-
1 prudence
-
2 circonspection
circonspection [sierkõspeksjõ]〈v.〉1 omzichtigheid ⇒ behoedzaamheid, bedachtzaamheid♦voorbeelden:fomzichtigheid, behoedzaamheid -
3 diplomatie
-
4 circumspection
-
5 deliberation
-
6 tactfulness
n. omzichtigheid -
7 précaution
précaution [preekoosjõ]〈v.〉2 voorzichtigheid ⇒ behoedzaamheid, omzichtigheid♦voorbeelden:par précaution • uit voorzorgsans précaution • onvoorzichtigf -
8 prudence
prudence [pruudãs]〈v.〉1 voorzichtigheid ⇒ omzichtigheid, bedachtzaamheid♦voorbeelden:avec prudence • met beleidpar (mesure de) prudence • uit voorzorg1. f 2. prudencesf pl -
9 ménagement
-
10 retenue
retenue [rətnuu]〈v.〉1 (het) afhouden 〈 van som geld〉 ⇒ (het) vasthouden 〈 van goederen door douane〉 ⇒ 〈 ook〉 (het) getal dat men onthoudt 〈 bij rekenkundige bewerkingen〉2 terughoudendheid ⇒ omzichtigheid, gereserveerdheid♦voorbeelden:retenue à la source • bronbelastingsans retenue • onbeheerst -
11 Delikatesse
Delikatesse〈v.; Delikatesse, Delikatessen〉 -
12 Schonung
-
13 Umsicht
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский