-
1 vestments
-
2 in full rig
-
3 regalia
n. rijksinsigniën, onderscheidingstekenen; staatsiegewaad; zondagskleren[ rigeeliə] 〈 werkwoord ook enkelvoud〉♦voorbeelden: -
4 rig
n. (scheep) tuig(age); uitrusting--------v. opzichten, vervalsenrig1[ rig] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 〈 Amerikaans-Engels〉trekker/truck met oplegger♦voorbeelden:————————rig2〈werkwoord; rigged〉♦voorbeelden: -
5 the mayor in full regalia
См. также в других словарях:
Ornat — Sm feierliche Amtstracht per. Wortschatz fach. (13. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. ōrnātus Ausstattung, Schmuck , zu l. ōrnāre ausstatten, schmücken (Ornament). Ebenso nndl. ornaat, nschw. ornat, nnorw. ornat. ✎ DF 2 (1942), 274. lateinisch… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
