Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

ontkomen

Толкование Перевод

1 evade

v. ontlopen, onttrekken

evade

[ ivveed]

1 vermijden ⇒ (proberen te) ontkomen/ontsnappen aan, ontwijken

2 tarten

♦voorbeelden:

1   evade one's creditors • aan zijn schuldeisers ontkomen

     evade a painful question • een pijnlijke vraag omzeilen

     evade one's responsibilities • zijn verantwoordelijkheden uit de weg gaan

     evade (paying one's) taxes • belasting ontduiken

2   his acting talent evades description • zijn acteertalent tart elke beschrijving

English-Dutch dictionary > evade
2 break out

uitbreken, vluchten

break out

1 uitbreken 〈 van epidemie, oorlog〉

2 〈vaak +of〉 ontsnappen (uit) ⇒ uitbreken, ontkomen (aan)

♦voorbeelden:

¶ break out in • bedekt raken met, onder komen te zitten 〈 vlekjes bijvoorbeeld〉

break out in cries/tears • in huilen/tranen uitbarsten

English-Dutch dictionary > break out
3 elude capture

elude capture

weten te ontkomen

English-Dutch dictionary > elude capture
4 elude

v. ontwijken; ontschieten

elude

[ illoe:d]

1 ontwijken ⇒ ontschieten, ontsnappen aan; 〈 figuurlijk〉 ontduiken, zich onttrekken aan 〈 plichten〉, uit de weg gaan

2 ontgaan 〈 van feit, naam〉 ⇒ ontschieten

♦voorbeelden:

1   elude capture • weten te ontkomen

     elude the law • de wet ontduiken

2   the meaning of your note eludes him • de bedoeling van je briefje ontgaat hem

     his name eludes me • ik ben zijn naam kwijt

English-Dutch dictionary > elude
5 escape

n. vlucht; lek; uitlaat
--------
v. vluchten, weglopen; lekken; gered worden

escape¹

[ iskeep] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 ontsnapping ⇒ vlucht

2 〈 geen meervoud〉 ontsnappingsmiddel

3 ontsnappingsmogelijkheid 〈 bijvoorbeeld brandladder〉

♦voorbeelden:

1   make one's escape • ontsnappen

2   alcohol is his escape from worry • door de alcohol vergeet hij zijn zorgen

→ narrow narrow/, near near/

————————

escape²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈+from, out of〉ontsnappen (uit, aan) ⇒ ontvluchten

2 naar buiten komen ⇒ ontsnappen 〈 van gas, stoom; ook figuurlijk〉

3 verdwijnen ⇒ vervagen, vergeten raken

♦voorbeelden:

1   escape with one's life • het er levend afbrengen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 vermijden ⇒ ontkomen aan

2 ontschieten ⇒ (even) vergeten zijn 〈van naam e.d.〉

3 ontgaan

4 ontglippen ⇒ ontvallen

♦voorbeelden:

1   escape death • de dood ontlopen

3   escape one's attention • aan iemands aandacht ontsnappen

English-Dutch dictionary > escape
6 evade one's creditors

evade one's creditors

aan zijn schuldeisers ontkomen

English-Dutch dictionary > evade one's creditors
7 get away

wegkomen; wegvluchten

get away

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 wegkomen ⇒ weggaan

2 ontsnappen ⇒ ontkomen

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 did you manage to get away this summer? • heb je deze zomer wat vakantie kunnen nemen?

     I just can't get away right now • ik kan nu heus niet weg

     〈 informeel〉 get away (with you)! • maak dat je wegkomt!; 〈 figuurlijk〉onzin!

2   get away from • ontsnappen aan; te veel worden voor

     you can't get away from this • hier kun je niet (meer) onderuit

     get away with • er vandoor gaan met

¶ get away from it all • er eens uit gaan/breken, vakantie nemen

     he'll never get away with it • dat lukt hem nooit

     commit a crime and get away with it • ongestraft een misdaad bedrijven

     〈 informeel〉 the things he gets away with! • wat hij niet allemaal kan maken/flikken!

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 weghalen ⇒ verwijderen, wegbrengen

2 (er) vandaan halen ⇒ terugkrijgen

♦voorbeelden:

1   please get those trunks away! • haal alsjeblieft die koffers weg!

2   we'll never get that stuff away from them • we krijgen die spullen vast nooit meer van ze terug

English-Dutch dictionary > get away
8 get off

uitstappen (v. voertuig)

get off

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 ontsnappen ⇒ ontkomen

2 afstappen ⇒ uitstappen

3 klaar zijn (met werk)

4 vertrekken ⇒ beginnen

5 in slaap vallen

6 vrijkomen ⇒ er goed afkomen

7 〈 informeel〉 high worden

8 〈 informeel〉 (seksueel) klaarkomen

9 〈 informeel〉 opgewonden raken

♦voorbeelden:

4   get off on the right/wrong foot • goed/slecht van start gaan

     get off to a good start • f van start gaan/goed beginnen

6   get off cheaply/lightly • er goedkoop/licht van afkomen

     get off with/for two months (in prison) • er met twee maanden (gevangenis) afkomen

¶ 〈 informeel〉 tell someone where he/she gets/can get off, tell someone where to get off • iemand op zijn nummer/plaats zetten

     〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 get off with • het aanleggen met, aanpappen met

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 doen vertrekken ⇒ doen beginnen

2 in slaap doen vallen

3 doen vrijkomen ⇒ er goed doen afkomen, vrijspraak krijgen voor

4 〈 informeel〉 seksueel doen klaarkomen

5 〈 informeel〉 opwinden

6 (op)sturen 〈brief enz.〉 ⇒ wegsturen

7 eraf krijgen

8 uittrekken 〈 kleding, schoenen〉 ⇒ afnemen

9 leren ⇒ instuderen

♦voorbeelden:

2   get a baby off to sleep • een baby te slapen leggen

3   he got me off with a fine • hij zorgde ervoor dat ik er met een bon af kwam

6   get someone off to school • iemand naar school sturen

7   I can't get the lid off • ik krijg het deksel er niet af

9   get something off by heart • iets uit het hoofd leren

¶ 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 get someone off with • iemand koppelen aan

III 〈werkwoord + voorzetsel〉

1 afstappen van 〈fiets; stoep, grasveld enz.〉 ⇒ afstijgen van 〈 paard〉

2 ontheven worden van 〈 verplichting〉

3 klaar zijn met 〈 werk〉

♦voorbeelden:

1   get off the bus • uit de bus stappen

     〈 figuurlijk〉 get off the ground • van de grond raken/komen

3   I got off work late • ik was pas laat met werk klaar

English-Dutch dictionary > get off
9 get out

weggaan, naar buiten gaan

get out

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 uitlekken ⇒ bekend worden

2 naar buiten gaan ⇒ weggaan, eruit komen

3 ontkomen ⇒ maken dat je weg komt, ontsnappen

4 afstappen ⇒ uitstappen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 eruit halen/krijgen 〈 splinter, vlekken enz.; ook figuurlijk〉

2 uitbrengen ⇒ op de markt brengen, publiceren

3 uitbrengen ⇒ hakkelen

4 oplossen ⇒ beantwoorden

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 you only get out what you put in • je krijgt alleen dat terug wat je erin stopt

2   get out a new car • een nieuwe wagen op de markt brengen

3   get out a few words • een paar woordjes stamelen

4   get the problem out • het probleem opgelost krijgen

English-Dutch dictionary > get out
10 make good one's retreat

make good one's retreat

weten te ontkomen

English-Dutch dictionary > make good one's retreat
11 retreat

n. terugtrekking; vluchtoord; eenzaamheid, afzondering
--------
v. vluchten; terugtrekken

retreat¹

[ ritrie:t]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 toevluchtsoord ⇒ schuilplaats

2 tehuis ⇒ asiel

II 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 〈 leger〉 terugtocht ⇒ aftocht

2 〈 religie〉 retraite

♦voorbeelden:

1   beat a (hasty) retreat • zich (snel) terugtrekken; 〈 figuurlijk〉 (snel) de aftocht blazen

     make good one's retreat • weten te ontkomen

2   in retreat • op retraite

III 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 afzondering

2 〈the; leger〉 sein voor de aftocht

♦voorbeelden:

2   sound the retreat • de aftocht blazen

————————

retreat²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 teruggaan ⇒ zich terugtrekken 〈ook leger; ook figuurlijk〉; terugwijken 〈 van kin, voorhoofd e.d.〉

II 〈 overgankelijk werkwoord〉〈 schaakspel〉

1 naar achteren zetten ⇒ wegzetten

English-Dutch dictionary > retreat
12 Rahab

n. Rachab de hoer, hoer die de verspieders door Jozua gestuurd verborg en hielp te ontkomen; naam van een zeeduivel; zeedraak die het water doet beven en hoge golven maakt (joodse folklore)

English-Dutch dictionary > Rahab
13 contour flying

laagvliegen (laag over de grond vliegen om de radar te ontkomen)

English-Dutch dictionary > contour flying
14 evading military service

dienstplicht ontkomen

English-Dutch dictionary > evading military service
15 probation period

proefperiode (periode die gerechtshof aan overtreder van de wet geeft om te revalideren en zo aan de straf te ontkomen)

English-Dutch dictionary > probation period

См. также в других словарях:

Battle of Overloon — Part of World War II Date 30 September–18 October 1944 Location Overloon, Netherlands Res … Wikipedia
Daniël de Clercq — Daniël (Daan) de Clercq (August 21, 1854, Heerde, Gelderland – December 15, 1931, Haarlem) was a Dutch socialist and activist. He propagated land nationalisation and was an activist for vegetarianism. In 1898 he succeeded Felix Ortt as chairman… … Wikipedia
Piet van Aken — (* 15. Februar 1920 in Terhagen an der Rupel; † 3. Mai 1984 in Antwerpen) war ein flämischer Schriftsteller und Redakteur. Seine sozial engagierte erzählende Prosa spielt vorwiegend im Marschland seiner Kindheit unter einfachen Leuten. Für seinen … Deutsch Wikipedia
Lucretia Wilhelmina van Merken — Lucretia Wilhelmina van Winter Portrait dessiné par H. Pothoven en 1771, gravé par Reinier Vinkeles en 1792, tiré du … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

ontkomen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

ontkomen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: