-
1 besteden
v. spend, outlay, expend, appropriate -
2 besteding
n. outlay, spending -
3 onkosten
n. expense, charge, outgoings, exes--------v. outlay -
4 uitgaaf
n. expenditure, expense, expenses, cost, disbursement, publication, edition, outgo, outlay, impression -
5 uitgave
n. expenditure, expense, expenses, cost, disbursement, publication, edition, outgo, outlay, impression -
6 uitgeven
n. runout--------v. spend, expend, issue, emit, pay away, put out, put forth, send forth, publish, edit, outlay -
7 kapitaalinvestering
• capital investment• capital outlayNederlands-Engels Technisch Woordenboek > kapitaalinvestering
-
8 eerste uitgaven
eerste uitgaveninitial expenses/outlayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > eerste uitgaven
-
9 eerste
♦voorbeelden:de eerste vier dagen • (for) the next four daysde eerste dagen ging het wel • the first few days things were finebij de eerste de beste gelegenheid • at the first opportunity, at someone's earliest convenienceinformatie uit de eerste hand • firsthand informationik zeg het voor de eerste en de laatste maal • I am saying this once and for allin/op de eerste plaats • in the first place, firstly; 〈 met nadruk〉 first and foremost, first of allde eerste tijd kan ik je niet komen bezoeken • I cannot visit you for a whileeerste uitgaven • initial expenses/outlayde eerste die aankomt, krijgt de prijs • the first to get there gets the prizeéén keer moet de eerste zijn • there's a first time for everythingin de eerste (versnelling) • in first/bottom gearten eerste • first(ly), in the first place; 〈 om te beginnen〉 for one thing; 〈 informeel〉 for a startop de eerste van de maand • on the first (day) of the monthvan de eerste tot de laatste • from the first (man) to the last (man)hij is niet de eerste de beste • he is not just anybodyde eerste de beste zal het je zeggen • anyone will tell you thatde eerste de beste dokter • the nearest doctorhet eerste wat we zagen was … • the first thing we saw was …dat is het eerste wat ik daarvan hoor • that's the first I have heard of it -
10 investeringskosten
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > investeringskosten
-
11 kost
1 [meervoud] [wat betaald moet worden] cost, expense ⇒ 〈 investeringen〉 outlay, charge 〈 voor diensten〉2 [levensonderhoud] living♦voorbeelden:kosten van levensonderhoud • cost of livingop haar eigen kosten • at her own expensede kosten bestrijden • meet the costsdit brengt veel kosten met zich mee • this involves considerable costs/expensede kosten dekken • cover the costsde kosten delen met iemand • share (the) expenses with someonede kosten dragen • bear the expensesveel kosten maken • go to great expensekosten maken • incur expenseskosten noch moeite sparen • spare no trouble or expensede kosten eruit hebben • have recovered one's expensesmet weinig kosten • at little expenseiemand op kosten jagen • put someone to expense(s)op kosten van • at the expense ofop kosten van zijn moeder leven • live off one's motherzonder kosten • free of charge2 de kost verdienen (als/door) • make/earn a living (as/out of/by -ing)zelf de kost verdienen • provide for oneselfwat doe jij voor de kost? • what do you do for a living?ik zou ze niet graag de kost willen geven, die … • there are more than you think who …bij iemand in de kost zijn • board with someonein de kost gaan bij • lodge/board withlichte/zware kost • light/heavy foodslappe kost • slopsgeestig zijn ten koste van iemand anders • be witty at someone else's expense -
12 uitgave
2 [het laten drukken van boeken] publication5 [publicatie] publication, production♦voorbeelden:op de uitgaven besnoeien • curtail one's spending, cut one's expenses (down)4 〈 figuurlijk〉 hij is een verkleinde uitgave van zijn vader • he is a miniature of his father, he's a chip off the old block5 (nieuwe) uitgaven op het gebied van de letterkunde • (new) publications in the field of literature
См. также в других словарях:
outlay — out‧lay [ˈaʊtleɪ] noun [countable, uncountable] FINANCE an amount of money that has to be spent, especially at the start of a new business, project etc: • The company s initial outlay would be about $56m. ˌcapital ˈoutlay FINANCE money spent on… … Financial and business terms
Outlay — Out*lay , v. t. To lay out; to spread out; to display. [R.] Drayton. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Outlay — Out lay , n. 1. A laying out or expending. [1913 Webster] 2. That which is expended; expenditure. [1913 Webster] 3. An outlying haunt. [Obs.] Beau. & Fl. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
outlay — I noun amount expended, budgeted items, charge, cost, disbursement, expenditure, expense, impensa, outgo, payment, spending, sumptus II index bear the expense, charge (cost) … Law dictionary
outlay — (n.) act or fact of laying out (especially money) or expending, 1798, originally Scottish, from OUT (Cf. out) + LAY (Cf. lay) (v.) … Etymology dictionary
outlay — [n] expenses bite*, bottom line*, charge, cost, damage, disbursement, expenditure, expense, highway robbery*, investment, price tag, score*, setback*, spending, tab*, throw*, tune*; concept 344 Ant. income, pay … New thesaurus
outlay — ► NOUN ▪ an amount of money spent … English terms dictionary
outlay — [out′lā΄; ] for v. [ out lā′, out′lā΄] n. 1. a spending (of money, energy, etc.) 2. money, etc. spent vt. outlaid, outlaying to spend (money) … English World dictionary
outlay — noun ADJECTIVE ▪ considerable, huge, large, massive ▪ modest (esp. BrE), small ▪ initial ▪ T … Collocations dictionary
outlay — out|lay [ˈautleı] n [U and C] the amount of money that you have to spend in order to start a new business, activity etc →↑expense, cost ↑cost small/modest/considerable/large etc outlay ▪ For a relatively small outlay, you can start a home… … Dictionary of contemporary English
outlay — [[t]a͟ʊtleɪ[/t]] outlays N VAR: usu with supp Outlay is the amount of money that you have to spend in order to buy something or start a project. Apart from the capital outlay of buying the machine, dishwashers can actually save you money... A… … English dictionary