-
1 omruilen
♦voorbeelden:1 kan ik dit omruilen voor iets anders? • can I (ex)change this for something else? -
2 omruilen
-
3 omruilen
гл.общ. обменивать, обмениваться -
4 omruilen
v. exchange, change -
5 omruilen
-
6 kan ik dit omruilen voor iets anders?
kan ik dit omruilen voor iets anders?can I (ex)change this for something else?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kan ik dit omruilen voor iets anders?
-
7 changer
changer [sĵãzĵee]2 veranderen (van) ⇒ (ver)wisselen, omruilen♦voorbeelden:le vent a changé • de wind is gedraaidchanger en mieux, en pire • ten goede, ten kwade veranderenpour changer • voor de veranderingchanger d' air • er tussenuit gaanchanger de couleur • van kleur verschietenchanger de mains • in andere handen overgaanchanger de train • overstappenchanger de vêtement • zich verkledenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ver)wisselen ⇒ (om)ruilen, vervangen♦voorbeelden:changer une chose contre, pour une autre • iets tegen, voor iets anders ruilenchanger sa voix • zijn stem verdraaienvous n'y changerez rien • daar valt niets aan te verhelpenchanger qc. à qc. d'autre • iets aan iets anders veranderenchanger les idées à qn. • iemands gedachten verzettenchanger qc. en • iets veranderen inchanger qc. en bien • iets ten goede veranderen♦voorbeelden:se changer en • veranderen in1. v1) veranderen, (zich) wijzigen2) omruilen3) vervangen, (ver)wisselen4) verschonen [bed]2. se changerv -
8 обменивать
v1) gener. omwisselen (tegen-íà), een ruil doen, inruilen, inwisselen (voor, tegen-íà), kwanselen (мелкие вещи), omruilen, ruilen (voor-íà), uitwisselen, verruilen (voor, met-íà), verwisselen, wisselen2) colloq. omkwanselen -
9 обмениваться
vgener. een ruil doen, omruilen, wisselen -
10 change
change 〈 als opschrift〉————————change [sĵãzĵ]〈m.〉1 (het) wisselen ⇒ (wissel)koers, wisselmarkt♦voorbeelden:marché des changes • wisselmarkt, valutamarkt2 gagner, perdre au change • erop vooruit, achteruit gaanm -
11 обменивать
v1) gener. omwisselen (tegen-íà), een ruil doen, inruilen, inwisselen (voor, tegen-íà), kwanselen (мелкие вещи), omruilen, ruilen (voor-íà), uitwisselen, verruilen (voor, met-íà), verwisselen, wisselen2) colloq. omkwanselen -
12 обмениваться
vgener. een ruil doen, omruilen, wisselen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский