-
1 ontruimen
-
2 ontruimen
♦voorbeelden:de voorzitter liet de publieke tribune ontruimen • the chairman ordered the public gallery to be cleared -
3 ontruimen
покидать, освобождать; очистить; выселить; выселиться* * *(d)покидать, освобождать (помещение, местность)* * *гл.1) общ. очищать (местность, помещение)2) юр. освобождать (помещение) -
4 ontruimen
räumen -
5 ontruimen
v. vacate, clear, evacuate -
6 ontruimen
1) evakuera2) utrymma -
7 ontruimen
boşaltmak [-ır] v -
8 ontruimen
evakuá -
9 een huis ontruimen
een huis ontruimen -
10 een kamer ontruimen
een kamer ontruimen -
11 hij liet de publieke tribune ontruimen
hij liet de publieke tribune ontruimenDeens-Russisch woordenboek > hij liet de publieke tribune ontruimen
-
12 de buren moesten hun huizen ontruimen
de buren moesten hun huizen ontruimenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de buren moesten hun huizen ontruimen
-
13 de politie moest het pand ontruimen
de politie moest het pand ontruimenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de politie moest het pand ontruimen
-
14 de voorzitter liet de publieke tribune ontruimen
de voorzitter liet de publieke tribune ontruimenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de voorzitter liet de publieke tribune ontruimen
-
15 iemand gelasten het pand te ontruimen
iemand gelasten het pand te ontruimenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand gelasten het pand te ontruimen
-
16 освобождать
v1) gener. afhelpen, ontdoen, ontzetten, ruimen, verlossen, vrijgeven, bedanken (от должности), bevrijden, in vrijheid stellen (кого-л., из-под ареста), inruimen (место), kwijtschelden (от обязанности, наказания и т.п.), loskrijgen, loslaten, ontheffen, op vrije voeten stellen, opruimen (помещение), remitteren (от уплаты долга), vrijaf geven, vrijlaten, vrijmaken, vrijstellen (кого-л., от чего-л.), vrijvechten (с боем)2) law. (помещение) ontruimen, ontslaan -
17 очищать
v1) gener. graderen (металл), klaren, louteren, pluizen (от пуха, пыли и т.п.), afpluizen (от пуха и т.п.), fineren (серебро, золото), slikken (канал и т.п.), afklaren, afpellen, afpoetsen, neutraliseren, ontruimen (местность, помещение), opklaren, opknappen, opruimen, raffineren, reinigen, ruiden, ruimen, uitbaggeren (русло реки и т.п.), zuiveren2) chem. rectificeren -
18 gelasten
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский