-
1 incongruity
n. ongelijk(soortigheid); wanverhouding; ongerijmdheid[ ingkəngroe:ətie] 〈meervoud: incongruities〉 -
2 extravagance
n. buitensporigheid, verkwisting[ ikstrævəgəns]2 buitensporigheid ⇒ extravagantie, mateloosheid, verkwisting -
3 incongruence
n. ongerijmdheid, strijdigheid; gebrek aan harmonie -
4 preposterousness
n. belachelijkheid; onlogisch zijn; ongerijmdheid, malheid
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский