-
1 ontdoen
1 [+ van][vrijmaken] défaire (de)♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich ontdoen〉1 [+ van][van de hand doen; zich losmaken van] se défaire (de)2 [+ van][uit de weg ruimen] se débarrasser (de)♦voorbeelden: -
2 ontdoen
dépouiller -
3 een boek van zijn kaft ontdoen
een boek van zijn kaft ontdoen -
4 iets van alle franje ontdoen
iets van alle franje ontdoendépouiller qc. de tout ornement -
5 van vetvlekken ontdoen
van vetvlekken ontdoen -
6 zich ontdoen van een rivaal
zich ontdoen van een rivaal -
7 zich ontdoen van iets
zich ontdoen van iets〈m.b.t. kleding〉 enlever qc.; 〈 figuurlijk〉 se défaire de qc. -
8 ontlasten
1 [ontdoen van een last; vrijstellen] décharger2 [m.b.t. gemoed] soulager♦voorbeelden:mag ik u van dat pak ontlasten? • puis-je vous débarrasser de ce paquet?II 〈wederkerend werkwoord; zich ontlasten〉1 [zijn behoefte doen] aller à la selle2 [uitmonden] se déverser3 [zich van zijn inhoud ontdoen] se vider -
9 afhalen
1 [in ontvangst nemen] retirer2 [(iemand) gaan halen] aller chercher (qn.)3 [van zijn plaats verwijderen; van iets ontdoen] enlever♦voorbeelden:ze hebben hem van de tribune afgehaald • ils l'ont fait descendre de la tribune〈 figuurlijk〉 iemand van iets afhalen • dissuader qn. de faire qc. -
10 afleggen
1 [afdoen] ôter2 [zich ontdoen van iets vervelends] se débarrasser de3 [verrichten] faire4 [ten einde volgen] parcourir5 [afnemen en elders neerleggen] retirer6 [m.b.t. een lijk] faire la toilette de♦voorbeelden:zorgen afleggen • se débarrasser de ses soucis→ link=bekentenis bekentenis, link=bezoek bezoek¶ het afleggen tegen iemand • ne pas être à la hauteur de qn.die broek begint het af te leggen • ce pantalon rend l'âme -
11 afnemen
1 [van een plaats verwijderen] enlever (de qc., à qn.)2 [van het hoofd nemen] enlever (de)3 [wegnemen] prendre (à)4 [ontdoen van wat er op ligt, staat] enlever (de); 〈 afruimen〉 débarrasser; 〈 schoonmaken〉 nettoyer5 [afpakken] prendre (qc. à qn.)6 [laten afleggen] faire passer (qc. à qn.)7 [kopen] acheter à♦voorbeelden:iemand een last afnemen • débarrasser qn. d'un fardeau3 iemand bloed afnemen • faire une prise de sang à qn.met zeep afnemen • laver au savon→ link=biecht biecht5 iemand zijn beurs afnemen • délester qn. de sa bourseeen kind een mes afnemen • retirer un couteau à un enfant6 een gelofte afnemen • faire prêter serment à qn.(iemand) een verhoor afnemen • faire subir un interrogatoire (à qn.)1 [verminderen] diminuer2 [korter, kleiner worden] raccourcir♦voorbeelden:de koorts neemt af • la fièvre tombeafnemend tij • marée descendante -
12 afschillen
-
13 afschminken
1 [van schmink ontdoen] démaquiller2 [het schminken voltooien] terminer le maquillage de (qn.)♦voorbeelden: -
14 afschudden
1 secouer♦voorbeelden:appels van de boom afschudden • secouer le pommier pour faire tomber les pommessombere gedachten van zich afschudden • secouer des pensées sombres¶ iemand van zich afschudden • semer qn.II 〈wederkerend werkwoord; zich afschudden〉1 [zich ontdoen van iets] se secouer -
15 afsteken
1 [+ bij, tegen][sterk uitkomen] contraster (avec)2 [wegvaren] partir♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [doen ontbranden, afgaan] allumer2 [uitspreken] prononcer3 [door steken verwijderen] enlever4 [door steken van iets ontdoen] nettoyer♦voorbeelden: -
16 franje
♦voorbeelden:met franjes versieren • frangereen gordijn met franje • un rideau avec des franges2 iets van alle franje ontdoen • dépouiller qc. de tout ornement -
17 lozen
1 [m.b.t. water] déverser (les eaux)3 [zich ontdoen van] se débarrasser de♦voorbeelden:zijn zaad lozen • éjaculer3 gelukkig heb ik hem kunnen lozen • heureusement, j'ai pu me débarrasser de lui -
18 ontbloten
-
19 onthullen
-
20 ontkleden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
undo — undoable, adj. /un dooh /, v.t., undid, undone, undoing. 1. to reverse the doing of; cause to be as if never done: Murder once done can never be undone. 2. to do away with; erase; efface: to undo the havoc done by the storm. 3. to bring to ruin… … Universalium