-
1 brush
n. borstel; kwast; staart v.e. vos; veld--------v. poetsen; borstelen; eraan voorbijgaanbrush1[ brusj]4 streek ⇒ lichte aanraking, beroering; schaafplek♦voorbeelden:————————brush2〈 werkwoord〉1 (af/op/uit)borstelen ⇒ (af/weg/uit)vegen; schuieren2 strijken (langs/over) ⇒ rakelings gaan (langs)♦voorbeelden:brush over • aan/bestrijken, dunnetjes overschilderenshe just brushed past me when we met last • toen ik haar laatst tegenkwam, liep ze me straal voorbij -
2 brushwood
-
3 bush
n. George Walker Bush (geboren 1946), 43-ste president van de Verenigde Staten (2001-), vroeger gouverneur van Texas; George Walker Bush (geboren 1924), 41-ste president van de Verenigde Staten (1989-1993); familienaam[ boesj]♦voorbeelden:¶ beat about/around the bush • ergens omheen draaien, niet ter zake komen1 struikgewas ⇒ onderhout, kreupelhout♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский