Перевод: с французского на все языки

со всех языков на французский

Со всех языков на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

opwarmen

Толкование Перевод

1 chauffer

chauffer [sĵoofee]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 warm worden ⇒ warm lopen

2 verwarmen ⇒ warmte produceren

♦voorbeelden:

1    orchestre qui chauffe • orkest dat opzwepende muziek speelt

salle qui chauffe terrible • zaal die op zijn kop staat

faire chauffer • warm maken, opwarmen

〈 informeel〉 ça va chauffer • dat wordt menens

  → colle

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 verwarmen ⇒ verhitten, stoken

2 〈 informeel〉 enthousiast maken ⇒ aanzetten, klaarstomen

3 〈 argot〉 jatten

♦voorbeelden:

1    chauffer à blanc • witgloeiend maken

  → oreille

¶    〈 informeel〉 chauffer qn. • iemand op heterdaad betrappen

III se chauffer 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich warmen

2 zijn huis verwarmen

3 〈 sport en spel〉 warmlopen ⇒ zich opwarmen

  → bois

v

1) warm worden/lopen

2) verwarmen, verhitten

3) stoken

4) enthousiast maken

5) klaarstomen [leerling]

6) jatten

Dictionnaire français-néerlandais > chauffer
2 échauffer

échauffer [eesĵoofee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 opwarmen ⇒ verhitten

2 〈 werktuigdelen〉 warm doen lopen

3 〈 figuurlijk〉 verhitten ⇒ opwinden

4 broei veroorzaken in

♦voorbeelden:

3    esprits échauffés • verhitte gemoederen

  → bile, oreille, sang, tête

II s'échauffer 〈 wederkerend werkwoord〉

1 〈 sport en spel〉 zijn spieren loswerken ⇒ zich opwarmen

2 zich opwinden ⇒ verhit raken, zich verhitten 〈 van gemoederen〉

♦voorbeelden:

2    la discussion s'échauffe • de discussie loopt hoog op

Dictionnaire français-néerlandais > échauffer
3 réchauffer

réchauffer [reesĵoofee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 opwarmen ⇒ opnieuw warm maken

2 verwarmen ⇒ voorverwarmen

3 aanwakkeren ⇒ nieuw leven inblazen, aanvuren

♦voorbeelden:

1    cela vous réchauffe le coeur • dat beurt je op

3    réchauffer une vieille histoire • oude koeien uit de sloot halen

II se réchauffer 〈 wederkerend werkwoord〉

1 warmer worden ⇒ weer warm worden

2 zich (ver)warmen

♦voorbeelden:

2    se réchauffer au soleil • zich koesteren in de zon

1. v
1) (op)warmen

2) verwarmen

3) aanwakkeren
2. se réchauffer
v

1) weer warm worden

2) zich verwarmen

Dictionnaire français-néerlandais > réchauffer
4 dégeler

dégeler [deezĵlee]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 ontdooien ⇒ smelten

♦voorbeelden:

1    faire dégeler qc. • iets laten ontdooien

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 ontdooien ⇒ doen smelten, opwarmen

2 ontspannen ⇒ op zijn gemak stellen

3 vrijgeven ⇒ deblokkeren, vrijmaken

♦voorbeelden:

2    dégeler une assemblée • een vergadering in de stemming brengen

3    dégeler une situation politique • een politieke situatie uit de impasse halen

III se dégeler 〈 wederkerend werkwoord〉

1 ontdooien ⇒ warm worden, loskomen, uit de plooi komen

IV 〈 onpersoonlijk werkwoord〉

1 dooien

Dictionnaire français-néerlandais > dégeler
5 faire chauffer

faire chauffer

warm maken, opwarmen

Dictionnaire français-néerlandais > faire chauffer

См. также в других словарях:

opwarmen — waran … Woordenlijst Sranan
Church of Misery — Background information Origin Shinjuku, Tokyo, Japan Genres … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на все языки

opwarmen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на все языки

opwarmen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: