-
1 onvolledig
1 [incompleet] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 incomplet 〈v.: incomplète〉 ⇒ 〈 serie〉 dépareillé 〈 bijwoord〉 incomplètement♦voorbeelden: -
2 onvolledig
-
3 onvolledig
неполный; некомплектный* * *прил.общ. недостаточный, неполный -
4 onvolledig
adj. incomplete -
5 onvolledig
-
6 onvolledig
• incomplete -
7 onvolledig
ofullständig -
8 onvolledig
eksik adj -
9 onvolledig
inkompleto -
10 een onvolledig gezin
een onvolledig gezin -
11 een onvolledig gezin
een onvolledig gezina single-/one-parent familyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onvolledig gezin
-
12 недостаточный
adjgener. gebrekkig, onvoldoende, kwalijk, ongenoegzaam, ontoereikend, onvolledig -
13 неполный
-
14 gezin
♦voorbeelden:een onvolledig gezin • une famille à parent unique -
15 gezin
1 family♦voorbeelden:een onvolledig gezin • a single-/one-parent familyeen gezin stichten • start a familyeen gezin met kleine kinderen • a young family -
16 onvolledigheid
-
17 onvolmaakt
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский