-
21 terugtocht
1 [terugreis] (chemin <m.> du) retour 〈m.〉♦voorbeelden: -
22 pen
♦voorbeelden:de pen hanteren • tenir la plumevan de pen leven • vivre de sa plumemet de pen • à la plumedat is met geen pen te beschrijven • c'est indescriptiblenaar de pen grijpen • prendre la plumeuit de pen rollen • se présenter sous la plume -
23 appel
appel1〈de〉♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 de appel valt niet ver van de boom (stam) • tel père, tel fils〈 spreekwoord〉 één rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand • il ne faut qu'une brebis galeuse pour gâter (tout) un troupeau————————appel2〈 het〉♦voorbeelden:appel blazen • sonner l'appelappel houden • faire l'appeltegen die bewering teken ik appel aan • je m'inscris en faux contre cette affirmationeen appel aan • un appel àin appel gaan • aller en appeldie hond is onder appel • ce chien obéit à l'appel¶ iemand onder appel hebben • avoir qn. sous sa coupe -
24 sprong
♦voorbeelden:hoge sprongen maken • 〈 letterlijk〉 faire de grands bonds; 〈 sport en spel〉 sauter haut; 〈 figuurlijk〉 courir d'énormes risqueseen sprong doen • sautereen sprong in inkomen maken • voir ses revenus augmenter subitementmet een sprong belandde zij in de tuin • d'un bond elle a atterri dans le jardineen ontwikkeling met sprongen • un développement par à-coups -
25 wind
♦voorbeelden:1 aanlandige wind • vent marin, de meraflandige wind • vent de terreer waait een frisse wind sinds zij er werkt • une bouffée d'air frais est entrée avec elleeen frisse wind door zijn hoofd laten waaien • se changer les idéeseen frisse wind laten waaien in • dépoussiérereen gure wind • un vent âpreeen harde wind • un grand ventde wind draait • le vent tournede wind gaat liggen • le vent tombewinden laten • lâcher des ventsiemand de wind uit de zeilen nemen • couper l'herbe sous le pied de qn.de wind steekt op • le vent se lèvewind tegen • vent de faceeen advies in de wind slaan • rejeter un bon conseilmet alle winden (mee)waaien, (mee)draaien • tourner à tous les ventsvoor de wind zeilen • avancer au ventvlak voor de wind zeilen • avoir le vent en poupe→ link=boom boom -
26 broek
♦voorbeelden:zijn broek aantrekken • enfiler son pantalondie vrouw heeft de broek aan, draagt de broek • cette femme porte la culottezijn broek uittrekken • enlever son pantalon〈 figuurlijk〉 iemand achter de broek zitten • être toujours sur le dos de qn.hij heeft het in zijn broek gedaan • il a fait dans sa culottezijn hemd in zijn broek stoppen • rentrer sa chemise dans son pantaloniemand voor de broek geven • donner une fessée à qn. -
27 les
♦voorbeelden:les geven in iets • enseigner qc.hij kan je daarin een lesje geven • il pourrait t'en remontrer〈 figuurlijk〉 iemand de les lezen • faire la leçon à qn.een les opgeven • donner une leçon à apprendrelessen aan de volksuniversiteit • cours à l'université populaireles in tekenen • leçon de dessin -
28 rem
♦voorbeelden:op de rem staan • écraser la pédale de freinop de rem trappen • donner un coup de frein〈 figuurlijk〉 aan de rem trekken • mettre un frein (à qc.)de rem werkte niet • le frein ne répondait pas -
29 spel
♦voorbeelden:gevaarlijk spel spelen • jouer un jeu dangereuxgewaagd, grof, hoog spel spelen • jouer gros jeuzijn verbeelding vrij spel laten • donner libre cours à son imaginationiemand vrij spel laten • laisser le champ libre à qn.vrij spel hebben • avoir les mains libreshet spel heeft nu wel lang genoeg geduurd • le manège a assez durédit paneel heeft te veel spel • ce panneau a trop de jeuhij maakt van alles een spel • il prend tout à la légère〈 figuurlijk〉 een spel met iemand spelen • se payer la tête de qn.een fraai uitgevoerd spel • un jeu joliment faitiets op het spel zetten • mettre qc. en jeu 〈 ook figuurlijk〉〈 spreekwoord〉 ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde • malheureux au jeu, heureux en amoureen mooi spel hebben • avoir un beau jeude Olympische Spelen • les Jeux olympiques (< afkorting> J.O.)het spel gewonnen geven • abandonner la partiehet spel winnen • gagner la partieeen spel van drie uur • une partie de trois heures¶ een spel van kat en muis spelen • jouer avec qn. comme un chat avec une sourisbuiten spel blijven • rester sur la touchein het spel zijn • être en jeuer is een vergissing in het spel • il y a (un) malentendualles op het spel zetten • risquer le tout pour le toutuw toekomst staat op het spel • il y va de votre avenir -
