-
1 ongehoorzaam
-
2 ongehoorzaam
-
3 ongehoorzaam
-
4 ongehoorzaam
ungehorsam -
5 ongehoorzaam
adj. disobedient, indocile, unamenable--------adv. disobediently -
6 ongehoorzaam
-
7 ongehoorzaam
désobéissant, rebelle -
8 ongehoorzaam zijn aan
ongehoorzaam zijn aan -
9 непослушный
ongehoorzaam, weerbarstig -
10 disobedient
-
11 disobey
v. ongehoorzaam zijn[ dissəbee] -
12 insubordinate
adj. ongehoorzaam, opstandig[ insəbo:dənət] 〈zelfstandig naamwoord: insubordination〉 -
13 désobéissant
désobéissant [deezobbee.iesã]adj -
14 непослушный
adjgener. weerbarstig, onhandelbaar, onwillig, ondeugend, ongehoorzaam, ongewillig, ongezeglijk, stout, weerspannig -
15 a misbehaved child
-
16 act up
lastig zijn, vervelend zijn; zich vreemd of abnormaal gedragen; zich ongeordend gedragen, ongehoorzaam zijn; zich zo gedragen dat de aandacht wordt getrokkenact up〈 informeel〉1 lastig zijn ⇒ herrie schoppen, vervelend zijn -
17 contumacious
adj. weerspannig, zich verzettend; ongehoorzaam aan een bevel van een rechter, weerspannig[ kontjoemeesjəs] 〈 formeel〉 -
18 defiant
-
19 disobligingly
adv. ongehoorzaam, onbehulpzaam[ dissəblajdzjinglie] -
20 misbehave
v. zich niet volgens de regels gedragen, wild gedragenmisbehave♦voorbeelden:
Страницы
- 1
- 2