-
21 chiffrer
chiffrer [sĵiefree]1 oplopen ⇒ in de cijfers lopen, aantikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 nummeren♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
22 coter
coter [kottee]〈 werkwoord〉1 een cijfer geven aan ⇒ een punt, beoordeling geven aan3 nummeren ⇒ merken, een referentienummer geven aan -
23 marquer d' un numéro
marquer d' un numéro -
24 numérotage
-
25 paginer
-
26 делать перекличку по номерам
vmilit. nummeren -
27 нумеровать
vgener. kwotiseren, nummeren, quoteren, benummeren, numereren -
28 рассчитываться
-
29 nummering
-
30 beziffern
-
31 die Seiten fortlaufend nummerieren
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die Seiten fortlaufend nummerieren
-
32 durchzählen
-
33 fortlaufen
-
34 nummerieren
-
35 zu vieren abzählen
zu vieren abzählen!nummeren van één tot vier!
- 1
- 2
См. также в других словарях:
4711 — Das aktuelle 4711 Logo Neues Stammha … Deutsch Wikipedia
Wirtschaftszweig — Als Wirtschaftszweig oder Branche [bʁãːʃə] bezeichnet man in der Wirtschaft eine Gruppe von Unternehmen, die nah verwandte Substitute herstellen.[1] Im Zusammenhang mit dem Begriff Branche stehen auch die Begriffe relevanter Markt des Marketing… … Deutsch Wikipedia