30 storm
♦voorbeelden:de storm loeit • la tempête fait rageeen storm steekt op • une tempête se lève→ link=wind wind -
31 teugel
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 de teugels van de regering in handen hebben • être aux leviers de commande du gouvernementzijn hartstochten de vrije teugel geven • donner libre cours à ses passionsiemand de vrije teugel laten • laisser la bride sur le cou à qn.een paard de teugel aandoen • brider un cheval〈 figuurlijk〉 (iemand) de teugels aanhalen • serrer la vis (à qn.)de teugels vast in handen hebben • tenir les rênesiemand de teugels uit handen nemen • reprendre les rênes des mains de qn. -
32 vet
vet1〈 het〉♦voorbeelden:plantaardige vetten • graisses végétalesiets in het vet zetten • graisser qc.2 melk met 7 procent vet • lait contenant 7 % de matières grasses¶ iemand zijn vet geven • dire son fait à qn.hij krijgt zijn vet • il se fait sonner les clochesnog wat in het vet hebben • 〈 voor zichzelf〉 avoir des espérances; 〈 voor iemand anders〉 réserver qc. à qn.————————vet21 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 gras/grasse♦voorbeelden:vet gedrukt • imprimé en grasvet schrijven • écrire en gras〈 ironisch〉 daar zal ik vet van worden! • ça me fait une belle jambe!→ link=prijs prijsvette vingers op het papier • empreintes grasses sur le papier -
33 ankeren
-
34 brok
♦voorbeelden:in brokken uiteenvallen • se morcelernu zitten ze met de brokken • il ne leur reste plus qu'à recoller les morceauxdaar komen brokken van! • il va y avoir de la casse!zij is één brok zenuwen • c'est un paquet de nerfs -
35 de oren spitsen
de oren spitsen————————de oren spitsen -
36 doel
♦voorbeelden:zijn doel bereiken • parvenir à ses finseen doel najagen • chercher à atteindre un butzich een doel stellen • s'assigner un butzijn doel voorbijschieten • manquer son butzijn doel voorbijstreven • passer à côté du buthij was het doel van bespotting • il servait de cible aux railleriesin het doel staan • se trouver dans le(s) but(s)met dat doel • dans ce butrecht op zijn doel afgaan • aller droit au butzonder doel rondlopen • errer sans but -
37 hermetisch
-
38 kind
♦voorbeelden:een kind van zijn tijd zijn • être de son tempseen buitenechtelijk kind • un enfant illégitimeeen echt kind • un enfant légitimenog een groot kind zijn • être un grand enfantdat kan een klein kind • c'est un jeu d'enfanteen ondergeschoven kind • un enfant substituédat kan een kind begrijpen • c'est simple comme bonjourzij is nog zo'n kind • elle est encore si enfanteen kind krijgen • avoir un enfant〈 schertsend〉 ik mag een kind krijgen als het niet waar is • je veux bien être pendu si ce n'est pas la véritéhet kind bij zijn naam noemen • appeler un chat un chateen kind verwachten • attendre un enfanthet kind met het badwater weggooien • jeter le bébé avec l'eau du bainergens (als) kind aan huis zijn • être qp. comme chez soivan kind af aan • dès l'enfancegeen kind aan iemand hebben • ne pas être gêné par qn.als kind • lorsque j'étais enfantzo onschuldig als een (pasgeboren) kind • innocent comme l'enfant qui vient de naître〈 spreekwoord〉 kinderen en dronken mensen zeggen de waarheid • la vérité sort de la bouche des enfantsach kind, schei toch uit! • voyons mon petit, je t'en prie! -
39 kinderlijk
1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 enfantin 〈 ook figuurlijk〉; 〈 bijwoord〉 de façon enfantine 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:een kinderlijke oogopslag • un regard enfantinkinderlijk naïef • d'une naïveté enfantine -
40 klip
♦voorbeelden:op een klip lopen • heurter un écueiltegen de klippen op drinken • boire comme un trou
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia