-
1 inintelligible
inintelligible [ienẽtelliezĵiebl]1 onbegrijpelijk ⇒ onverstaanbaar, niet te volgenadjonbegrijpelijk, onverstaanbaar -
2 невнятный
adjgener. onklaar, onverstaanbaar -
3 непонятный
adjgener. onbegrijpelijk, onbevattelijk, koeterwaals, onduidelijk, onnaspeurbaar, onnaspeurlijk, onverklaarbaar, onverstaanbaar -
4 неясный
-
5 inarticulate
adj. onduidelijk, zich moeilijk uitdrukkend; sprakeloos; ongeleed (in zoölogie)[ inna:tikjoelət] 〈 inarticulateness〉1 onduidelijk (uitgesproken) ⇒ onverstaanbaar, onsamenhangend -
6 incompréhensible
incompréhensible [ẽkõpree.ãsiebl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 onbegrijpelijk ⇒ raadselachtig, ondoorgrondelijk♦voorbeelden:l' incompréhensible 〈m.〉 • het onbegrijpelijke, iets onbegrijpelijksadjonbegrijpelijk, onverstaanbaar -
7 murmurer
murmurer [muurmuuree]2 mompelen3 mopperen ⇒ morren, protesterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:murmurer entre ses dents • onverstaanbaar mompelenv1) ruisen2) mompelen3) mopperen, morren4) fluisteren -
8 murmurer entre ses dents
murmurer entre ses dentsDictionnaire français-néerlandais > murmurer entre ses dents
-
9 patenôtre
-
10 inaudible
onhoorbaaronverstaanbaar -
11 unintelligible
onbegrijpelijkonverstaanbaar -
12 unverständlich
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский