-
1 oplichterij
-
2 oplichterij
-
3 oplichterij
жульничество, мошенничество* * *сущ.общ. мошенничество, надувательство, обман -
4 oplichterij
n. swindle, chouse, flanker, dupery, false pretences, con, rascaldom, hocus pocus, hokey pokey -
5 oplichterij
v -
6 double-dealing
oplichterij, bedrogdouble-dealing -
7 жульничество
oplichterij, zwendel, dievenstreek -
8 мошенничество
oplichterij, (boeren)bedrog, bedriegerij, afzetterij -
9 skin game
-
10 piraterie
piraterie [pieraatrie]〈v.〉2 afzetterij ⇒ flessentrekkerij, oplichterij♦voorbeelden:f1) zeeroverij2) oplichterij -
11 афера
zwendel, zwendelarij, oplichterij -
12 мошенничество
ngener. fieltenstreek, flessentrekkerij, fraude, knoeiboel, knoeierij, knoeiwerk, oplichterij, schavuitenstreek, schavuitenstuk, schavuitenwerk, schelmerij, schelmstuk, zwendel, zwendelarij -
13 надувательство
n1) gener. boerenbedrog, flessentrekkerij, fopperij, gezwendel, goochelarij, goochelspel, knoeiboel, knoeierij, knoeiwerk, nep, oplichterij, zwendel, zwendelarij2) colloq. bedotterij -
14 обман
n1) gener. fopperij, fraude, geknoei, knoeiboel, knoeierij, knoeiwerk, knopendraaien, lak, afzetterij, bedriegerij, bedrog, een wassen neus, goochelspel, humbug, judasstreek, misleiding, nep, oplichterij, zwendel, zwendelarij2) liter. goochelarij -
15 con
-
16 confidence trick
confidence trick, 〈 Amerikaans-Engels〉 confidence game1 oplichterij ⇒ zwendelarij, misbruik van (goed) vertrouwen -
17 daylight robbery
overval op klaarlichte dagdaylight robbery -
18 double-cross
-
19 forgery
n. vervalsing, namaak[ fo:dzjərie] 〈meervoud: forgeries〉1 vervalsing ⇒ falsificatie, namaak(sel)2 het vervalsen ⇒ oplichterij, het plegen van valsheid in geschrifte -
20 fraud
n. bedrog, fraude, bedriegerij[ fro:d]1 bedrog ⇒ fraude, zwendel2 bedrieger ⇒ oplichter, fraudeur3 vervalsing ⇒ bedriegerij, oplichterij
Страницы