-
1 oogwenk
instante, momento, momentuDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > oogwenk
-
2 in een oogwenk - мигом, в мгновение ока, в два счёта
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > in een oogwenk - мигом, в мгновение ока, в два счёта
-
3 миг
oogwenk, ogenblik -
4 clin d'oeil
-
5 вмиг
in een oogwenk -
6 мигом
in een wip, in een oogwenk -
7 ik ben in een ~ terug - я сейчас/сию минуту вернусь
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > ik ben in een ~ terug - я сейчас/сию минуту вернусь
-
8 миг
ngener. flits, moment, ogenblik, ommezien, omzien, oogwenk, tel -
9 подмигнуть
vgener. een oogwenk geven -
10 double-quick
heel sneldouble-quick〈 informeel〉1 vliegensvlug ⇒ razendsnel; zo snel je kan♦voorbeelden:1 in double-quick time • in een oogwenk, onmiddellijk -
11 in a twinkle
in a twinkle -
12 in double-quick time
in een oogwenk, onmiddellijk -
13 twinkle
n. glans, schittering--------v. schitteren, glanzentwinkle1[ twingkl] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 trilling♦voorbeelden:the twinkle of the stars • het schitteren/fonkelen van de sterrena mischievous twinkle • een guitige flikkering————————twinkle23 trillen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 instant
instant1 [ẽstã]〈m.〉♦voorbeelden:1 à l'instant • ogenblikkelijk; daarnetà chaque, tout instant • telkens, steedsà l'instant (même) où • juist op het moment waaropdans un instant • dadelijk, gauwvivre dans l'instant • van de ene dag in de andere levenen un instant • in een oogwenkpar instants • soms, nu en danpour l'instant • op het moment, vooreerst————————instant2 [ẽstã]〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 formeel〉1 dringend2 dreigend ⇒ onmiddellijk, op handen zijndmmoment, ogenblik -
15 minute
minute [mienuut]〈v.; ook tussenwerpsel〉1 minuut ⇒ min.2 ogenblik(je) ⇒ oogwenk, ommezien♦voorbeelden:1 cinq minutes! • wacht even!, een ogenblikje!dans cinq, trois minutes • zo meteendes minutes de coiffeur • heel lang, een eeuwigheidentrecôte minute • gegrilde entrecotenettoyage minute • snelstomerijla minute de vérité • het uur der waarheid, het beslissende momentà la minute • op staande voetil est arrivé à la minute au rendez-vous • hij is stipt op tijd op de afgesproken plaats aangekomenà la minute (même) où • op het ogenblik datd' une minute à l'autre • op elk ogenblikje reviens dans une minute • ik kom dadelijk terug¶ minute (papillon)! • een ogenblik!1. f1) minuut2) ogenblik3) oorspronkelijke akte [juridisch]2. interj -
16 moins
moins1 [mwã]〈bijwoord; ook m.〉♦voorbeelden:moins il travaille (et) moins il réussira • hoe minder hij werkt, des te minder succes zal hij hebbenrien moins que • allesbehalve, geenszinsj'en veux dix francs, rien de moins • ik wil tien frank, geen cent minderrien de moins que • waarlijk, echt, niets minder danplus ou moins • min of meer, ongeveerni plus ni moins • niets meer en niets minderil n'en est pas moins vrai que • nietteminon se plaindrait à moins • er is alle reden om te klagenil y a moins d' une semaine • nog geen week geledenils ont moins de vingt ans • zij zijn onder de twintigde, en moins • minder, te kort, te weinigde moins en moins • hoe langer hoe minderen moins de • in minder dan, binnenen moins de deux, rien • in een wip, ommezien, oogwenkles moins de vingt ans • de jongeren onder de twintigc'est moins que rien • dit heeft niets te betekenenil est moins que rien • hij is zeer onbeduidendnon moins que • niet minder … dan, even … alsc'est un moins que rien • het is een nul→ plusà tout le moins, pour le moins • op zijn minstau moins • minstens, op zijn minsttout au moins • tenminste, althansdu moins • op zijn minst, althans, tenminste, dat wil zeggenle moins • het minste, het minimum¶ à moins que 〈+ aanvoegende wijs〉, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • tenzij, zonder, behalve————————moins2 [mwẽ]〈voorzetsel; ook m.〉♦voorbeelden:sept moins cinq égalent deux • zeven min vijf is tweeil est presque (trois heures) moins cinq • het is bijna vijf voor (drie)il fait moins dix (degrés) • het is tien graden onder nuldix puissances moins sept • tien tot de macht min zevenmettez un moins • zet een minteken1. m1) (het) minste, minimum2) minteken2. adv1) minder, geringer2) minst, geringst3. prépmin, verminderd met -
17 en un clin d'oeil
en un clin d'oeilin een oogwenk, in een ommezien -
18 en un instant
en un instant -
19 en moins de deux, rien
en moins de deux, rienin een wip, ommezien, oogwenk -
20 instante
moment, ogenblik, oogwenk, tel, tijdstip, wijl, wipDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > instante
- 1
- 2