-
1 oplichten
2 [licht beginnen te geven] be fluorescent♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [geld/goed afhandig maken] swindle, cheat ⇒ con♦voorbeelden:1 een tip van de sluier oplichten • give a hint/foretaste2 iemand oplichten voor 2 ton • swindle/con someone out of 200,000 guilders -
2 oplichten
1 [lichter worden, ook figuurlijk] s'éclaircirII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [optillen] soulever2 [geld, goed afhandig maken] escroquer♦voorbeelden:2 iemand oplichten voor 2 ton • escroquer deux cent mille florins à qn. -
3 oplichten
приподнять; надуть; нагреть; (с)жульничать; (с)плутовать; брезжить, забрезжить; светитьсязасветиться; мелькать, замелькать* * *гл.общ. обманывать, светлеть, уводить силой, поднимать, проясняться (о погоде), приподнимать -
4 oplichten
betrügen -
5 oplichten
v. lift, swindle, bilk, chouse -
6 oplichten
-
7 oplichten
• to fluoresce• to lift• to light up• to luminesce -
8 oplichten
dolandırmak [-ır] v -
9 een tipje van de sluier oplichten
een tipje van de sluier oplichtenDeens-Russisch woordenboek > een tipje van de sluier oplichten
-
10 iemand oplichten voor 2 ton
iemand oplichten voor 2 tonescroquer deux cent mille florins à qn. -
11 die verf zal nog wel wat oplichten
die verf zal nog wel wat oplichtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die verf zal nog wel wat oplichten
-
12 een tip van de sluier oplichten
een tip van de sluier oplichtengive a hint/foretasteVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tip van de sluier oplichten
-
13 een tipje van de sluier oplichten
een tipje van de sluier oplichten〈 figuurlijk〉 lift/raise (a corner of) the veilVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tipje van de sluier oplichten
-
14 iemand oplichten voor 2 ton
iemand oplichten voor 2 tonswindle/con someone out of 200,000 guildersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand oplichten voor 2 ton
-
15 de sluier oplichten
-
16 een tip van de sluier oplichten
-
17 обманывать
v1) gener. voor de zot houden (фламандский), tillen, voor de gek houden, afzetten, beduivelen, beduvelen, beethebben, beliegen, beschamen (надежды), frauderen, knoeien, oplichten, verschalken, (iem.) er door halen (кого-л.), (iem.) in de nek zien, (iem.) in de nek zien (кого-л.), (iem.) knolien voor citroenen verkopen (кого-л.), (iem.) om de tuin leiden (кого-л.), bedriegen, bedrog plegen, begoochelen, duperen, fraude plegen, (только inf) lorrendraaien, misleiden, mystificeren, voorspiegelen2) colloq. linken, verlakken, vernikkelen, bedonderen, bedotten, beetnemen3) liter. (iem.) een rad voor de ogen draaien, (iem.) tuk hebben (кого-л.), goochelen4) rude.expr. belazeren -
18 поднимать
vgener. (вопрос и т.п.) aankaarten, beuren (ãðóç), heffen, hijsen, opbeuren, opbrengen, opdragen, opdrijven, ophalen, ophebben, opheffen, opjagen, opjagen (зверя, дичь), oplaten (занавес), opnemen, oprichten, opschuiven, opslaan (глаза), opsteken, optrekken, opvatten, opvoeren, opzetten, verheffen, lichten, oplichten, aansnijden (вопрос и т.п.), ophijsen (ôôàã), ophogen, oppakken, oprapen, optillen, opwaaien (ïûôü), overal maken, rapen, schorten, spannen (паруса), tillen, verhogen -
19 приоткрывать завесу
vgener. de sluier oplichten -
20 приподнимать
vgener. lichten, oplichten, opschuiven
- 1
- 2