-
1 onbeschaamdheid
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onbeschaamdheid
-
2 onbeschaamdheid
n. impudence, insolence, impertinence, effrontery, assurance, sauce, lip -
3 de onbeschaamdheid hebben om
de onbeschaamdheid hebben omVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de onbeschaamdheid hebben om
-
4 verregaande onbeschaamdheid
verregaande onbeschaamdheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verregaande onbeschaamdheid
-
5 verregaand
1 far-reaching; gross 〈 onwetendheid, egoïsme〉; 〈 pejoratief〉 outrageous; radical 〈 ideeën, veranderingen〉♦voorbeelden:1 verregaande bevoegdheden • far-reaching/extensive powersverregaande hervormingen • radical/far-reaching reformsverregaande onbeschaamdheid • gross impertinenceverregaande overeenstemming • a large degree of agreementin verregaande staat van ontbinding • in an advanced state of decomposition
См. также в других словарях:
Unverschämt — 1. Unverschämt wird ein guter Bettler. – Simrock, 1056. 2. Ûtverschämt lett nich gôd, äwer föödt (nährt) doch gôd. (Holst.) – Schütze, IV, 21; für Mecklenburg: Firmenich, I, 74, 21; für Hannover: Schambach, I, 182. Unverschämt sein lässt… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon