-
1 omsingeling
♦voorbeelden: -
2 omsingeling
-
3 omsingeling
-
4 omsingeling
n. encirclement, round up -
5 de omsingeling doorbreken
de omsingeling doorbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de omsingeling doorbreken
-
6 окружение
omsingeling, insluiting ; omgeving, milieu -
7 circumvention
n. omsingeling; ontwijking[ - vensjn] -
8 encirclement
n. omsingeling; omsluiting[ insə:klmənt] -
9 blocus
blocus [blokkuus]〈m.〉1 blokkade ⇒ blokkering, omsingeling♦voorbeelden:blocus économique • handelsblokkadem1) blokkade2) omsingeling, insluiting3) blokperiode [student] -
10 окружение
-
11 circuit
n. rotonde; circuit; omsingeling (ronde)--------v. kring; omtrekken, omronden[ sə:kit]1 kring ⇒ omtrek, gebied, ronde♦voorbeelden:do the circuit of the course • de hele baan rond lopen→ short short/ -
12 investment
n. investering; beleg, belegering; omsingeling; volmacht; machtiging; (het) inwerken[ inves(t)mənt] -
13 Dunkirk
n. Duinkerken, zeehaven in Noord-Frankrijk: plaats waar Engelse expeditietroepen in 1940 werden geëvacueerd, plaats waar het Britse Expeditieleger een Duitse omsingeling wist te ontvluchten tijdens de Slag om Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog; naam van aantal steden in V.S. -
14 reinvestment
n. herbelegging, herinvestering; vernieuwde omsingeling -
15 investissement
investissement [ẽvestiesmã]〈m.〉2 insluiting ⇒ belegering, omsingeling♦voorbeelden:m1) investering, belegging2) belegering -
16 encerclement
-
17 окружение
-
18 insluiting
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский