-
1 взбодриться
opfleuren, wakker/monter worden -
2 взбодрить
verkwikken, oppeppen, opfleuren -
3 ободриться
-
4 ободрять
vgener. oppeppen (bv.: voetbalspelers moesten elkaar even oppeppen voor de wedstrijd), opbeuren, opfleuren, opmonteren, (iem.) een hart onder de riem steken (кого-л.), (iem.) moed geven (кого-л.), aanmoedigen, aanwakkeren, bemoedigen, moed inspreken, opvrolijken, verkwikken, verstouten -
5 освежать
vgener. laven, opfleuren (о дожде), opfrissen, verfrissen, afkoelen, opfrissen (в памяти), opluchten, verkoelen, verversen -
6 поднимать настроение
vgener. opfleurenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > поднимать настроение
-
7 развеселиться
-
8 развеселять
vgener. opfleuren, opvrolijken -
9 украшать
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский