing ⇒ benadering, bespiegeling2 be-, aanschouwing ⇒ waarneming♦voorbeelden:1 Betrachtungen anstellen • zijn gedachten laten gaan, overdenken -
2 Betrachtungen anstellen
————————zijn gedachten laten gaan, overdenken -
3 bedenken
bedenken1 overdenken, nadenken over, overwegen2 bedenken, denken aan3 bedenken, bedelen♦voorbeelden:wenn ich es so recht bedenke • als ik er zo eens goed over nadenk1 zich bedenken, nadenken over -
4 bewegen
bewegen12 〈 figuurlijk〉roeren, bewegen ⇒ treffen, ontroeren♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————bewegen2 -
5 nachdenken
-
6 spekulieren
-
7 wägen
wägen♦voorbeelden: -
8 überdenken
überdenken -
9 überlegen
überlegen22 〈 scheepvaart〉slagzij maken, overliggen————————überlegen1♦voorbeelden:jemandem glatt, weit überlegen sein • iemand veruit de baas zijnjemandem haus-, turmhoch überlegen sein • met kop en schouder boven iemand uitstekenjemandem an Kraft überlegen sein • het in kracht van iemand winnen————————überlegen3〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉1 overleggen ⇒ overdenken, -wegen, nadenken (over)♦voorbeelden:ich werde, will es mir überlegen • ik zal er (eens) over (na)denkenes sich anders überlegen • van gedachte(n) veranderenlange hin und her überlegen • lang en breed nadenken, wikken en wegenüberlegen Sie sich das zweimal! • denkt u daar nog maar eens goed over na! -
10 überprüfen
überprüfen1 controleren ⇒ nazien, verifiëren, natrekken2 opnieuw in overweging nemen ⇒ (opnieuw) overdenken, herzien
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский