-
1 arquer
-
2 recourber
-
3 tordre
tordre [tordr]1 draaien ⇒ wringen, twijnen2 buigen ⇒ ombuigen, verbuigen♦voorbeelden:tordre du linge • wasgoed uitwringen1 zich wringen ⇒ zich kronkelen, zich buigen♦voorbeelden:se tordre (de rire) • zich een ongeluk lachenil y a de quoi se tordre • dat is om je rot te lachen1. v1) draaien2) (om)buigen, verbuigen3) verwringen2. se tordrevzich kronkelen, zich buigen -
4 courber
courber [koerbee]1 buigen ⇒ doorbuigen, krom worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 buigen ⇒ doorbuigen, krom maken1 zich krommen ⇒ zich ombuigen, kromtrekken♦voorbeelden:
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский