-
1 opscharrelen
-
2 opscharrelen
1 rake up ⇒ dig up/out, rout/ferret out -
3 opscharrelen
v. rake out, scare up -
4 opscharrelen
раздобыть; выкопать; раскопать; откопать; подцепить -
5 een meisje opscharrelen
een meisje opscharrelen -
6 een meisje versieren
een meisje versieren -
7 versieren
1 [opschikken, verfraaien] décorer2 [sieren] orner3 [voor elkaar krijgen] arranger4 [verleiden] séduire♦voorbeelden:1 zich versieren met iets • se parer de qc.de kamer met slingers versieren • décorer la pièce de guirlandes4 een meisje versieren • 〈 opscharrelen〉 se trouver une petite amie; 〈 verleiden〉 draguer une jeune fille¶ valt er nog wat te versieren? • 〈 te bedenken〉 qu'est-ce qu'on peut faire?; 〈 uit te halen〉 c'est intéressant?
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский