-
1 orakelen
-
2 orakelen
1 [als een orakel spreken] prognosticateII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [schertsend] pontificate about/on♦voorbeelden:2 wat orakel je weer • are you pontificating again? -
3 orakelen
гл.общ. вещать, предсказывать (обычно дурное) -
4 orakelen
v. oracle, pontificate -
5 вещать
vgener. orakelen -
6 предсказывать
vgener. orakelen (обычно дурное), profeteren, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen, wichelen -
7 oracle
n. Oracle (bij computers, op een na grootste programmeringsbedrijf op de wereld)[ orrəkl]2 orakelachtige uitspraak ⇒ profetie; raadselachtig/dubbelzinnig antwoord♦voorbeelden: -
8 vaticiner
-
9 вещать
vgener. orakelen -
10 предсказывать
vgener. orakelen (обычно дурное), profeteren, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen, wichelen -
11 orakeln
orakeln
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский