-
1 overdaad
overdaad, overdadigheid♦voorbeelden: -
2 overdaad
-
3 overdaad
-
4 overdaad
n. excess, supererogation, extravagance -
5 overdaad
-
6 overdaad
excès -
7 overdaad schaadt
overdaad schaadt -
8 overdaad schaadt
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > overdaad schaadt
-
9 een overdaad van bloemen
een overdaad van bloemen -
10 een overdaad van bloemen
een overdaad van bloemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een overdaad van bloemen
-
11 excess luggage
overdaad aan bagage -
12 débauche
débauche [deeboosĵ]〈v.〉1 ontucht ⇒ liederlijkheid, losbandigheid2 overdaad ⇒ weelde, grote overvloed♦voorbeelden:vivre dans la débauche • een losbandig leven leidenf2) overdaad, weelde -
13 excès
excès [ekse]〈m.〉1 overmaat ⇒ teveel, uiterste, overschot, overschrijding♦voorbeelden:excès de prudence, de précaution • overmatige voorzichtigheidà l'excès, jusqu'à l'excès • bovenmatigtomber d' un excès dans l'autre • van 't ene uiterste in het andere vervallenpousser qn. jusqu'à l'excès • iemand tot het uiterste drijvenpar excès de zèle • vanwege een teveel aan ijversans excès • matigles excès d'un dictateur • de gewelddadigheden van een dictatorexcès de langage • grof taalgebruikne faites pas d'excès! • wees matig!1. m1) overmaat2) uitspatting2. m pl -
14 prodigalité
-
15 trop
trop [troo]〈bijwoord; ook m.〉1 te ⇒ (al) te veel, te zeer2 erg ⇒ zeer, uiterst♦voorbeelden:c'est trop! • dat had u niet moeten doen!c'en est trop! • dit gaat te ver!〈 informeel〉 rien de trop! • 't houdt niet over!pas trop • niet te veel, een beetjeun peu trop • een beetje te veelde, en trop • te veel, overbodigavoir qc. en trop • iets over hebbenpar trop • al tele trop • het teveel, de overdaad2 pas trop • niet zo erg, het houdt niet overje ne sais pas trop • ik weet het niet zo goed1. mteveel, overdaad2. adv1) te (zeer)2) erg, uiterst -
16 iemand in zijn belangen schaden
Deens-Russisch woordenboek > iemand in zijn belangen schaden
-
17 overdadigheid
→ link=overdaad overdaad -
18 schaden
1 nuire à♦voorbeelden:stress schaadt de gezondheid • le stress nuit à la santéiemand in zijn belangen schaden • léser les intérêts de qn.→ link=overdaad overdaad -
19 излишек
overschot, overdaad -
20 излишество
onmatigheid, buitensporigheid, overdaad, teveel
См. также в других словарях:
Oewerdad — Overdâd is nargends gôd as vör Dîk un Damen. – Stürenburg, 162b. Holl.: De overdaad doet geen kwaad. – In overdaad valt geene garantie. – Overdaad verdoet zak en zaad. (Harrebomée, II, 157b.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Herman de Vries — (* 11. Juli 1931 in Alkmaar in den (Niederlanden) ist ein in Unterfranken lebender niederländischer bildender Künstler. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Position 3 Zitat … Deutsch Wikipedia
Scham — 1. Besser Scham im Gesicht als Weh im Herzen. Holl.: Beter is de schaamte in de oogen, dan eene vlek in het hart. (Harrebomée, II, 236b.) It.: Colui, ch hà gettato via la vergogna, non la ripiglia mal più. – Meglio è vergogna in faccia, che dolor … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Uebermuth — 1. Aeövermôd deit selten gôd. (Altmark.) – Danneil, 207; für Hannover: Schambach, II, 143. 2. Kein Uebermuth entläuft der Ruth . Mhd.: Waz hilfet daz, daz wir sehen, als ich vür wâr moc gejehen, daz übermuot zaller zît gar ze jnngist underlît.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wohlleb — 1. Wohlleb, Dummert und Faulert sind Brüder. Holl.: Groote weelde, botte zin; maar armoê brengt subtielheid in. (Harrebomée, II, 445b.) 2. Wohlleb hat das Spinnrad nicht erfunden. 3. Wohlleb lässt den Verstand brach liegen. 4. Wohlleb muss oft… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon