-
61 federal government
federale/centrale regering, landsregering -
62 federal
adj. van centraal bestuur, centraal, federaal--------n. regeringsambtenaar; Federalist; iemand die de Federalistische Partij steunt; lid van de Unie gedurende de Burgeroorlog (V.S. Geschiedenis)[ fedrəl] 〈 vaak Federal〉♦voorbeelden:the Federal Republic of Germany • de Bondsrepubliek (Duitsland)2 federal government • federale/centrale regering, landsregeringfederal spending • staats/overheidsuitgave -
63 force
n. (strijd)kracht, geweld; sterkte; legersterkte; dwang--------v. dwingen, noodzaken; onder dwang; eruit persen; inbreken, doorbrekenforce1[ fo:s]1 macht ⇒ krijgsmacht, leger2 ploeg ⇒ groep, personeel♦voorbeelden:1 kracht ⇒ geweld, macht♦voorbeelden:by force of circumstances • door omstandigheden gedwongenthe forces of evil • kwade krachtenthe force of gravity • de zwaartekrachtthe force of his words • de overtuigingskracht van zijn woordena powerful force in local politics • een invloedrijke persoon in de plaatselijke politiekjoin forces (with) • de krachten bundelen (met)the machine was put in force • de machine werd in werking gesteldby force • met geweldby force of • door middel vanby/from/out of force of habit • uit gewoonte2 werkelijke betekenis ⇒ werkelijk effect, belang♦voorbeelden:2 the force of this poem is hard to grasp • de precieze betekenis van dit gedicht is moeilijk te vattenIV 〈meervoud; Forces; the〉1 strijdkrachten ⇒ strijdmacht, krijgsmacht♦voorbeelden:————————force2〈 werkwoord〉1 dwingen ⇒ (door)drijven, forceren2 forceren ⇒ open/doorbreken♦voorbeelden:force a smile/one's voice • een glimlach/zijn stem forcerenforce one's will on someone • iemand zijn wil opleggenforce along • meesleurenforce back • terugdrijvenforce something down • iets met moeite binnenkrijgenforce a plane down • een vliegtuig dwingen tot landenforce it out • het met moeite uitbrengenGovernment will force the prices up • de regering zal de prijzen opdrijvenhe wants to force his ideas down our throats • hij wil zijn ideeën met geweld aan ons opdringenforce something from/out of someone • iets van iemand afdwingenforce something on/upon someone • iemand iets opdringen -
64 founder
n. oprichter, stichter; verbinder; zet een kanaal op; geeft toestemming een kanaal te openen (in computers)--------v. grondlegger, oprichter, stichter; zinken; metaalgieterfounder1[ faundə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stichter ⇒ oprichter, grondlegger————————founder21 invallen ⇒ instorten, mislukken3 zinken ⇒ vergaan, schipbreuk lijden♦voorbeelden:1 the project foundered on the ill will of the government • het project mislukte door de onwil van de regeringII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
65 frame
n. lijst; montuur; kozijn; bouw; lichaamsbouw; humeur; beeld (in film); (op internet) protocol dat "gegevenspakket" bevat met adresveld en slotveld--------v. ontwerpen, uitdenken, formuleren, vormen, verzinnen; inlijsten, omlijsten; (iem.) erin luizen, (opzettelijk) vals beschuldigenframe1[ freem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 (het dragende) geraamte 〈 van een constructie〉 ⇒ skelet 〈 houtbouw〉; frame 〈 van fiets〉; raamwerk, chassis2 〈 benaming voor〉 omlijsting ⇒ kader, kozijn; 〈 ook meervoud〉 montuur 〈 van bril〉; raam 〈 van venster, weeftoestel e.d.〉3 achtergrond ⇒ omgeving, omlijsting4 lichaam ⇒ gestel, bouw♦voorbeelden:————————frame2〈 werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 vorm geven aan ⇒ ontwerpen, uitdenken; formuleren, uitdrukken; vormen, vervaardigen; verzinnen, zich inbeelden2 inlijsten ⇒ omlijsten, als achtergrond dienen voor3 het geraamte in elkaar zetten van ⇒ bouwen, construeren♦voorbeelden:1 the government framed a plan for fighting inflation • de regering ontwierp een plan voor de inflatiebestrijding -
66 freeze
n. vorst, vorstperiode--------v. vriezen; doen bevriezen, invriezen, bevriezenfreeze1[ frie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————freeze21 vriezen♦voorbeelden:1 bevriezen ⇒ dood/kapotvriezen, vastvriezen♦voorbeelden:frozen with fear • verstijfd van angstfreeze to death • doodvriezenshe froze (up) at the remark • ze verstijfde bij het horen van de opmerkingthe actors froze up • de acteurs waren verlamd (van de zenuwen)4 do strawberries freeze well? • kun je aardbeien makkelijk invriezen?I am freezing/I am frozen • ik zie blauw van de kou♦voorbeelden: -
67 gilt
adj. Verguld (bedekt met goud)--------n. goudlaaggilt1[ gilt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 geldwezen〉 goudgerande schuldbrief ⇒ staatspapier 〈 in het bijzonder met garantie van de Britse regering〉♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; informeel〉 take the gilt off the gingerbread • het aantrekkelijke van iets wegnemen, de room eraf scheppen————————gilt2→ gild gild/ -
68 go out
(er) uit gaan, heengaan; staken; uit doen (licht)go out1 uitgaan ⇒ van huis gaan, afreizen♦voorbeelden:go out to Canada • naar Canada vertrekken/emigreren〈 informeel〉 go out with • uitgaan met, verkering hebben met7 the tide is going out • het is laagtij/eb¶ go (all) out for something • zich volledig inzetten voor iets/om iets te bereiken -
69 governmental
-
70 issue
n. onderwerp; formulier; emissie, uitgifte; uitgave; verspreiding; uitkomst; afstammelingen; stroom; afkomst--------v. emissie, uitgifte; uitgeven, uitgaan, resulteren; uitnemen; verspreiden; verdelenissue1[ isjoe:]2 uitgang ⇒ uitmonding, uitstroming♦voorbeelden:2 does this lake have an issue to the sea? • staat dit meer in verbinding met de zee?1 kwestie ⇒ (belangrijk) punt, probleem♦voorbeelden:join/take issue with someone about/on something • het met iemand oneens zijn over ietsmake an issue of something • ergens een punt van makenthe point/matter at issue • het punt dat aan de orde isthey are at issue on this point • op dit punt zijn ze het niet met elkaar eens1 publicatie ⇒ uitgave, emissie2 uitstroming ⇒ afvloeiing, lozing♦voorbeelden:the day of issue • de dag van publicatie————————issue2♦voorbeelden:a cloud of white smoke issued from the chimney • er kwam een witte rookwolk uit de schoorsteenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitbrengen ⇒ publiceren, in circulatie/omloop brengen, uitvaardigen♦voorbeelden:they issued a new series of stamps • ze gaven een nieuwe serie postzegels uit -
71 its
pron. van het1 zijn/haar ⇒ ervan♦voorbeelden:the government has lost its majority • de regering is haar meerderheid kwijtits strength frightens me • de kracht ervan maakt mij bang -
72 junta
-
73 military government
-
74 misrule
n. slechte regering--------v. slecht/verkeerd besturenmisrule1[ misroe:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————misrule2〈 werkwoord〉 -
75 oligarchical
adj. Regering van sterke minderheid, een land met dat soort bestuur→ oligarchic oligarchic/ -
76 oligarchy
-
77 overthrow
n. val; revolutie, omslag; vernietiging--------v. vallen (van een regime of regering); beëindigingoverthrow1————————overthrow2〈 werkwoord〉 -
78 package deal
speciale aanbieding, package deal, koppelverkoop (pakket van overeenkomsten; overeenkomst tussen de regering en de werknemers en werkgevers)package deal -
79 papacy
-
80 paternal government
См. также в других словарях:
Regering — Et lands styre … Danske encyklopædi
regering — • ledning, ledarskap, överhöghet … Svensk synonymlexikon
regering — re|ge|ring sb., en, er, erne, i sms. regerings , fx regeringsgrundlag, regeringsparti … Dansk ordbog
regering — s ( en, ar) … Clue 9 Svensk Ordbok
Statsform: republik — Regering: PPP (People s Progressive Party) Statsoverhoved: Bharrat Jagdeo (fra 11. august 99) Regeringsleder: Samuel Hinds (fra 22. december 97) Etnisk sammensætning: 49 pct. indere og javanesere, 44 pct. sorte og mulatter Sprog: engelsk… … Danske encyklopædi
Netherlands cabinet Balkenende-1 — The first cabinet of Jan Peter Balkenende was in office in the Netherlands from 22 July 2002 until 16 October of the same year. The term of 87 days (counting the first and last days in full and excluding its caretaker function that continued for… … Wikipedia
Ronald Plasterk — Infobox Politician name = Ronald Plasterk caption = small office = Minister of Education, Culture and Science term start = February 22, 2007 term end = present predecessor = Maria van der Hoeven successor = Incumbent constituency = majority =… … Wikipedia
Gustav — (schwed. Gustaf, altnord. Gûdstafr, »Kriegsstab«, d. h. Held). Von Trägern dieses Vornamens seien genannt: 1) G. I. (G. Eriksson Wasa), König von Schweden, geb. 3. Mai 1497 auf Lindholmen (Upland) als ältester Sohn des Reichsrats Erik Johansson… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Flemish government — The Flemish Government (Dutch: Vlaamse Regering ) is the executive branch of the Flemish Community and the Flemish Region. It consists of up to maximum eleven ministers, chosen by the Flemish Parliament. At least one minister must come from… … Wikipedia
Belgische Gemeinschaften — König Albert II. Das Königreich Belgien besitzt die Staatsform einer parlamentarischen Monarchie. Dazu ist Belgien seit 1993, laut Artikel 1 der belgischen Verfassung, ein Bundesstaat, aus Gemeinschaften und Regionen bestehend. Die politische… … Deutsch Wikipedia
Belgisches Verwaltungssystem — König Albert II. Das Königreich Belgien besitzt die Staatsform einer parlamentarischen Monarchie. Dazu ist Belgien seit 1993, laut Artikel 1 der belgischen Verfassung, ein Bundesstaat, aus Gemeinschaften und Regionen bestehend. Die politische… … Deutsch Wikipedia