-
1 grootbrengen
-
2 voeden
1 [voedsel geven aan] nourrir2 [zogen] allaiter3 [voorzien van wat voor de werking nodig is] alimenter♦voorbeelden:het voeden met de fles • l'allaitement artificiel1 [voedzaam zijn] être nourrissant -
3 grootbrengen
-
4 een wens koesteren
een wens koesteren -
5 flesvoeding geven aan een kind
flesvoeding geven aan een kind -
6 flesvoeding
♦voorbeelden: -
7 haatgevoel
♦voorbeelden:1 haatgevoelens tegen iemand koesteren • nourrir une haine contre qn.iemand haatgevoelens toedragen • éprouver de la haine contre qn. -
8 haatgevoelens tegen iemand koesteren
haatgevoelens tegen iemand koesterennourrir une haine contre qn.Deens-Russisch woordenboek > haatgevoelens tegen iemand koesteren
-
9 hersenschim
-
10 hersenschimmen najagen
hersenschimmen najagen -
11 hoop koesteren
hoop koesteren -
12 hoop
♦voorbeelden:er is van de week een hoop water gevallen • il est tombé beaucoup d'eau cette semaineik heb nog een hoop te doen • j'ai encore un tas de choses à faireik heb een hoop gegeten • j'ai beaucoup mangézijn spullen op een hoop gooien • poser ses affaires en vracop een hoop staan • être entassé(s)zich vleien met ijdele hoop • se bercer d'illusionszijn laatste hoop stellen in iemand, iets • fonder ses dernières espérances sur qn., qc.valse hoop wekken • éveiller de faux espoirsiemands hoop de grond in boren • ruiner les espoirs de qn.ik heb hoop dat het lukken zal • j'espère que cela réussiragoede hoop hebben • avoir bon espoirzijn hoop is in rook vervlogen • son espoir s'est envoléal onze hoop is op hem gevestigd • il est notre unique espoirhoop koesteren • nourrir des espéranceshoop krijgen • prendre espoiralle hoop laten varen • abandonner tout espoirde hoop uitspreken, dat … • émettre l'espoir que … 〈+ aantonende wijs〉; émettre l'espoir de … 〈+ onbepaalde wijs〉zijn hoop op iemand, iets vestigen • mettre son espoir en qn., dans qc.; espérer en qn., en qc.de hoop op iets • l'espoir de qc.op hoop van zegen • à la grâce de Dieu→ link=leven leven¹ -
13 jonge katjes met de fles grootbrengen
jonge katjes met de fles grootbrengenDeens-Russisch woordenboek > jonge katjes met de fles grootbrengen
-
14 mond
♦voorbeelden:ik heb het uit zijn eigen mond • je le tiens de sa propre bouche〈 figuurlijk〉 hij heeft een grote monddat is een hele mond vol • on en a plein la bouche〈 figuurlijk〉 met open mond naar iets kijken • regarder qc. bouche béeeen scheve mond • une bouche torduezijn mond nog vol hebben • avoir encore la bouche pleinemet een volle mond praten • parler la bouche pleinedoe je mond dan open! • mais il faut te faire entendre!dat gaat je mond voorbij • ça te passe sous le nezzijn mond houden • tenir sa languezijn mond opendoen • élever sa voixiemand de mond snoeren • imposer (le) silence à qn.de oppositie de mond snoeren • bâillonner l'opposition〈 figuurlijk〉 ga je mond maar spoelen! • quel langage ordurier!zijn mond staat geen ogenblik stil • c'est un moulin à parolesde mond vertrekken • faire un rictusbij monde van • par la bouche debepaalde woorden in de mond nemen • prononcer certaines paroleswat los in de mond zijn • 〈 lichtzinnig〉 parler sans réfléchir; 〈 onfatsoenlijk〉 avoir un langage peu soignédat woord ligt hem in de mond bestorven • il n'a que ce mot à la boucheiemand woorden in de mond leggen • faire dire qc. à qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets in de mond geven • mettre les mots dans la bouche de qn.iemand naar de mond praten • caresser qn. dans le sens du poiliets uit zijn mond sparen • s'enlever les morceaux de la bouche(als) uit één mond spreken • tenir le même langage (que qn.)het gerucht ging van mond tot mond • la rumeur se répandit de bouche à oreilleheb je geen mond? • tu as avalé ta langue?zij heeft er geen mond over open gedaan • elle n'en a pas soufflé motzeven monden te voeden hebben • avoir sept bouches à nourrireen mond als een hooischuur • une bouche fendue jusqu'aux oreillesmet de mond vol tanden staan • en être (tout) interdit〈 spreekwoord〉 bitter in de mond maakt het hart gezond • ce qui est amer à la bouche, est doux au coeur -
15 niet veel goeds in de zin hebben
niet veel goeds in de zin hebbenDeens-Russisch woordenboek > niet veel goeds in de zin hebben
-
16 tegen iemand verdenking koesteren
tegen iemand verdenking koesterennourrir des soupçons à l'égard de qn.Deens-Russisch woordenboek > tegen iemand verdenking koesteren
-
17 verdenking
♦voorbeelden:1 tegen iemand verdenking koesteren • nourrir des soupçons à l'égard de qn.de verdenking op zich laden • faire peser des soupçons sur soide verdenking op iemand werpen • faire porter les soupçons sur qn.boven (iedere) verdenking verheven zijn • être au-dessus de tout soupçononder verdenking staan • être l'objet de soupçonsiemand in hechtenis nemen op verdenking van moord • arrêter une personne suspectée de meurtre -
18 voeren
♦voorbeelden:wat voert u hierheen? • qu'est-ce qui vous amène ici?dat zou mij te ver voeren • cela me mènerait trop loiniemand bij de hand voeren • mener qn. par la mainhet pad voert naar het dorp • le sentier mène au villageII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vervoeren] (trans)porter2 [de leiding hebben van, over] commander3 [eten geven] nourrir4 [op stang jagen] charrier♦voorbeelden:de paarden voeren • donner la pâture aux chevauxiemand dronken voeren • enivrer qn.het voeren • l'alimentation→ link=proces proces -
19 wens
♦voorbeelden:een vrome wens • une illusionzijn vurigste wens vervuld zien • voir se réaliser son voeu le plus cherje mag een wens doen • tu peux faire un voeueen wens koesteren • nourrir un désiral mijn wensen zijn vervuld • je suis combléaan iemands wensen tegemoet komen • tenir compte des désirs de qn.alles gaat naar wens • tout marche à souhaittegen de wens van zijn moeder • contre la volonté de sa mèreheb je nog wensen voor je verjaardag? • qu'est-ce que tu voudrais (avoir) pour ton anniversaire?iemand zijn beste wensen bieden • présenter ses meilleurs voeux à qn. -
20 zeven monden te voeden hebben
zeven monden te voeden hebben
- 1
- 2
См. также в других словарях:
nourrir — [ nurir ] v. tr. <conjug. : 2> • XIIe; norir « élever » Xe; lat. nutrire « allaiter, alimenter » I ♦ 1 ♦ Élever, former, éduquer (surtout pass. et p. p.).Vx « J ai été nourri aux lettres » (Descartes). Mod. Nourri dans. « Félicité, bien que … Encyclopédie Universelle
nourrir — NOURRIR. v. act. Substanter, servir d aliment. En ce sens il s employe d ordinaire absolument. Le pain nourrit beaucoup. les fruits, les legumes ne nourrissent pas tant que la viande. ces viandes là nourrissent plus que d autres. cela est fort… … Dictionnaire de l'Académie française
nourrir — Nourrir, act. pen. Nutrire, Adnutrire, Enutrire, Innutrire, Cibare, Educare, Educere, Alere, Exhibere, Tollere, Sustollere, Tolerare, Fouere, Nutricare. Nourrir son enfant, Attollere partum. Nourrir et entretenir, Alere. Se nourrir à peine,… … Thresor de la langue françoyse
nourrir — (nou rir) v. a. 1° Allaiter un enfant (ce qui est le premier sens de nutrire en latin). • Et qui [une fille] sous de feints noms, pour ne rien découvrir, Par son époux aux champs fut donnée à nourrir, MOL. Éc. des f. V, 9. • Au sein qui m a … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
NOURRIR — v. a. Sustenter, servir d aliment. Les aliments les plus propres à nourrir l homme. Dieu a créé les fruits de la terre pour nourrir l homme et les animaux. Il s emploie souvent absolument. Il y a des aliments qui nourrissent trop. Le pain… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
NOURRIR — v. tr. Sustenter, servir d’aliment. Les aliments propres à nourrir l’homme. Cette fertile région produit tout ce qui est nécessaire pour nourrir hommes et animaux. Absolument, Le pain nourrit beaucoup. Certaines viandes nourrissent trop. Cet… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
nourrir — vt. élever (des personnes ou des animaux) ; allaiter : neuri gv.3 (Arvillard, Billième, Montagny Bozel, Notre Dame Be., St Pierre Alb.060), neûri (Bogève, Samoëns, Saxel.002), NORI (Aillon J., Aillon V., Aix, Albanais.001, Albertville, Annecy.003 … Dictionnaire Français-Savoyard
Nourrir l'esprit de quelqu'un — ● Nourrir l esprit de quelqu un lui donner une formation intellectuelle, développer ses idées, son jugement, etc … Encyclopédie Universelle
Nourrir sa couleur — ● Nourrir sa couleur la traiter en empâtements … Encyclopédie Universelle
Nourrir son style — ● Nourrir son style lui donner de la vigueur … Encyclopédie Universelle
Nourrir son trait — ● Nourrir son trait lui donner de l épaisseur … Encyclopédie Universelle