-
101 winst
♦voorbeelden:winst maken • faire des bénéficesmet winst verkopen • vendre à profitmet de winst gaan strijken • se retirer sur son gainop winst uit zijn • être âpre au gain -
102 aanblik
-
103 betalen
1 [het verschuldigde doen toekomen] pay 〈 iemand, een rekening〉; pay for 〈 iets〉 ⇒ 〈 na protest〉 pay up, 〈 ten volle〉 pay off, 〈 ten volle〉 settle 〈ook → link=betaald betaald〉♦voorbeelden:1 het nog te betalen bedrag is … • the amount still due is …de chauffeur/de ober betalen • pay the driver/the waitereen deel van de kosten betalen • share in the costsieder zijn deel betalen • share and share alikede kosten betalen • bear the costte betalen saldo, (nog) te betalen • balance duezijn schulden (niet) betalen • (not) pay one's debtsiemand te veel laten betalen • overcharge someonemag ik even betalen? • could I have the bill, please?weigeren te betalen, niet meer betalen 〈 rekeningen〉 • repudiate/suspend paymenten wij moeten alles maar betalen • and we have to foot the billwie zal dit betalen? • who's going to pay for this?contant betalen • pay (in) cashiets duur (moeten) betalen • pay dear for somethingwat heb je ervoor moeten betalen • what did they charge you for it?hoeveel krijgen zij ervoor betaald? • what's in it for them?die huizen zijn niet te betalen • the price of these houses is prohibitivevooruit te betalen, vooraf betalen • payable in advanceelkaar met gesloten beurzen betalen • settle on mutual termsmet een cheque/met cheques betalen • pay by chequeper uur/stuk betaald worden • be paid by the hour, be on piece-workuit eigen portemonnee betalen • pay out of one's own pockethier hoeft u niets voor te betalen • there is no charge (for this)hier kun je alles kopen, als je maar betaalt • you can buy anything here, at a price1 [geld opleveren] pay♦voorbeelden:2 [vergelden] repay♦voorbeelden: -
104 bezwaar
1 [belemmering, nadeel] drawback♦voorbeelden:1 dit heeft het bezwaar dat … • this has the drawback that …onoverkomelijke bezwaren met zich meebrengen/opleveren • present insurmountable obstaclesop de volgende bezwaren stuiten • encounter the following obstacleseen beetje regen is toch geen bezwaar • a little rain is no problem, is it?2 bezwaar aantekenen (tegen iets) • lodge an objection (to something)/a complaint (against something)als je er geen bezwaar tegen hebt, steek ik een sigaret op • if you don't mind, I'll light a cigaretteze maakte nogal bezwaar toen ik om opslag vroeg • she made a bit of a fuss when I asked for a risebezwaar/bezwaren tegen iets hebben/maken • raise an objection/objections to something, take exception to somethingzonder enig bezwaar • without any objectioneen of twee kinderen geen bezwaar • one or two children acceptable -
105 bieden
3 [aanbieden] offer4 [kaartspel] bid♦voorbeelden:de mogelijkheid bieden tot • offer the possibility of(hardnekkig) weerstand bieden (aan) • resist (stubbornly)♦voorbeelden:1 ik bied er twintig gulden voor • I'll give you twenty guilders for it; 〈 op veiling〉 I bid twenty guilders for itmeer/minder bieden (dan de anderen) • outbid/underbidals eerste bieden • open the bidding -
106 gevaar
2 [hachelijke toestand] danger3 [risico] risk♦voorbeelden:1 het gele/rode gevaar • the yellow/red perilzich aan gevaren bloot stellen • expose oneself to dangerser dreigt gevaar • danger threatens, there is dangerhij is een gevaar op de weg • he's a menace on the roadsgevaar lopen • be in dangerzorg ervoor dat ze geen gevaar lopen • keep them out of harm's wayhet gevaar trotseren • defy dangergevaar vermoeden/ruiken/bespeuren • sense/scent dangergevaar vormen/opleveren (voor) • be a danger (to)in gevaar zijn/verkeren • be in dangermet gevaar voor eigen leven • at (the) risk of one's lifemet groot gevaar voor • at great risk tohij is een gevaar voor de maatschappij • he is a public menacehet is niet zonder gevaar • it is not without its dangerser is geen gevaar bij • there is no dangerer bestaat (het) gevaar dat • there is a risk thatpas op, gevaar! • beware, danger!de zieke is buiten gevaar • the patient is out of dangeriemand/iets in gevaar brengen • endanger someone/something3 het gevaar lopen te/dat • run the risk of/thatop (het) gevaar af • at (the) risk ofiets doen op het gevaar af • risk/chance (doing) something, take a chance on (doing) something -
107 oogst
3 [figuurlijk] [opbrengst] harvest♦voorbeelden:de oogst binnenhalen • bring in the harvesteen rijke oogst opleveren/geven • produce a rich harvest -
108 opbrengen
2 [als gevangene ergens heen brengen] run/bring in3 [betalen] come up with4 [in staat zijn tot] get/work up5 [bedekken met] apply♦voorbeelden:die zaak brengt niet veel op • that business doesn't bring in much4 begrip/belangstelling opbrengen voor • show understanding for/an interest inenthousiasme opbrengen • work up enthusiasmhij kon de moed niet meer opbrengen • he couldn't summon the courage anymore5 verf dik/dun opbrengen • apply a thick/thin coat of paint -
109 renderen
1 [winst opleveren] pay/yield (a profit)2 [voldoende opbrengen] pay/yield/show (a return)♦voorbeelden:het erts wordt niet in renderende hoeveelheden aangetroffen • extraction of the ore is not commercially viableeen kapitaal renderend maken • put one's capital to work2 die zaak zal wel renderen • that business will pay/yield/show -
110 saldo
1 balance♦voorbeelden:een nadelig/negatief/passief saldo • a deficitopenstaand saldo • outstanding balancevoldoende saldo op een rekening hebben • have sufficient (funds) in an accounteen batig saldo geven, een saldo opleveren • yield a surplus -
111 schadepost
1 [post waaronder een schade geboekt wordt] (item of) loss♦voorbeelden: -
112 verdienen
♦voorbeelden:zuur verdiend • hard-earned/-wondaar is niets aan te verdienen • there is no money in thater iets aan/mee verdienen • make something on it, gain something by it2 [salaris opleveren] pay♦voorbeelden: -
113 voortbrengen
♦voorbeelden:2 de 17e eeuw heeft vele grote mannen voortgebracht • the 17th century produced/brought forth many great men -
114 winst
1 [opbrengst boven de bestede kosten] profit ⇒ 〈 vaak meervoud, rendement〉 return, 〈 van bedrijf, ook〉 earning(s), 〈meervoud; speel/gokwinst〉 winning♦voorbeelden:ingehouden winsten • retained profits/earningsnetto winst • net/ 〈 Brits-Engels ook〉nett returns/gain/profitzuivere winst • clear profitwinst behalen/opleveren • gain/make/yield (a) profithet huis bracht winst op • the house realized a profitwinst slaan uit • make money out of, capitalize ontel uit je winst • it can't go wrong, Bob's your uncleer zit winst in • there's money in itmet winst verkopen • sell at a profitmet de winst gaan strijken • reap the profitop winst uit zijn • be out to make a profitop winst spelen • play to winop winst staan • be winningwinst uit onderneming • operating profits, profit from ordinary activities -
115 Ergebnisse zeitigen
-
116 Ertrag
Ertrag〈m.; Ertrag(e)s, Erträge〉♦voorbeelden: -
117 Frucht
〈v.; Frucht, Früchte〉♦voorbeelden: -
118 Gewinn
Gewinn〈m.; Gewinn(e)s, Gewinne〉♦voorbeelden:1 ein Gewinn bringendes Geschäft • een winstgevende, lucratieve zaak(einen) Gewinn abwerfen, (ein)bringen • winst opleverenGewinn(e) erzielen, machen • winst(en) maken, behalenaus einer Sache Gewinn schlagen, ziehen • uit iets winst, munt slaan 〈 ook figuurlijk〉 -
119 Gewinn bringen
-
120 Gewinne abwerfen
Страницы
См. также в других словарях:
oplever — op|le|ver sb., en; én på opleveren … Dansk ordbog