-
1 elk ogenblik floepte zij de deur uit
elk ogenblik floepte zij de deur uitDeens-Russisch woordenboek > elk ogenblik floepte zij de deur uit
-
2 de auto kan het elk ogenblik begeven
de auto kan het elk ogenblik begevenDeens-Russisch woordenboek > de auto kan het elk ogenblik begeven
-
3 ik heb er een hekel aan elk ogenblik gestoord te worden
ik heb er een hekel aan elk ogenblik gestoord te wordenDeens-Russisch woordenboek > ik heb er een hekel aan elk ogenblik gestoord te worden
-
4 de auto kan het elk ogenblik begeven
de auto kan het elk ogenblik begevenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de auto kan het elk ogenblik begeven
-
5 de trein kan elk ogenblik aankomen
de trein kan elk ogenblik aankomenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de trein kan elk ogenblik aankomen
-
6 het kan elk ogenblik plaatsvinden
het kan elk ogenblik plaatsvindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan elk ogenblik plaatsvinden
-
7 ogenblik
♦voorbeelden:hij kan elk, ieder ogenblik aankomen • il peut arriver d'un moment à l'autrehet gunstige ogenblik afwachten • attendre l'instant propicein een onbewaakt ogenblik • dans un moment d'inattentionop een ongelukkig ogenblik aankomen • arriver à contretempsin een verloren ogenblik • à un moment perduzonder een ogenblik te verliezen • sans perdre une secondein een ogenblik • en un clin d'oeiljuist op het ogenblik dat • à l'instant (même) oùop dat ogenblik • à ce moment-làop dit ogenblik • en ce momentop ieder ogenblik • à tout momentop het ogenblik van vertrek • au moment de partirop het ogenblik dat … • au moment où … 〈+ aantonende wijs〉voor het ogenblik • pour le momentgeen ogenblik vrij hebben • ne pas avoir un moment à soi -
8 hij kan elk, ieder ogenblik aankomen
hij kan elk, ieder ogenblik aankomenDeens-Russisch woordenboek > hij kan elk, ieder ogenblik aankomen
-
9 minute
minute [mienuut]〈v.; ook tussenwerpsel〉1 minuut ⇒ min.2 ogenblik(je) ⇒ oogwenk, ommezien♦voorbeelden:1 cinq minutes! • wacht even!, een ogenblikje!dans cinq, trois minutes • zo meteendes minutes de coiffeur • heel lang, een eeuwigheidentrecôte minute • gegrilde entrecotenettoyage minute • snelstomerijla minute de vérité • het uur der waarheid, het beslissende momentà la minute • op staande voetil est arrivé à la minute au rendez-vous • hij is stipt op tijd op de afgesproken plaats aangekomenà la minute (même) où • op het ogenblik datd' une minute à l'autre • op elk ogenblikje reviens dans une minute • ik kom dadelijk terug¶ minute (papillon)! • een ogenblik!1. f1) minuut2) ogenblik3) oorspronkelijke akte [juridisch]2. interj -
10 now
adv. onmiddelijk, direct; nu--------conj. dus; als; d.w.z. (dat wil zeggen)--------n. nunow1[ nau] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 nu ⇒ dit moment♦voorbeelden:1 every now and again, every now and then • zo nu en dan, af en toebefore now • vroeger, tot nu toeby now • ondertussen, inmiddelsfor now • voorlopigas from now, from now on • van nu af aanuntil now, up till now, up to now • tot nu toe————————now2〈 bijwoord〉1 nu ⇒ tegenwoordig; onder deze omstandigheden♦voorbeelden:it's two years ago now that I went away • het is nu (al weer) twee jaar geleden dat ik weggingwith prices now rising, now falling • met prijzen die nu eens stijgen, dan weer dalennow what do you mean? • maar wat bedoel je nu eigenlijk?now why didn't you tell me? • waarom heb je me dat dan niet gezegd?now and again/then • zo nu en dan, van tijd tot tijdjust now • zoëven, daarnet; nu, op dit ogenblikright now I'm working for B. • tegenwoordig werk ik voor B.now then, where do you think you're going? • zo, en waar dacht jij heen te gaan?there now • eindelijk!that's settled, now for the next question • dat is geregeld, en nu de volgende vraag————————now3〈 voegwoord〉♦voorbeelden: -
11 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
12 anytime
-
13 he can come anytime now
-
14 momentary
-
15 they'll be here any minute now
-
16 imminent
imminent [iemienã]1 dreigend ⇒ naderend, op handen zijnd♦voorbeelden:adjdreigend, op handen zijnd -
17 d' une minute à l'autre
d' une minute à l'autre -
18 la guerre est imminente
la guerre est imminente -
19 begeven
♦voorbeelden:zijn zenuwen hebben het begeven • ses nerfs ont craquéII 〈wederkerend werkwoord; zich begeven〉1 [ergens heengaan] se rendre(qp.)♦voorbeelden: -
20 floepen
♦voorbeelden:1 de tak floepte in zijn gezicht • paf!, il reçut la branche en pleine figureelk ogenblik floepte zij de deur uit • elle sortait toutes les cinq minuteshet touw floepte uit haar handen • la corde lui a échappé des mains
- 1
- 2