-
1 oppermachtig
1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 tout-puissant 〈meervoud: tout-puissants〉/toute-puissante 〈meervoud: toutes-puissantes〉⇒ souverain 〈 bijwoord〉 souverainement♦voorbeelden: -
2 oppermachtig
-
3 oppermachtig
-
4 oppermachtig
adj. sovereign -
5 oppermachtig
regent -
6 oppermachtig
souverain -
7 oppermachtig regeren
oppermachtig regeren -
8 oppermachtig regeren
oppermachtig regerenrule/reign supremeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > oppermachtig regeren
-
9 всемогущий
adjgener. almachtig, almogend, omnipotent, oppermachtig
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский
- Шведский